De Nederlandse universiteiten hielden in 2007 samen zo’n 146 miljoen euro over, meldt het Onderwijsblad van vakbond AOb. Het totale eigen vermogen van het wo bedroeg bijna 2,7 miljard euro.

De AOb baseert zich op onderzoek van CFI – de controlerende financiële instantie van het ministerie van OCW. Het nettoresultaat van de universiteiten was een miljoen euro hoger dan in 2006. Dat had geen invloed op de gemiddelde solvabiliteit (vermogen + het geïnvesteerde vermogen door derden): het vermogen van de universiteiten om langlopende schulden te kunnen betalen bleef stabiel op 56 procent.

Het wetenschappelijk onderwijs is volgens de CFI gezond. Anders dan in het hbo – waar een aantal hogescholen in 2007 moesten fuseren om meer spek op de botten te krijgen – heeft niet één universiteit te maken met een probleembalans.

Natuurlijk zijn er wel verschillen: zo hield de Universiteit van Tilburg in 2007 het meest over: negentien miljoen euro. Opmerkelijk is verder dat ook instellingen die recentelijk bezuinigingen aankondigden er op het oog warmpjes bijzitten. de Universiteit Utrecht had in 2007 een eigen vermogen van 310 miljoen euro en een solvabiliteit van vijftig procent. Dat is beslist niet slecht, al was het percentage in 2004 nog 61 procent.

Ook de UvA, die onlangs hardop overwoog meer geld te vragen aan studenten die extra vakken en honoursprogramma’s wilden volgen, had in 2007 een eigen vermogen van 227 miljoen en een solvabiliteit van vijftig procent. De TU Delft – waar faculteiten met een begrotingstekort van tien miljoen euro kampen – zit met 222 miljoen euro eigen vermogen en een solvabiliteit van 55 procent nog lang niet in de rode cijfers.

De AOb voert al geruime tijd actie tegen onderwijsinstellingen die geld oppotten. Vooral het het basis- en voortgezet onderwijs zou zich daaraan bezondigen. Voor universiteiten vindt de bond een solvabiliteitsmarge tot zestig procent aanvaardbaar. Zij moeten hun omvangrijke gebouwen en dure onderzoeksapparatuur immers zelf betalen. HOP