De komst van de genderneutrale toiletten zorgt ervoor dat ook de Erasmus Universiteit vandaag de dag voldoet aan de norm van verlichte en verplichte progressiviteit. Aan het interieur van de wc’s is overigens niets veranderd. De toiletruimtes die vroeger alleen bestemd waren voor de mannelijke studenten hebben nog steeds pisbakken aan de muur en aangezien het mij nog niet gelukt is om staand te plassen en ik ook niet heel veel behoefte heb om geconfronteerd te worden met mannen met hun piemel in hun hand, ga ik nog steeds naar de kant die vroeger alleen bestemd was voor de vrouwelijke helft van de studenten.

Toilet als frontlinie

Begrijp me niet verkeerd ik ben volledig voor gendergelijkheid, maar ik vraag me af waarom de discussie rondom gendergelijkheid zich altijd afspeelt op het toilet. Het toilet is de frontlinie van genderneutraliteit geworden. Waarbij de belangen van vrouwen volledig genegeerd worden. De toiletten zijn sinds het aanpassen van de bordjes smeriger geworden en veel vrouwen gaan op zoek naar een toilet, alleen maar bedoeld voor vrouwen, waar ze niet in de pies van hun voorganger hoeven te zitten, of omdat ze zich niet prettig of onveilig voelen bij de aanwezigheid van mannen op het toilet.

Kul-argument

Als je iets zegt over de noodzaak van genderneutrale toiletten krijg je steevast terug: “Je deelt de wc thuis toch ook!” Dat is een kul-argument. Ten eerste kan ik mijn mannelijke huisgenoten erop wijzen dat ze de bril omhoog moeten doen, op de universiteit is dat ondoenlijk, en zou ik mijzelf onsterfelijk, tot Karen-niveau, belachelijk maken.
Bovendien gaat het niet alleen om de wc zelf, maar vooral om de ruimte daarbuiten. De spiegel waarvoor je je rok nog even rechttrekt of checkt of er niets tussen je tanden zit.
Wat ik me afvraag: “Is er aan het vrouwelijke gedeelte van de studenten gevraagd of zij zitten te wachten op een openbaar gedeeld toilet?” Ik heb de enquête of de box waarin ik mijn mening kon droppen in ieder geval gemist. En het zou ook niet de eerste keer zijn dat er beleid wordt gemaakt waarbij volledig aan de belangen van vrouwen voorbij wordt gegaan.

Vrouwen voelen zich onveilig

Diversiteit betekent ruimte voor iedereen, dus ook voor vrouwen. Het verbaast me dan ook niets dat een aantal vrouwelijke studenten van de Erasmus aan heeft gegeven bezwaar te hebben tegen genderneutrale toiletten, met als gevolg dat de universiteitsraad het voorstel heeft gedaan het aantal genderneutrale toiletten te halveren.

Het voorstel werd niet direct omarmd. Zo stemde raadslid Cagla Altin (Erasmus Alliance) tegen het voorgestelde advies: “Het heeft maanden geduurd voordat het voorstel op tafel lag. Ik vind dat we het aantal all-gendertoiletten niet moeten verminderen. Dat besluit zou de non-binaire en trans-studenten en -medewerkers kunnen kwetsen.”
Dat vrouwen zich onveilig voelen is blijkbaar van ondergeschikt belang voor Altin. En dat het maanden heeft geduurd, is natuurlijk totaal onbelangrijk. Goede beleidsmakers luisteren naar de mensen voor wie het beleid bedoeld is, goede beleidsmakers evalueren hun beleid en sturen bij als dat nodig is, dat is geen schande, dat is juist goed leiderschap.

Oplossing is niet een nieuw toiletconcept

Altin doet de aanname dat de non-binaire en trans-studenten en -medewerkers zich gekwetst zullen voelen, maar zijn zij bij uitstek niet de groep die weet hoe het is om zich onveilig of zelfs bedreigd te voelen? Zou deze groep niet juist uiterst bereid zijn om een gedeelte van de genderneutrale toiletten op te offeren voor hen die behoefte hebben aan een veilige ruimte? Altin zou er dan ook goed aan doen, met de mensen om wie het gaat, om de tafel te gaan en te luisteren naar wat zij willen.

De oplossing van genderongelijkheid ligt niet in het bedenken van een nieuw toiletconcept, maar in een mentaliteitsverandering. In mensen accepteren zoals ze zijn, ongeacht hun gender, ongeacht hoe ze er uit zien, ongeacht wie ze liefhebben. Pas dan stijgen we een stapje op de gelijkheidsladder.

Lees 9 reacties