Zitting gesloten
De zitting is rond 16.45 afgelopen. Dinsdagochtend om 10.00 uur gaat de zaak verder. Morgen zullen onder andere slachtofferverklaringen op het programma staan. Volg de rechtszaak ook morgen via EM.
15.50 uur: Kans op herhaling?
De woede over het mislopen van zijn diploma is nog steeds aanwezig, daar maken de onderzoekers zich grote zorgen over. De boosheid lijkt niet verminderd, L. heeft geen sociaal vangnet, dat draagt allemaal bij aan de kans op herhaling. “Ook de mate van planning waartoe hij in staat is, is heel zorgelijk”, zegt een van de experts.
TBS met dwangverpleging, is het advies van de experts. Die dwangverpleging zou zo snel mogelijk moeten beginnen. Dat vindt de rechter lastig, want dat kan gevolgen hebben voor de hoogte van de gevangenisstraf. Zeker omdat veel mensen verwachten dat hij lang opgesloten zal worden. Wat als L. eerst 28 jaar vastzit en dan pas begint aan de dwangverpleging? “Het gaat om het recidiverisico vanuit zijn stoornis verminderen. We weten dat je er dan vroeg bij moet zijn. Hoe sneller je start met gedwongen behandeling, hoe groter de kans op succes”, besluit de expert.
15.30 uur: Wanhoop of gestoord?
De onderzoekers van het Pieter Baan Centrum hebben overwogen Fouad L. volledig ontoerekeningsvatbaar te verklaren, vertellen ze. Door de toenemende druk in het hoofd van L., de depersonalisatieproblemen, de sociale problemen, zijn autismespectrumstoornis en andere factoren belandde L. volgens de onderzoekers in een fuik. “Dit is niet meer iemand die 100 procent verstandige besluiten nemen. Wij zeggen 25 tot 50 procent. Dat is dus verminderd tot sterk verminderd toerekeningsvatbaar.”
De rechter wil van de experts weten: was het een wanhoopsdaad of een gestoorde daad? Daar komt geen direct antwoord op.
Het is een kwestie van op de schouder van de verdachte te gaan zitten en mee te kijken, zegt een van de onderzoekers. “Waar heb je de afslag genomen waardoor je nu in het Pieter Baan Centrum zit, dat vragen we ons af. Toen meneer kwam, dacht ik: wat moeten we nu doen? Het is toch wel duidelijk dat meneer ontoerekeningsvatbaar is. Tijdens heel veel intensieve uren zagen we dat hij afslagen neemt, waarvan je kunt denken: hoe logisch zijn die? Waarom zouden die docenten of die leden van de commissie u nou willen dwarszitten?”
“Hij kan niet zien welke emoties hij oproept bij mensen. Hij kan niet met die emoties omgaan. Hij komt in een fuik terecht, waardoor hij geen adequate oplossing meer ziet.” Waarom L. overgaat tot geweld, kunnen de deskundigen niet vaststellen. Hij is vastgelopen in een groef, zo diep als een kloof, beschrijven de onderzoekers zijn toestand.
Geen enkele keer kijkt L. om naar de experts die net achter hem zitten, terwijl het toch over hem gaat.
15.00 uur: Zorgen, maar ook hoge cijfers
Het is een vraag die heel Nederland zich afvraagt, zo ook de rechters: hoe kon het zo zijn dat L. bijna gediplomeerd arts werd? Er waren bij de opleiding veel zorgen, maar ook hoge cijfers en dus bevestigingen dat hij het wel kon. Voor Radiologie kreeg L. bijvoorbeeld een 9. Als de onderzoekers van het Pieter Baan Centrum aan het woord komen, stelt de rechter dan ook die vraag.
De expert antwoordt: “Er zijn situaties te bedenken waarin mensen met Asperger heel goed functioneren, maar contact met patiënten, en dus met emoties als verdriet en angst, kan het probleem zijn. Meneer kan vast goed omgaan met diagnoses, maar daar horen ook patiënten bij. Ik denk dat meneer daar de plank fors misslaat.”
