Bij de afdeling Econometrie aan de Erasmus School of Economics (ESE) is vorig jaar een pilot gestart om medewerkers te laten wennen aan flexwerkplekken. Apparatuur is geïnstalleerd in het souterrain van het E-gebouw, waar de afdeling zich bevindt: alle werkplekken hebben verstelbare bureaus en stoelen, en een pc met twee schermen, een camera en een dockingstation.

Flexwerk is geen nieuw concept op campus Woudestein. Sinds 2017 gebruiken medewerkers in het Sandersgebouw bijvoorbeeld al gedeelde werkplekken. Op termijn wil de EUR dat alle afdelingen gedeelde werkplekken toepassen: het komt erop neer dat drie medewerkers twee bureaus moeten delen.

Wat is de belangrijkste reden voor deze transitie? “We hebben op dit moment onze gebouwen niet optimaal benut”, antwoordt directeur Marijke Weustink van Real Estate and Facilities. Uit de bezettingsgraadmeting in november 2022 bleek dat de gemiddelde bezetting van kantoren onder de 25 procent lag. “Die lege vierkante meters moeten we nog steeds onderhouden, en dat is niet duurzaam”, vervolgt ze. “De huidige financiële situatie geeft er natuurlijk een extra push aan, maar dat is niet de aanleiding.”

Het idee is dat medewerkers van Econometrie worden ingedeeld in clusters van acht personen met zes werkplekken. Elke dag moeten ze een werkplek boeken via een online reserveringssysteem.

In de praktijk hebben ze een vast schema voor de bezetting. “Wij spreken binnen de cluster af wie op welke dag waar zit”, vertelt hoogleraar Albert Wagelmans, die zijn kantoordagen meestal in dezelfde kamer doorbrengt. “Normaal gesproken zit ik bijvoorbeeld hier op donderdagen, maar als ik er een keer niet ben, laat ik dat weten aan mijn groep. Dan kan iemand anders de plek gebruiken.”

Geen pilot bij de ESSB

Terwijl medewerkers bij Econometrie een jaar krijgen om te wennen aan de nieuwe werkwijze, kregen de medewerkers van de Erasmus School of Social and Behavioural Sciences (ESSB) vlak voor de zomer te horen dat ze moesten flexwerken. Op de zestiende verdieping van het Mandeville-gebouw hebben medewerkers binnen een paar weken hun spullen ingepakt en ‘de nieuwe norm’ gevolgd.

Dat de ene faculteit eerst een pilot uitvoert, terwijl de andere binnen enkele weken overstapt naar gedeelde werkplekken, is volgens directeur Marijke Weustink en accountmanager kantoorruimte Arnoud de Jong van de Real Estate and Facilities (REF) een normale gang van zaken. “De behoeften en de fase van elke afdeling zijn verschillend, dus de aanpak is niet altijd hetzelfde”, zegt Weustink.

SG-flexplekken

Lees meer

Flexwerken: het werken van de toekomst of een beklemmend panopticum?

Geen eigen bureau meer en iedere dag andere collega’s om je heen. Het Nieuwe Werken is…

Niet betrokken

Medewerkers worden niet echt betrokken bij het besluit over de indeling van hun faculteit, vertelt onderzoeker en universitair hoofddocent Marjan Gorgievski van de ESSB. Ze wist dat er een werkgroep bezig was geweest met het plan. “Maar ze namen de rest van de faculteit niet bij de hand gedurende het proces”, vervolgt ze.

Toen ESSB-medewerkers hoorden dat ze afscheid moesten nemen van hun vaste werkplekken, kregen ze inspraakdagen. “Mensen konden hun bedenkingen op tegeltjes en posters schrijven, maar het besluit stond eigenlijk al vast”, zegt Gorgievski. “Dus de plannen konden nog maar marginaal worden bijgesteld, zoals het veranderen van een geplande inspiratieruimte in een werkkamer voor promovendi.”

Hoogleraar Economie Bauke Visser had een vergelijkbare ervaring. Zelf zit hij in een werkgroep voor de inrichting van de toekomstige huisvesting van de faculteit in het Tinbergengebouw. “Ik heb het gevoel dat wij in de werkgroep alleen nog maar de plek van de scheidingswandjes mogen kiezen. De rest is al bepaald. We kunnen onze faculteit dus niet zelf inrichten”, zegt hij.

