Pauwke Berkers is hoogleraar Sociologie van populaire muziek. Hij doet onderzoek naar ongelijkheid in de muziekindustrie, met aandacht voor thema’s als dekolonisatie, gender en inclusie. Daarnaast richt hij zich op de rol van muziek in maatschappelijke vraagstukken en is hij medeoprichter van de onderzoeksgroep Rotterdam Popular Music Studies.

Waarom is er de laatste tijd zoveel ophef over acts als Bob Vylan en Kneecap?

“Protestmuziek is niet nieuw, en heftige reacties erop ook niet, maar controverses worden nu door sociale media sneller opgepikt en uitvergroot. Gen Z is politiek geëngageerd, en verwacht dat artiesten ergens voor staan.

“Bovendien blijkt uit onderzoek naar moral panics dat een incident pas een incident wordt als politici zich er mee gaan bemoeien. Dat zie je nu ook. Politici proberen, al dan niet geslaagd, een slaatje te slaan uit ophef.”

Doel je daarmee op VVD-lijsttrekker Dilan Yeşilgöz, die Douwe Bob ervan beschuldigde antisemitisch te zijn?

“Ja. Het is wel knap hoe erg ze de plank daar missloeg. Dat was echt de verkeerde toon, en de verkeerde artiest. Een deel van de fans van Douwe Bob zijn VVD-stemmers. Daarnaast is het moeilijker in te hakken op de volkszanger Douwe Bob dan op Bob Vylan. Die band maakt agressieve muziek en een duidelijker politiek punt, en is daarom een makkelijker doelwit dan Douwe Bob.”

Hoe zie jij de uitspraken van Bob Vylan? De voorman van de band zei bijvoorbeeld na de moord op Charlie Kirk: “If you chat shit you will get banged. Rest in peace Charlie Kirk, you piece of shit.”

“Muziekgenres komen met bepaalde conventies en verwachtingen van het publiek. Bij punk hoort politiek engagement, terwijl je dat bij bijvoorbeeld country minder snel verwacht. Daarom liep het in 2003 mis met de Dixie Chicks: een countryband die zich fel tegen Bush uitsprak, wat hun publiek niet pikte. Ze werden geboycot door country-radiozenders en sommige fans verbrandden uit protest zelfs hun albums. In Nederland heb je Bennie Jolink, die kritische uitspraken doet over de boerenprotesten die niet helemaal passen bij zijn publiek op het platteland. Dat kan commercieel riskant zijn. Maar bij punk is het juist andersom: fans verwachten uitgesproken meningen. Van een band als Bob Vylan zou het vreemd zijn als ze zich niet politiek zouden uitspreken.

“In media hoor ik onder andere festivalorganisatoren zeggen dat protestacts als Bob Vylan of Kneecap de polarisatie in de maatschappij ‘reflecteren’. Dat is te simpel. Artiesten zijn geen passieve reflectoren. Ze kiezen bewust welke thema’s ze aansnijden, welke conflicten ze aanzetten of juist nuanceren, en voegen zo een eigen laag toe aan het maatschappelijke debat.”

Hoe werkt dat?

“Artiesten sluiten aan bij wat socioloog Michèle Lamont ‘erkenningsketens’ noemt. Artiesten, ngo’s, journalisten en politici dragen ieder een steentje bij aan het zichtbaar maken van groepen die geen stem in het debat hebben.

“Het is veelzeggend dat het nu veel over Palestina gaat, letterlijk een staat die niet erkend wordt en dus geen stem heeft in de eigen toekomst. Artiesten kiezen ervoor om zich daarover uit te spreken, omdat zij vinden dat de representatie in de media en de politiek scheef is. Hun bijdrage is niet altijd gecoördineerd of onderdeel van een georganiseerde sociale beweging, maar samen vormen ze een keten van stemmen die proberen een erkenningskloof te dichten.”

em-country maga trump
Beeld door: Bas van der Schot

Is de opleving van protestmuziek die we nu zien vergelijkbaar met de protestmuziek uit de jaren zestig en zeventig?

“Toen had je Bob Dylan die met zijn muziek de burgerrechtenbeweging en de anti-Vietnamoorlogsprotesten van een soundtrack voorzag. Het is ironisch dat we nu Bob Vylan hebben die het linkse sentiment rondom de oorlog in Gaza vocaliseert. Het verschil is dat de VS in de jaren zestig zelf betrokken waren in een dubieuze oorlog, en artiesten zich daar openlijk tegen keerden. Nu zijn westerse overheden wat indirecter betrokken bij de conflicten. Maar ook nu lijkt er wel echt een bredere sociale beweging te ontstaan, waarin muziek een belangrijke rol speelt.”

Is er ook rechtse protestmuziek?

“De meeste protestmuziek is inderdaad links, maar er bestaat zeker rechtse protestmuziek. In de jaren tachtig was er bijvoorbeeld een hele rechtse skinheadscene, met bands die nationalistische of racistische boodschappen verspreidden. Ook zijn er artiesten die zich vanuit een conservatief of rechts perspectief uitspreken, zoals Kanye West. Veel countryartiesten zijn ook heel uitgesproken pro-Trump.

