Het Nederlandse bedrijfsleven vindt starters verwend, ongeduldig en individualistisch. Ze overschatten zichzelf en kunnen niet omgaan met tegenslag.

Dat blijkt uit onderzoek dat Motivaction deed onder bijna duizend respondenten. De resultaten zijn verwerkt in het boek ‘De grenzeloze generatie en de onstuitbare opmars van de B.V. IK’ (Martijn Lampert en Frits Spangenberg), dat donderdag verschijnt.

Niet tegen gezag

Bijna 80 procent van de respondenten vindt dat jongeren zichzelf centraal stellen en niet tegen gezag kunnen. Meer dan de helft vindt dat het nogal eens schort aan betrokkenheid bij de maatschappij en dat er onvoldoende normbesef aanwezig is.

Lampert en Spangenberg luiden de noodklok. Vooral omdat uit hetzelfde onderzoek blijkt dat dit de mensen zijn waarop Nederland de komende jaren, meer dan ooit, een beroep moet doen. De babyboomers gaan en masse met pensioen en er is sprake van een dubbele ontgroening: “Er zijn minder jongeren én ze zijn wezenlijk anders qua mentaliteit. Daarbij komt, dat één op de vier jongeren geen startkwalificatie haalt.”

Wezenlijk anders

Uit het boek blijkt dat de ‘grenzeloze generatie’ zich op de werkvloer totaal anders manifesteert dan de jongeren van tien jaar geleden. Maar ze kan ook op waardering rekenen vanuit het bedrijfsleven. De jongeren van tegenwoordig zijn volgens de respondenten een aanwinst op de werkvloer als het gaat om vernieuwing, uitdaging, ambitie en zelfstandigheid.

Wereld te winnen

Op het gebied van scholing is er echter nog een wereld te winnen, als het aan het zittende management ligt. Ruim de helft van vindt dat jongeren in het onderwijs niet goed worden voorbereid op een werkzaam leven. Daar ligt een taak voor werkgevers, is de heersende opvatting. Want, zo stelt Martijn Lampert, de individualistische mentaliteit “helpt de B.V. Nederland alleen verder als opvoeders, onderwijs en werkgevers jongeren veel effectiever leren te benaderen en te begeleiden”. GM