Een van de onderzoekers van het Pieter Baan Centrum vult hem aan: “Coassistenten komen en gaan, en voordat je doorhebt waar het probleem zit, zijn ze weer weg. Als coassistenten leergierig zijn en hard willen werken, zoals L., dan duurt het even voordat zoiets duidelijk is. Dus voordat hij door de mand viel, was hij al weg.”
14.45 uur: ‘Vindt u dat u straf verdient?’
De rechter vraagt rechtstreeks aan L.: “Vindt u dat u straf verdient?” L. gaat ervan uit dat hij gestraft wordt, zegt hij.
“Ik vraag u: wat vindt u?”, herhaalt de rechter. Dan is L. even stil voor hij zegt: “Dat is wel een hele goede vraag. Mensen die mensen vermoorden, moeten gestraft worden. Dus ik verdien straf. Maar, en hiermee maak mij misschien niet populair: ik vind dat ik gestraft moet worden, maar het voelt gewoon niet alsof ik schuldig ben. Het voelt niet alsof ik hiervoor gekozen heb. Alsof ik heb besloten: Ik word geen dokter, dus ik ga lekker drie mensen vermoorden.”
Arts worden was vanaf L.’s vijfde verjaardag zijn doel. De rechter stelt dat die droom vast geen werkelijkheid meer gaat worden. L. zegt dat hij niet meer naar zijn toekomst kijkt. “Ik ben doodgemarteld door het Erasmus MC en ben als een soort monster van Frankenstein teruggekomen.”
Het voelde voor L. als een emmer die voller en voller raakte. ‘Ondanks alle tegenslagen, gaslighting en tegenwerkingen die nergens over gaan’ behaalde hij bijna zijn diploma. Tot een wijkagent naar de examencommissie stapte met zorgen. Dat deed volgens L. de emmer overstromen. De duistere fantasieën kon hij toen niet meer geheel stoppen.
14.30 uur: 'Ik ga anders om met emoties'
Volgens de rechtbank is het psychologisch rapport van het Pieter Baan Centrum ‘een uitzonderlijk dik rapport’. Verbaasd was L. er niet over. Hij wist dat hij Asperger had, dat ook een rol speelde bij al zijn problemen tijdens de opleiding. “Je merkt dat je mensen per ongeluk de waarheid vertelt”, zegt hij over zijn autismespectrumstoornis. “Tegen docenten of artsen zei ik dat ik hun werk niet zo belangrijk of interessant vond.”
Volgens L. was dat de aanleiding voor zijn schorsing. “Niet meteen een week, maar jaren! Docenten worden heel erg boos van zulke opmerkinkjes. Het is ook maar twee keer gebeurd. Als iemand om mijn mening vraagt, ga ik er ten onrechte vanuit dat ze mijn mening willen horen. Maar ze willen hún mening horen uit jouw mond.”
De rechter ziet in het dossier dat docenten en artsen zorgen hadden of het patiëntcontact van L. wel goed zou gaan. Absolute onzin, zegt L. “Ik ga anders om met emoties. Als iemand emotioneel is, dan heb ik meer de neiging om uit te zoeken waarom iemand verdrietig is, om het op te lossen. Meer gericht op de oplossing, dan de emotie zelf. Ik ga van nature meer functioneel om met emoties, ik zie dat als iets positiefs. De een is heel erg emotioneel, de ander meer analytisch en meer oplossingsgericht.”
Ook zouden artsen gezegd hebben dat L. geen empathie heeft. Daarover zei hij: “Die feedback was bullshit. Ik kan bewijzen dat die beschuldiging in de praktijk niet klopt.”
De rechter krijgt meer en meer het idee dat L. vindt dat hij weggepest is van de opleiding, en vraagt daarom: “Wie heeft er nou belang bij om u van de opleiding te krijgen?” Daarop antwoordt L.: “Die kno-arts was gewoon boos. Met Asperger schop je soms onbedoeld mensen tegen de schenen.” Daarmee doelt hij op de kno-arts die een melding maakte over L. tijdens zijn coschappen. Daarna werd L. twee jaar geschorst. Tijdens die schorsing begon L. te fantaseren over geweld, zo woest was hij, zegt hij.