“Ook is er muziek die gebruikt wordt door rechtse groepen. Zo wordt het nummer Born in the USA van Bruce Springsteen, eigenlijk een protestlied over Vietnamoorlog, geregeld ingezet als patriottisch nummer op republikeinse rally’s, ondanks bezwaar van Springsteen. En tijdens het anti-migratieprotest in Den Haag werd gabbermuziek gedraaid. Dat is geen rechtse muziek, maar wordt dan wel op die manier ingezet.

“Muziekgenres hebben vaak linkse en rechtse varianten. Punk had Skrewdriver, een naziband. En black metal heeft ‘linkse’ bands als Terzij de Horde, maar er zijn ook extremistische blackmetalbands, die nazileuzen en symbolen gebruiken. Dat soort muziek bereikt de mainstream niet, dus daar horen we minder over.”

Wordt er anders gereageerd op artiesten met linkse boodschappen dan artiesten met een rechts geluid?

“Om te weten of er structureel verschil in reactie zit, zou je dat moeten onderzoeken. Er komt meer links geluid vanuit de muzieksector, dus de kans is ook groter dat de ophef over linkse artiesten gaat. Ik weet wel dat rechtse acts in het verleden weleens geboycot zijn, zoals de Amerikaanse band Type O Negative waarvan een concert in Melkweg in 1991 werd afgelast onder druk van antifa. Je ziet vaak individuele artiesten die aangeven niet meer op een festival of bij een podium op te willen treden als bepaalde rechtse bands ook spelen.”

Na de uitspraken van Bob Vylan in Paradiso koos 013 ervoor om het optreden af te gelasten, Doornroosje liet het wel doorgaan. Zouden podia niet juist achter de geprogrammeerde artiesten moeten staan, of zit er een grens aan artistieke vrijheid?

“De grens daarvan is de wet. Maar poppodia hebben ook hun eigen morele kompas. 013 vond de uitspraak over de moord op Charlie Kirk blijkbaar te ver gaan. Ik vond het veelzeggend dat de mensen van Doornroosje lieten weten dat ze de afweging van 013 snapten. Dus het was niet zo dat ze 013 beschuldigden van ‘slappe hap’. Het is een hot topic in de podiumwereld hoe hiermee om te gaan. Ze vinden het allemaal lastig, zeker gezien ze op zo’n moment snel moeten handelen en hun beslissing onder het vergrootglas van sociale media ligt.”

em-investeerder popmuziek
Beeld door: Bas van der Schot

Hoe spelen financiële belangen mee in de afweging die podia en festivals in hun programmering, en ook op zo’n moment, maken?

“De popsector is de afgelopen decennia serieuze business geworden; het is steeds verder geprofessionaliseerd en gefinancialiseerd. Het equityfonds KKR heeft via festivalorganisator Superstruct Entertainment tientallen festivals in handen, ook in Nederland. Dat is een equityfonds dat in allerlei dingen investeert waar artiesten en bezoekers niet achter staan, zoals de fossiele industrie en wapens.

“De kosten zijn steeds hoger geworden, en de financiële risico’s zijn enorm. Het is niet gek dat festivals moeite hebben om onafhankelijk te opereren. Maar dat brengt ze in een lastig parket. Veel poppodia komen voort uit de activistische jarenzestigcultuur, soms zelfs uit de punkbeweging. En de mensen die er werken hebben vaak ook die waarden. Maar de mensen in de raad van toezicht komen vaak uit het bedrijfsleven. Daardoor lopen de belangen uiteen. Soms zie je dat het management keuzes maakt die niet goed vallen bij het personeel. Zo heeft poppodium Annabel de locatie eens een dag verhuurd aan Leefbaar Rotterdam, terwijl het normaal predikt voor inclusiviteit. Daar waren vrijwilligers echt ontevreden over.”

Hoe kijk je naar de beslissing van de AVROTROS, die stelde niet mee te willen doen aan het Eurovisiesongfestival als Israël meedoet?

“Minister David van Weel van Buitenlandse Zaken reageerde dat we het Songfestival niet moeten politiseren. Maar dat is naïef. Muziek gaat altijd over identiteit: over een gedeelde achtergrond en de vraag met wie je die deelt. En het Songfestival bij uitstek is politiek. Net als bij sport gaat het om nationale representatie. Meedoen betekent erkenning, en er zijn bepaalde landen die elkaar steunen met stemmen. Ook is er bewezen inmenging geweest van de Israelische regering tijdens de afgelopen editie van het songfestival volgens de AVROTROS. Dat illustreert hoe sterk politieke belangen meespelen bij Eurovisie. Dat de AVROTROS, ondanks de druk waaronder publieke omroepen staan, toch deze keuze heeft gemaakt, vind ik dan ook een sterk statement.”

Palestine-Palestina-Protest_banners_29.11.2023_Shrey-Khurana.jpg-1280×853

Lees meer

Belgische universiteiten: help ons door het EU-verdrag met Israël op te zeggen

Belgische universiteiten vragen de Europese Raad om duidelijkheid te scheppen en het…

Nog geen reactie — begin de discussie!