Een man met een toegangsverbod tot de campus van de Erasmus Universiteit Rotterdam, mag zich daar toch inschrijven voor een keuzevak. Dat oordeelde het College van Beroep voor het hoger onderwijs vorige week.
De man zou eind jaren negentig Rotterdamse studentes hebben lastig gevallen. Omdat de man geen student was aan de EUR, kon de universiteit hem de toegang tot de campus niet ontzeggen. Via een toegangsverbod van de civiele rechter werd de man uiteindelijk toch geweerd.
Vorig jaar gaf de man te kennen dat hij voor zijn opleiding aan de Open Universiteit een keuzevak filosofie wilde volgen in Rotterdam. De universiteit weigerde, en de zaak kwam bij het College van Beroep terecht.
‘Het college van bestuur wil een herhaling van de gebeurtenissen tot elke prijs vermijden’, schreef de EUR in haar verweer. De man zou niet bewezen hebben dat hij zijn gedrag heeft aangepast. Inschrijving van de man als student zou grote, bezwarende gevolgen kunnen hebben voor de instelling.
De feiten zijn niet actueel, wierp het College van Beroep tegen. Bovendien heeft de Erasmus Universiteit de man nooit gevraagd te bewijzen dat zijn gedrag is veranderd. Dat het gaat om bijzondere omstandigheden waarin inschrijving grote, negatieve gevolgen heeft voor universiteit, kan de EUR niet hardmaken.
De uitspraak werpt nieuw licht op de weigering van ongewenste studenten. De Universiteit Leiden won vorig jaar nog op vergelijkbare gronden een zaak tegen de militante pedofiel Norbert de Jonge. Na de Radboud Universiteit Nijmegen had ook Leiden De Jonge toelating geweigerd tot de opleiding orthopedagogiek. Een terecht besluit, oordeelde het College van Beroep. De consequenties voor de universiteit gaven de doorslag: als de Universiteit Leiden De Jonge had moeten toelaten, dan had de instelling daar grote schade van ondervonden.
Hetzelfde geldt dus niet voor de EUR. De universiteit beraadt zich nog op verdere stappen. HOP