Tijdens de hele zitting lijkt L. het meest geïnteresseerd in hoe hij behandeld is door de opleiding, en dat zegt hij ook als de rechter vraagt hoe L. naar zijn eigen dossier kijkt. “Ik vind het veel interessanter of u als onafhankelijk rechter vindt dat ik eerlijk behandeld ben.” De rechter wil daar niet op in gaan, maar vraagt wederom de mening van L. “Het is niet eerlijk om tegen mij te zeggen dat ik wat anders moet gaan doen. Waarom kunnen zij niet gewoon lesgeven?”
13.45 uur Zorgzaam persoon
In de ochtend beschreef L. zichzelf als een zorgzaam persoon. Het Openbaar Ministerie gaat daar verder op in. Want als hij zo zorgzaam is, waarom dacht hij dan niet aan de andere kinderen van Marlous of aan de studenten in het lokaal waar hij docent Jurgen Damen neerschoot, vraagt de officier zich af.
“Ik dacht wel aan ze”, zegt Fouad L. over de studenten in het lokaal. “Het was in het originele plan ook de bedoeling dat er geen rekening werd gehouden met de veiligheid van studenten.” Of hij dan niet bezig was met de gevolgen voor die studenten? “Nee, ik was al blij dat er voorzieningen waren getroffen dat er geen slachtoffers zouden vallen onder de studenten.” Als L. denkt dat dit troost is voor de studenten, dan heeft hij het flink mis. Hij raakt waar het al pijn doet. Het wordt een van die betreffende studenten op de publieke tribune te zwaar, en daarom verlaat hij voor even de ruimte.
De rechter vraagt verder. Wat vindt L. ervan dat mensen het nog steeds zwaar hebben? “Ik hoop dat als zij hun spreekrecht benutten, zodat ik daar een beter beeld van krijg”, zegt hij.De rechter reageert scherp: “U heeft het dossier gelezen over hoe zij dat ervaren hebben. En u antwoordt met een opmerking over het proces?”
Dan blijkt dat L. het dossier wel opgevraagd heeft, maar die verklaringen niet gelezen heeft. Hij wilde kijken of de camerabeelden in het dossier stonden. De rechter moet nog besluiten of die beelden toegevoegd worden. L. wil ze wel vooraf zien. “Want anders is het nogal schokkend voor mij.”
13.30 uur: ‘U bent opgeleid tot arts. Ik ga er vanuit dat u weet hoe u kunt controleren of iemand nog leeft’
De officier en de rechters blijven over sommige punten doorvragen, tot irritatie van Fouad L. Niet voor het eerst vragen ze of de voormalig geneeskundestudent gecontroleerd heeft of Romy nog leefde. Het meisje is in het ziekenhuis aan haar verwondingen overleden.
L. vraagt: “Hoe bedoelt u?” Waarop de officier van justitie reageert: “U bent opgeleid tot arts. Ik ga ervanuit dat u weet hoe u kunt controleren of iemand nog leeft.” De opmerking landt bij het publiek, dat lijkt te waarderen dat L. scherp ondervraagd wordt.
De voormalig geneeskundestudent snapt het doorvragen niet zo. Hij wil het liever hebben over zijn chronologische verklaring. De rechter probeert het uit te leggen.
Rechter: “U neemt geen enkele verantwoordelijkheid. U beschrijft feiten, daden, maar geen gevoel van verantwoordelijkheid.”
L.: “Dat klopt, omdat ik die niet voel.”
Rechter: “U doet alsof u willoos was.”
L: “Ik heb niet het gevoel dat ik veel te willen had.”
Ook de officier van justitie doet nog een poging: “Het valt op dat u soms best lang moet nadenken over voor de hand liggende vragen. De rechter zei al: het lijkt alsof u er nooit zo over nagedacht heeft. Hoe zit dat?”
L: “Dat plan is ook niet rationeel tot stand gekomen. Het is ook het gevoel dat het mijn probleem ook niet is.”
De officier vraagt of ‘Partitie’, de stem in zijn hoofd die Fouad L. gedwongen zou hebben tot zijn daden, niet een truc is, omdat L. in een verklaring heeft gezegd dat hij de schuld niet op zich wilde of kon nemen. Daar reageert L. fel op: “Het is niet eerlijk dat u mij citeert uit een stuk waarin ik kritiek heb op mezelf. Vind ik een beetje achterbaks.” De verontwaardiging op de tribune is niet voor het eerst vandaag groot.
