Eindelijk stagevergoeding voor coassistenten, maar niet bij umc’s

Eind maart werden de vakbonden voor medisch personeel en de Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen het eens over een nieuwe cao. Daarin wordt de vergoeding voor coassistenten en andere universitaire stagiairs flink verbeterd: bovenop hun maandelijkse onkostenvergoeding van 150 euro krijgen ze nu ook een stagevergoeding van 150 euro.

Het nieuws werd met gejuich ontvangen bij de vijftienduizend leden van belangenvereniging De Geneeskundestudent. Coassistenten strijden al ruim een halve eeuw voor betere vergoedingen. Naast hun verplichte stages, die twee jaar duren, hebben ze namelijk weinig tot geen tijd voor een bijbaan.

Toen in 2015 de basisbeurs werd afgeschaft, voerden de coassistenten de druk verder op. Toenmalig onderwijsminister Jet Bussemaker (PvdA) vond hun eis niet terecht: studenten geneeskunde zouden later genoeg gaan verdienen om hun hogere studieschuld af te kunnen lossen. Bovendien zouden coschappen geen echte stage zijn waarvoor je een vergoeding zou moeten krijgen, maar een opleidingsplaats.

Maar niet iedereen was het daarmee eens en in 2019 gingen de universitaire medische centra (umc’s) uiteindelijk overstag. Coassistenten kregen daar toen een onkostenvergoeding van zo’n 100 euro per maand en de algemene (ook wel perifere) ziekenhuizen volgden in 2020.

Of omgekeerd de umc’s straks ook bereid zullen zijn om de coassistenten een stagevergoeding te geven is onzeker. In januari werd bekend dat ze zich niet aan cao-afspraken over stagevergoedingen hielden.

Voorzitter Berk Uzunalioglu van De Geneeskundestudent blijft optimistisch. “We zetten bij elke cao-onderhandeling in op een marktconforme stagevergoeding. Ook coassistenten moeten uiteindelijk een vergoeding krijgen die in lijn ligt met wat andere zorgstagiairs, zoals verpleegkundigen, ontvangen.”

Dat coassistenten in algemene ziekenhuizen nu een stagevergoeding krijgen, schept volgens hem een belangrijk precedent. “Het laat zien dat er wél mogelijkheden zijn voor een eerlijke vergoeding, en dat versterkt onze positie in alle toekomstige cao-gesprekken, ook bij de umc’s.”