Ja, er is een glazen plafond en ja, organisaties doen het beter als er ook vrouwen in de top zitten. Maar een quotum opleggen aan organisaties? Daarover was de zaal verdeeld tijdens het debat ‘Vrouwen aan de top’ op maandag 8 maart aan de EUR.

Het komt niet vanzelf: meer vrouwen in de top van organisaties, zegt collegevoorzitter Pauline van der Meer Mohr, panellid tijdens de discussie op Internationale Vrouwendag. Medepanellid en promovenda bij de economische faculteit, Heleen Mees, stemt hier mee in: “Toen ik twintig jaar geleden economie studeerde in Groningen, was 40 procent van de studenten vrouw; ik zie ze nu nergens terug.”

Stellinga, Van den Brink, Mees, Van der Meer Mohr

Quotum

Toch maar een verplicht quotum voor organisaties? Marike Stellinga, chef-economie bij weekblad Elsevier en auteur van het boek De mythe van het glazen plafond, is daar mordicus tegen. “De groep vrouwen waaruit je iemand voor een topfunctie kan kiezen, is veel kleiner dan de groep mannen, dus die mannen hebben dan minder kans op een topfunctie; dat is ook discriminatie.”

Academische wereld

Ook Marieke van den Brink, die aan de Radboud Universiteit Nijmegen promoveerde op het benoemingsbeleid van hoogleraren, zet kanttekeningen bij een quotum: “In de academische wereld is men al zolang bezig om meer vrouwelijke hoogleraren te krijgen, maar de regels die er zijn worden niet gehandhaafd.” Van der Meer Mohr voegt daaraan toe dat ze daarom bij elk overleg met de decanen van de EUR-faculteiten hamert op de benoeming van vrouwen, maar geen voorstander is van een hard quotum.

Stellinga wil daarbij nog benadrukken, dat gelijke kansen niet per se leiden tot gelijke resultaten. Ze is van mening dat vrouwen in Nederland het eigenlijk heel goed voor elkaar hebben: “Ze kunnen carrière maken én in deeltijd werken. In veel landen kan je alleen schoonmaken in deeltijd.”

Beste wint?

Maar gaat het uiteindelijk niet om de juiste persoon vinden voor de juiste functie, los van sekse, etniciteit of culturele achtergrond? Dit vraagt Vincent Karremans, president van studentenvereniging het RSC, zich af. “Maar wie bepaalt wat kwaliteit is?”, zegt Marieke van den Brink in een tegenvraag. “We geloven te veel in een wereld waar de beste wint, maar wie is de beste? Degene die het meest op jou lijkt? Leden van een sollicitatiecommissie zouden met elkaar moeten bepalen wat ze goed vinden.” WG

Foto: Karin Oppelland