Een werkomgeving inrichten moet je zien als een puzzel leggen, reageert accountmanager De Jong. “De ruimtes moeten afgestemd zijn op het aantal mensen en de functies om effectief te kunnen werken. Per organisatieonderdeel of faculteit kan zelf gekozen worden voor het aantal stilteplekken, en of er al dan niet een reserveringssysteem wordt gebruikt”, vervolgt hij. “En dan is het voor Tinbergen nog eens extra ingewikkeld. Het gebouw is niet flexibel, het is een monument en er zit een vaste structuur in. Daar kunnen we en mogen we niet van afwijken.”

Concept werkt niet voor onderzoekers

Bij alle afdelingen, dus ook later in het Tinbergengebouw, verdeelt REF de ruimte in drie zones: rust, ruis en rumoer. “Voor alle werkzaamheden die je doet, kun je een plekje vinden dat daarbij past. Dus als je gezellig met collega’s wil werken, zit je in de ‘ruis’ of ‘rumoer’. En als je geconcentreerd wil werken, ga je naar een ‘rust’-zone”, licht De Jong toe.

“Dat concept is bedacht voor rijksambtenaren”, reageert hoogleraar Visser. “De activiteiten van een gemiddelde wetenschapper wijken daar nogal van af. Mensen denken misschien dat docenten vooral in de collegezaal staan, maar je moet ons ook zien als onderzoekers, schrijvers en lezers. We hebben een rustige omgeving nodig om te kunnen werken, en dat lukt veel slechter met een gedeelde flexwerkplek.”

Minder binding met de omgeving

Gedeelde werkplekken zijn niet altijd handig, vinden medewerkers. De opstarttijd duurt langer omdat je je elke dag opnieuw moet installeren op een bureau. Aan het einde van de dag kun je je spullen niet meer laten liggen.

Met een flexplek krijg je daarnaast minder binding met je omgeving, zegt Gorgievski. Want de werkplekken mag je niet personaliseren. “En dat vind ik jammer”, zegt ze. “Vroeger had ik een grote poster waarop je kon kleuren, maar nu past hij nergens, dus ik moest hem weggooien.”

flexwerkplekken gedeelde werkplekken bureau spullen illu strooisel_Noa Zonderland
Beeld door: Noa Zonderland

Ook econometrist Wagelmans moet zijn persoonlijke spullen inruimen. Hij bewaart nu zijn familiefoto’s in een gezamenlijke gesloten kast. “De werkplekken zijn misschien wel efficiënter geworden, maar ze voelen ook wat minder warm aan. Ons beroep heeft creativiteit nodig. Onderzoek is niet alleen iets opsporen, maar het gaat ook vaak over nadenken over nieuwe concepten. Daarvoor is het wel belangrijk dat je in een inspirerende omgeving zit.”

Ondanks de regels kun je volgens Weustink de werkplekken nog steeds een beetje personaliseren: “Het klopt dat je geen spijker mag slaan in de muur en je je eigen kunst niet mag meenemen, maar op de EUR hebben we een fantastische kunstcollectie waaruit je iets kunt kiezen om op de werkplek of afdeling op te hangen.”

Opkomst

Wat Wagelmans ook opmerkt, is dat collega’s vaker kiezen om thuis te werken uit angst dat ze geen geschikte plek kunnen vinden op kantoor. En dat moet je als universiteit niet willen, zegt hij. “Een universiteit moet een plek zijn van ontmoeting, van gedachte-uitwisseling. En contact met collega’s is waardevol, want daar komen vaak goede ideeën uit.”

“Ik begrijp de angst”, zegt De Jong. “Maar gezien de bezettingsgraad en het aantal werkplekken op de campus, is de kans dat je geen plek kan vinden binnen jouw faculteit eigenlijk nul. Misschien is de plek waar je normaal zit bezet, maar dan kun je altijd op een andere plek zitten”, licht hij toe.

Sommigen wel blij

Promovendus Nathan Kaye van ESSB is juist blij met zijn nieuwe plek. Als buitenpromovendus had hij geen toegewezen werkplek, laat staan een sleutel van een kamer. “Het was de bedoeling dat ik altijd in de flexruimte werkte. Daardoor had ik het gevoel dat ik er niet echt bij hoorde”, vertelt hij. “Toevallig was een andere promovenda niet vaak op kantoor, dus ik kon bijna altijd op haar plek zitten.”

Na de inspraak van medewerkers heeft de faculteit een ruimte ingericht voor promovendi. “Ook voor buitenpromovendi zoals ik”, zegt Kaye. “Op de dagen dat ik hier ben, deel ik de ruimte met acht mensen. Tot nu toe hebben we meer bureaus dan mensen, dus je hebt altijd een plek”, vertelt hij. “Ik vind het vooral heel prettig dat er een kamer is waar ik bij hoor. Ik krijg er nu ook een sleutel van.”

Lees 7 reacties