Kamerbemiddelingsbedrijf Rots-Vast Groep kreeg vandaag de Gouden Kaartenbak voor de huisjesmelker van het jaar.

Ieder jaar kiezen de Landelijke Studenten Vakbond en de SP-jongeren uit allerlei nominaties de huisjesmelker van het jaar. Deze keer vroegen ze studenten wie de ergste kamerbemiddelaar was. In 24 steden werden 180 aanmeldingen voor de prijs verzameld.

 

De makelaarsketen Rots-Vast, die ook in het centrum van Rotterdam gevestigd is, stak er volgens de jury bovenuit. Want Rots-Vast vraagt “honderden euro’s aan bemiddelingskosten”. Bovendien: “Rots-Vast leidt mensen rond door het huis dat bezichtigd wordt, hangt een mooi verhaal op, maar laat huurders verder in de steek zodra blijkt dat er toch meer mankementen zijn.”

 

Directeur Ed Kimmel van Rots-Vast vindt zichzelf geen huisjesmelker: “Wij bemiddelen alleen. We verhuren niet en zijn geen eigenaar. Als er klachten over de woning zijn, horen die bij de huiseigenaar thuis. Het contract wordt tussen de verhuurder en de huurder getekend. Na de bemiddeling staan wij er verder buiten, afgezien van de panden waarvan wij het beheer verzorgen. Iedereen weet van tevoren waar hij aan toe is. Je hoeft niet met ons in zee te gaan, als je het te duur vindt. Het is een vrije wereld.”

 

Rots-Vast rekent veertig euro inschrijfkosten. Als de bemiddeling slaagt (en dat gebeurt in 65 procent van de gevallen, aldus de website van Rots-Vast) betaalt de woningzoekende één maand huur voor de bemiddeling, waar negentien procent BTW bovenop komt. De borg (soms één maand huur, soms twee maanden) en de huurprijs worden vastgesteld door de verhuurder.

 

“Het bedrijf blijft binnen de wet”, erkent LSVb-voorzitter Lisa Westerveld. “Maar ze doen wel mee aan de enorme uitbuiterij van studenten op de woningnood. We hebben hen uitgekozen omdat ze zo groot zijn.

 

De LSVb en SP-jongerenorganisatie ROOD vinden dat kamerbemiddeling aan banden moet worden gelegd. “Zo kunnen bemiddelaars als Rots-Vast worden gedwongen om redelijke prijzen voor hun diensten te vragen, zodat studenten geen absurde bedragen meer kwijt zijn aan zogenaamde administratiekosten.” HOP