Maarten Frens, vice-decaan Onderwijs wil het gesprek graag in het in het Onderwijscentrum van het Erasmus MC houden. Om ons heen geroezemoes van studenten die studeren of gewoon lekker bijpraten met elkaar. Frens komt hier graag, altijd al, maar na de aanslag van eind september vorig jaar eigenlijk nog liever. “Het is heerlijk om de studenten hier allemaal samen te zien”, vertelt hij, lopend langs het grote kunstdoek dat hij vorige week officieel opende en dat het deel van het Onderwijscentrum afdekt waar de brand heeft gewoed.
Wat was de aanleiding om het curriculum drastisch om te gooien?
“Kom jij nog wel eens binnen bij een bank? Je regelt toch al je bankzaken online en digitaal? Dat vonden mensen eerst heel onpersoonlijk en het voelde onveilig. Toch is dit precies wat ons te wachten staat in de gezondheidszorg. De zorg gaat de komende decennia enorm veranderen door vergrijzing, bevolkingsgroei, technologische innovaties en personeelstekort. Dat vraagt om andere zorg en andere artsen en dus een andere opleiding.
“De reden dat we dit zijn gaan doen, is dat we er echt met elkaar van overtuigd zijn dat het beroep van arts er over tien jaar zo anders uitziet dan nu. En we vroegen ons af: wat betekent het straks om arts te zijn?”
Ik las in de onderwijsvisie voor de nieuwe opleiding dat men bij de visitatie in 2017 de opleiding een beetje klassiek vond.
“Dat is op zich wel grappig. We hebben te maken met de wet van de remmende voorsprong. We waren de eerste opleiding waar wetenschappers en clinici al in de bachelor samen optrokken. Maar wat toen ontbrak en we nu toevoegen, is meer en beter interprofessionele samenwerking, dus tussen verschillende disciplines, en dat er een grotere maatschappelijke verantwoordelijkheid nodig is bij artsen. Verder moet er meer aandacht komen voor technologische ontwikkelingen. Sinds ChatGPT is dat opeens allemaal heel erg vanzelfsprekend, maar wat we eerder zagen aankomen was dat allerlei technologische ontwikkelingen, zoals kunstmatige intelligentie, de geneeskunde enorm gaan kleuren de komende jaren. Dat zat veel te weinig in het in het huidige curriculum, maar iedere toekomstige arts zal zich daar op een goede manier toe moeten kunnen verhouden.”
Wat is de grootste verandering van het onderwijsprogramma?
“Ja, eigenlijk begint dat bij het toetsen. We gaan programmatisch toetsen, en dat betekent dat je studenten niet meer van het ene tentamen naar het andere laat rennen, waarbij ze steeds een horde nemen en dan zijn ze weer een stukje verder.
“De nieuwe manier van toetsen houdt in dat we vooraf heldere competenties definiëren waarvan je wil dat studenten zich daarop voldoende ontwikkelen. Dus de student maakt wel kennistoetsen maar ze kunnen dan per kennisdomein – via een dashboard – hun vorderingen bijhouden. Nu krijgen studenten nog een cijfer voor hun overall kennis, maar dit wordt specifieker. Je zakt niet voor een toets, maar je kunt zien hoe je er in een bepaald domein – denk aan kennisdomeinen als anatomie en fysiologie, en competenties als samenwerken en klinisch redeneren – voor staat. Uiteraard wordt het wel penibel als die voortgang op een bepaald domein langere tijd achterblijft.
“Overigens kunnen we pas over een paar jaar echt gaan beginnen met alles programmatisch te toetsen, omdat we dan het hele programma af hebben en kunnen zien op welke kennisdomeinen studenten met name extra hulp nodig hebben. Tot die tijd blijven we kennis op de meer klassieke manier toetsen. Voor de soft skills – of ik noem ze liever durable skills – kunnen we al wel vanaf september beginnen met het programmatisch toetsen.”
Durable skills?
“Ja dat zijn vaardigheden die je niet meer afleert, denk aan goed samenwerken. Anders dan bepaalde kennis verouderen die niet. Onder deze vaardigheden reken ik ook: academisch kunnen redeneren, verantwoordelijkheid nemen, feedback geven en ontvangen, dat soort dingen.”
En het onderwijs zelf, gaat dat er anders uitzien?
“We gaan voor een heel groot gedeelte alleen nog maar kleinschalig onderwijs aanbieden in de vorm van casusgestuurd onderwijs (cao). Casusgestuurd onderwijs past heel mooi bij geneeskundeonderwijs, omdat je aan de hand van een concrete casus gaat ontdekken welke onderliggende kennis je nodig hebt om die op een goede manier op te lossen.