13.15 uur: Officier van justitie mag vragen stellen
Na de pauze krijgen de nabestaanden van Romy en Marlous het meteen weer zwaar. Op de publieke tribune lijkt iedereen de adem in te houden als de officier van justitie bijna meteen aan Fouad L. vraagt: zag u dat het een kind was die de deur opende? “Ik zag een lijf”, antwoordt hij.
In zijn verklaring aan de politie zei Fouad L. dat hij één keer op het meisje heeft geschoten. Volgens onderzoek twee keer. Fouad L. denkt daarom dat het zo gegaan is: hij schoot Romy neer, ging terug naar huis om brand stichten in zijn woning, toen weer naar het huis van zijn buurvrouw, waarbij hij zijn buurmeisje nog eens beschoot, de buurvrouw achtervolgde en haar doodde. “De persoon die de deur opende, die moest dus worden … worden doodgeschoten. Ik kan er geen logisch antwoord op geven.”
12.05: Pauze, daar waren de mensen op de publieke tribune aan toe
Tot 13.15 uur is er een schorsing, een kwartiertje langer dan eerst voorgesteld omdat veel mensen mogelijk weer door de beveiliging moeten.
De meeste mensen van de publieke tribune zijn goed voorbereid en hebben lunch meegebracht. In de hal buiten de rechtszaal worden – waar mogelijk – bemoedigende of troostende woorden gesproken. Knuffels vangen de rest op. Dat hij niet kan verklaren waarom hun geliefden zijn neergeschoten, steekt. Verder dan ‘dat was het plan’ kwam Fouad L. vaak niet.
De negentien advocaten die de slachtoffers en nabestaanden bijstaan, zoeken hun cliënten op om te vragen hoe het gaat. De mensen beschrijven de emoties, het ontzettende gevoel van onmacht en de hoop dat de dader gestraft wordt voor al het verdriet, en alle angst.
11.30 uur: 'Ik heb een heel erg positief gevoel over mezelf. Ik heb een bloedbad voorkomen'
Direct nadat hem duidelijk werd dat hij zijn geneeskundediploma niet zou krijgen, begon zich in het hoofd van Fouad L. een plan te vormen, vertelt hij. Hij beschrijft dat hij alle woede over de opleiding niet meer in zich kon houden. Over dat plan blijft hij met zichzelf in discussie, beschrijft hij. In zijn oorspronkelijke plan wilde hij iedereen doden ‘die hem eens verkeerd had aangekeken’.
“Ik had een intern conflict”, zei hij hierover. “Wat is het minimale dat ik moet doen om hieruit te komen? Dat was echt een onderhandeling met mezelf in mijn hoofd. Er moest wat gebeuren. Het is misschien heel vreemd om te horen. Mensen doodmaken vind ik niet goed.”
De rechters blijven vragen naar hoe hij terugkijkt op het plan, het kopen van de pistolen, het onderhandelen over de mensenlevens, het neerschieten van zijn 14-jarige buurmeisje Romy, zijn 39-jarige buurvrouw Marlous, en de 43-jarige docent Jurgen Damen. De schok op de publieke tribune is voelbaar als Fouad L. zegt dat de dood van Romy ‘geen betekenis’ heeft. Hij kan niet verklaren waarom hij twee keer op het meisje heeft geschoten, terwijl de andere slachtoffers vaker beschoten zijn. Hij herinnert zich niet dat hij over het meisje heen naar binnen stapte. “Het voelt alsof het op tv gebeurde.”
Het wordt enkele mensen echt te veel als Fouad L. antwoordt: “Ik heb een heel erg positief gevoel over mezelf. Ik heb een bloedbad voorkomen.” Verwijzend naar het ‘ergere’ plan dat eerst in zijn hoofd groeide.
Fouad L. beschreef de brand in het Onderwijscentrum als onderdeel van zijn interne onderhandelingen over zijn plan. “De gedachte daarachter was dat ik dit moest doen, zodat de examencommissie niets zou worden aangedaan. Het was niet de bedoeling dat de examencommissie wat aangedaan zou worden. Ik mag de voorzitter best.”
