Rinus van Schendelen stapte 1971 de Erasmus Universiteit binnen als pas afgestudeerde Amsterdamse politicoloog en zette zijn laatste stappen op de faculteit nog dit jaar, tot zijn 80e verjaardag. Op donderdag 5 september 2024 is hij na een kort ziekbed overleden.
Van Schendelen begon in 1971 als eerste politicoloog bij de faculteit en was verbonden aan de vakgroep bestuurssociologie. Hij promoveerde in 1975 bij prof. Jacques van Doorn op het proefschrift ‘Parlementaire informatie, besluitvorming en vertegenwoordiging’.
Samen met prof. Gerard Scholten en drs. Uri Rosenthal bracht hij in 1977 het boek Openbaar Bestuur: organisatie, beleid en politieke omgeving uit. Dit boek zou in vele jaren uitgroeien tot een toonaangevend boek in de Bestuurskunde.
Gezamenlijk waren zij ook de initiatiefnemers van de opzet voor een politicologische variant ter verbreding van de faculteit. Die ging uiteindelijk in 1978 als studierichting Politicologie van start. Het accent van deze nieuwe richting kwam te liggen op de wereld van beleid en bestuur en werden er belangrijke empirische accenten in de studierichting ingebracht. In 1980 werd Rinus van Schendelen benoemd tot hoogleraar Encyclopaedie der politicologie en in 1981 volgde hij prof. Uri Rosenthal op als voorzitter van de vakgroep Politicologie. De studierichting Politicologie zou niet lang bestaan maar bracht wel een aantal prominente afgestudeerden voort.
Midden jaren tachtig breken turbulente tijden aan voor universitair Nederland. In 1986 wordt vanuit het ministerie van Onderwijs en Wetenschappen de Selectieve Krimp en Groei-operatie opgetuigd, waarbij Politicologie bij de Universiteit Leiden zou worden ondergebracht en Sociologie in Rotterdam. Rinus heeft zich sterk verzet tegen deze uitruil met Leiden. Zijn verzet heeft niet mogen baten en de studierichting werd in 1987 definitief stopgezet. Wel bleef hij de verantwoordelijke voor de basisvoorziening politicologie, met de nieuwe afstudeervariant Politiek en bedrijfsleven die zeer succesvol bleek te zijn. Uiteindelijk studeerden in 1992 de laatsten af. Van Schendelen bleef tot zijn emeritaat verbonden aan de faculteit.
Al die jaren was hij niet alleen op zijn eigen en stevige manier bezig met bestuurlijke aangelegenheden rondom Politicologie in Rotterdam, maar heeft hij zich ook ontwikkeld tot een toonaangevende wetenschapper in de politieke wetenschappen. Zo droeg hij veel bij aan onze kennis van het parlementaire stelsel en was hij een van de grondleggers van het nationaal kiezersonderzoek. Naast zijn vele wetenschappelijke publicaties leverde hij een schier eindeloze reeks bijdragen aan vaktijdschriften en verscheen hij veelvuldig in de media. Die verbondenheid met de praktijk was essentieel voor zijn werk en hij deed dit met verve en overtuiging. Zoals hij in het SoFa-interview aangaf: “De wetenschapsbeoefening van het bestuderen en beschrijven doe ik in de mengvorm die ik ruim veertig jaar heb gepraktiseerd, namelijk met één been in de academische wereld en met mijn andere been in de praktijk. Niet omdat de praktijk kennis genereert, maar de praktijk geeft mij informatie en zet mij aan het denken.”
Hij zette met zijn vele publicaties de toon voor het denken op het voor Nederland nieuwe terrein van public affairs. Hij was daar in een pionier. Ook zag hij al vroeg het belang van Europa in en richtte hij zijn aandacht meer en meer op de Europese Unie. Zo was hij meermalen betrokken bij trainingen voor het Europees concours. Zijn boek uit 2002, Machiavelli in Brussels: the art of lobbying in the EU, groeide uit tot een internationaal standaardwerk. Zijn bijnaam ‘lobbyprofessor’ paste hem daarom als een jas. Voor zijn verdienste voor de public affairs ontving hij in 2017 een Koninklijke onderscheiding, Officier in de Orde van Oranje-Nassau.
Van Schendelen was een gedreven wetenschapper die stond voor zijn zaak. Hij kon stevig zijn mening of advies kenbaar maken maar altijd met als doel de wetenschap en de politieke wetenschap in het bijzonder te verdedigen, in vele roerige bestuurlijke omgevingen.
Als docent heeft hij hele generaties college gegeven en kon dat als geen ander. Met humor en vol met smakelijke anekdotes. Studenten keken uit naar zijn colleges.
Op vele plekken en bij veel verschillende gelegenheden gaf hij advies en deelde hij zijn kennis. Dat is ook terug te lezen in de vele In memoriams die sinds zijn overlijden zijn verschenen, in de media en vanuit maatschappelijke organisaties.
Het overlijden van Rinus van Schendelen doet ons verdriet. We missen in hem een gedreven wetenschapper, een sympathieke collega en een grote bron van kennis.
We wensen zijn vrouw Hedy, zijn dochters, kleinkinderen, familie, vrienden en oud-collega’s veel sterkte met dit grote verlies.
Victor Bekkers
Decaan Erasmus School of Social and Behavioural Sciences
Laura den Dulk
Voorzitter Departement Bestuurskunde & Sociologie