Tijdens de oefening heeft de brandweer een aantal belangrijke doelstellingen. “Brandbestrijding, slachtoffermanagement, slangmanagement en ventilatie van de ruimte”, vertelt Boy de Ronde, brandwacht bij Veiligheidsregio Rotterdam.
'Unieke' oefenplek
Het Tinbergengebouw op de campus is een geschikte locatie voor een oefening. Het gebouw staat leeg om gerenoveerd te worden en het is een hoog gebouw met een speciale bluswaterleiding, wat de oefening ‘uniek’ maakt, weet De Ronde.
De opdracht voor de brandweer is om op de eerste verdieping van Tinbergen de brand te bestrijden en de slachtoffers uit het rokende gebouw te redden. Een oude kantoorkamer op de verdieping is voorafgaand aan de oefening vol rook gezet en er zijn twee dummy’s, slachtofferpoppen, geplaatst om gered te worden.
Brandbestrijding
Bij brandbestrijding in hoge gebouwen wordt het bluswater door de brandweerwagen via een leiding in het gebouw naar de juiste verdieping gepompt. Op die verdieping kunnen de brandweerlieden met een slang water toe- en afvoeren. De druk waarmee het water naar boven gespoten wordt, moet eerst goed worden berekend. “Met een juiste berekening zou het bluswater helemaal de bovenste verdieping kunnen bereiken. De oefening voeren we op de eerste verdieping uit, zodat we met spoed weg kunnen als we worden opgeroepen”, vertelt De Ronde.
Tijdens de training is de juiste commandovoering erg belangrijk; de brandweerlui spreken elkaar met nummers aan, dit is om verwarring met namen te voorkomen. Communicatie en samenwerking zijn heel belangrijk om alles effectief te laten verlopen. Herhalen is ook van belang: ‘Het is fijn om bekend te zijn met de stappen van brandbestrijding.’
Ventilatieplan
Na het bestrijden van een brand blijft er veel rook hangen in het gebouw. De brandweer moet overal waar ze komen de rook zo effectief mogelijk weg krijgen; dit gebeurt door de ramen en deuren op de juiste plekken te openen, zodat de wind de rook kan ontluchten. “Niet alle ramen in dit gebouw kunnen open, dat maakt het ventileren lastig. Om zo effectief mogelijk gebruik te maken van de wind stellen we een ventilatieplan op.”