Cgo is familie van probleemgestuurd onderwijs (pgo, zoals dat onder andere bij de ESSB en de ESL wordt gegeven, red.), met het verschil dat de docent bij pgo meer een coach is terwijl de cgo-docenten wel degelijk een inhoudelijke rol hebben en biomedische kennis moeten hebben.”
Wat vraagt dit van docenten?
“Ten eerste gaan we werken met een kleinere pool van docenten Er zijn nu zo’n duizend medewerkers van het Erasmus MC betrokken bij het onderwijs. Dit betekent een enorme versnippering. Ik denk dat iedereen het opleiden van studenten als een kerntaak ziet van het Erasmus MC, maar dat het moeilijk is om het een prominente plek te geven in de hectiek van alledag van acute zorg en lopend onderzoek.
“We hoorden dit ook terug van studenten. Ze zien steeds verschillende gezichten en er was niet altijd een goede afstemming over wat studenten wel of niet al moesten kennen en kunnen. Nu gaan we werken in vaste groepen studenten met een vaste groep docenten die per half jaar wisselen.
“We zijn nu aan het aannemen en ik wil het liefst zoveel mogelijk diversiteit in de docenten-pool, qua leeftijd en ervaring maar ook qua achtergrond passend bij een stad als Rotterdam.”
Welke dokter staat er aan ons bed vanaf 2030?
“Er staat een dokter die gaat werken in een heel ander zorglandschap. Als je leest dat we afstevenen op een zorginfarct en één op de drie of vier mensen straks in de zorg moet werken om aan de vraag te voldoen, moet je je zorg anders gaan inrichten en de zorg zo lang mogelijk buiten de muren van de zorginstellingen houden.
“We moeten voor de hele keten van de gezondheidszorg opleiden, niet alleen de medisch specialisten in het ziekenhuis maar juist ook huisartsen, verzorgingshuisartsen, en ggz-artsen. Techniek gaat daarbij helpen. Je kunt nu al lezen in papers in The Lancet dat algoritmes betere diagnoses kunnen stellen dan artsen. Bij het beoordelen van medische beelden was dat al zo.”
Dus je rol als arts wordt ook om de patiënt mee te nemen in deze ontwikkeling.
“Studenten moeten leren problemen op te lossen waarvan het juiste antwoord niet op de achterkant van een blaadje staat, maar waarbij je echt moet nadenken over innovatieve oplossingen. Dat academische, creatieve denken willen we meer stimuleren. Niet dat we nu een stomme opleiding hebben hè. We gaan waar kan ook in de huidige opleiding alles wat we leren al aanbieden.”
En nu moet het er toch over gaan: de aanslag in het Erasmus MC afgelopen september waarbij een docent en collega om het leven kwam en er brand werd gesticht in het Onderwijscentrum waar we nu zitten. Zittend in een chesterfieldbank in het Onderwijscentrum vertelde Frens ongedwongen over de vernieuwingen in de opleiding. Nu kiest hij zijn woorden zorgvuldig.
Welke invloed heeft de aanslag gehad op het proces en de ontwikkeling van het nieuwe programma?
“Het uitvallen van de collega was verschrikkelijk, we misten een belangrijke spil in de ontwikkeling van het programma. Daarna viel nog een naaste collega uit die het project draaide, en dat maakte het nog veel erger. Dus het heeft absoluut een impact gehad. De aanslag heeft natuurlijk het hele Erasmus MC geraakt, maar zeker ook de onderwijssector. We lopen wat achter op de planning, maar tegelijkertijd blijven we het Erasmus MC: we zetten de schouders eronder en gaan verder.”
Kende je de verdachte student Fouad L.?
“Ik kende zijn dossier. Dat is het.”
Heeft de gebeurtenis je blik op de opleiding veranderd?
“Ja en nee. We hebben een aantal studenten waarvan iedereen ziet dat die niet geschikt zijn voor het beroep van arts, behalve de student zelf. Maar we hebben maar heel beperkte instrumenten om op een gegeven moment ook afscheid te nemen van zo’n student. Die discussie loopt al langer. In maart vorig jaar heeft de Raad van State ons in een andere zaak gelijk gegeven; de student was terecht van de opleiding gestuurd. Normaal moet je aantonen dat de patiëntveiligheid direct in gevaar is geweest, maar wij zijn een goede opleiding dus zo ver laten we het nooit komen. Maar iedereen kon op z’n vingers natellen dat dit wel zou gebeuren als deze student arts zou worden. Daar heeft de rechter ons gelijk in gegeven. Die uitspraak gaat ons in de toekomst hopelijk helpen.”