Voor de huidige justitiële jeugdinrichtingen is het erop of eronder: worden het jeugdgevangenissen of blijven het toch opvoedingsinstituten, zoals ze in de eerste plaats bedoeld zijn?
Deze vraag stond centraal tijdens de studiemiddag op 5 november, georganiseerd door mr. dr. Jolande uit Beijerse, universitair docent straf(proces)recht aan de EUR en dr. Leonieke Boendermaker, onderzoeker Nederlands Jeugdinstituut. De circa honderd bezoekers bestonden uit mensen uit het veld, zoals kinderrechters, advocaten en medewerkers van justitiële jeugdinrichtingen (JJI), maar ook waren er studenten aanwezig. Aanleiding voor de studiemiddag was het boek ‘Opvoeding en bescherming achter ‘tralies’’, dat Uit Beijerse en Boendermaker samen schreven.
De grootste kritiek van de juriste op de huidige JJI’s is dat de naam doet vermoeden dat het alleen nog draait om opvangen of behandelen. Terwijl zo’n inrichting in de eerste plaats bedoeld is voor opvoeding. Dit beeld wordt versterkt door de scheiding die sinds 2004 wordt gemaakt tussen jongeren met een strafrechtelijke achtergrond of jeugd met een civielrechtelijke (uithuisplaatsing om uiteenlopende redenen). Door de scheiding zal een JJI zich steeds meer tot jeugdgevangenis ontwikkelen, vreest Uit Beijerse.
In het tweede deel van de middag ging Boendermaker in op de behandeling van jongeren in JJI’s. Ze doet onderzoek naar methoden om jongeren op adequate wijze te behandelen. Ze pleit voor een meer individuele aanpak, zodat het behandelprogramma op de betreffende jongere is toegespitst. Spreker Ben Bijker, directeur van justitiële jeugdinrichting de Hartelborgt in Spijkenisse, vertelt dat zijn inrichting deze werkwijze al hanteert. “Als een jongere bij ons wordt binnengebracht, zitten binnen een week alle betrokken hulpverleners om de tafel om een individueel behandelplan samen te stellen”, legt hij uit. LS
‘Opvoeding en bescherming achter ‘tralies’’ door Leonieke Boendermaker en Jolande uit Beijerse, prijs 35 euro, ISBN 9 789066 658745.