Waarom viel er dan toch een dodelijk slachtoffer in het Erasmus MC, wil de rechter weten.
“Er moest minimaal één iemand dood in het Erasmus MC. Dat was zo besloten”, zegt L..
“Hoe dan?”, vraagt de rechter niet voor het eerst of laatst. “Was het lootjes trekken?
L.: “Het had op heel veel manieren kunnen gaan, maar dit was nou eenmaal besloten.
11.00 uur: ‘Ik had een prima dokter kunnen zijn’
De woede over de schorsingen en naar zijn gevoel onterecht negatieve opmerkingen over zijn geschiktheid als arts, zitten Fouad L. nog steeds hoog. Volgens de rechter beloofde hij aan de opleiding dat hij zou werken aan zijn communicatie en zelfs na zou denken om te stoppen met zijn studie.
Over zijn tweejarige schorsing zei hij: “Dan zeggen ze eigenlijk tegen je: ga weg! Het is ook letterlijk eens tegen mij gezegd: misschien moet je een andere studie gaan doen.”
Rechter: “U heeft gezegd dat u dat zou overwegen.”
Fouad L: “Dat is meer een beleefdheid.”
Volgens L. hoor je als geneeskundestudent beleefd en toezeggend te reageren, dat is dus wat hij deed. Hoe onterecht dan ook. “Als ik gewoon in 2017 had kunnen afstuderen, dan was er niets aan de hand. Dit punt is heel belangrijk voor mij”, zei hij daarover.
Berouw of spijt voelt Fouad L. niet. Daarover zegt hij: “Ik voel ook een redelijk grote afstand tot wat is gebeurd. Klinkt heel gek. Ik weet dat ik schuldig ben voor wat is gebeurd, maar ik voel mij niet schuldig voor wat is gebeurd. Zo voel ik mij gewoon.”
Als de rechter aangeeft, dat zij het oordeel van de examencommissie, om Fouad L. zijn diploma niet te geven, ‘niet onbegrijpelijk vindt’, reageert L. beledigd. “Sorry? Ik vind dat een beetje oneerlijk om te zeggen, want ik ben overtuigd dat ik een prima dokter had kunnen zijn. Het is gewoon allemaal heel erg misgegaan.”
10.15 uur: Doorlopen van de feiten met Fouad L.
Na het opsommen van de feiten waar Fouad L. van verdacht wordt, komt de voormalig geneeskundestudent zelf aan het woord. Hij heeft een hele verklaring over zijn leven chronologisch uitgeschreven. Die wil hij voorlezen, maar de rechter wil het gesprek aangaan. L. vertelt dat hij vanaf zijn vijfde arts wilde worden. Dat was belangrijk voor hem, want daar kreeg hij positieve reacties op.
“Is het een passie of obsessie geweest”, vraagt de rechter over de droom om arts te worden. “Een obsessie”, zegt Fouad meteen. “Het ging veel verder dan een obsessie.”
10.05 uur: Start zitting
“We gaan het hebben over de gebeurtenissen van 28 september 2023 aan het Heiman Dullaertplein, daar zijn gruwelijke dingen gebeurd”, begint de rechter. “Ook in het Erasmus Medisch Centrum zijn gruwelijke dingen gebeurd. Deze gebeurtenissen hebben veel en diepe impact gehad op de levens van vele mensen. De rechtbank is zich daarvan bewust.” Nabestaanden en slachtoffers worden gewaarschuwd dat zij mogelijk nieuwe informatie zullen horen. Als het te schokkend is, mogen zij altijd de zaal verlaten en dan weer terugkeren. De spanning is boven, op de publieke tribune, voelbaar. Het moment is daar: de zaak tegen Fouad L. gaat inhoudelijk van start.
9.00 uur: Rijen voor de rechtbank
Zoals verwacht is het druk bij de Rotterdamse rechtbank. Veel nabestaanden en slachtoffers, maar ook zeker veel pers en rechtbanktekenaars staat te wachten voor de controle bij de beveiliging. Vooraf had de rechter aangegeven dat wie aanwezig wilde zijn, op tijd moest komen. 09.30 uur stipt begint de eerste inhoudelijke zitting.