Dit jaar vieren we trots het 110-jarig bestaan van de Erasmus Universiteit, die in 1973 werd opgericht – dat is precies vijftig jaar geleden. Dit bijzondere jubileumjaar gaat echter aan ons voorbij, omdat in 2013 het honderdjarig bestaan werd gevierd.

Toen werd gewezen naar de oprichting in 1913 van de Economische Hogeschool in Rotterdam, één van de voorgangers. In 2013 leek de keuze voor een eeuwfeest een goed idee, maar nu zitten we ermee, want wie wil op zijn vijftigste 110 jaar worden? Wat ooit goed en logisch leek, is nu vreemd en onlogisch geworden. Bovendien lijkt het zo of de naam ‘Erasmus’ er voor de universiteit eigenlijk niet toe doet.

Het was bijzonder dat in 1973 in Rotterdam een universiteit naar Erasmus werd vernoemd, want universiteiten kregen nooit de naam van een persoon. Je had de Universiteit Leiden, of de Universiteit Utrecht, of die van Amsterdam, maar in Rotterdam werd expliciet níet gekozen voor de naam van de stad, maar van een filosoof die hier in 1466 moet zijn geboren, vlak bij het huidige Erasmusbeeld dat bij de Laurenskerk staat. Ook op de campus zijn de naam en de afbeeldingen van Erasmus overal te vinden. Studenten en medewerkers zijn ‘erasmianen’, maar weinig mensen weten wie Erasmus was en wat zijn denken behelsde.

Wat veel mensen wel kennen is Lof der Zotheid uit 1511, vandaag de dag het meest verkochte en gelezen boek van Erasmus. In dit boek voert Erasmus Dwaasheid op, die een rede houdt over zichzelf. Zij vertelt waarom we de wereld alleen kunnen begrijpen als we bereid zijn de dwaasheden van elkaar en die van onszelf te zien. Elke tijd heeft eigen dogma’s, of overtuigingen die zo ‘waar’ lijken dat kritiek bijna niet meer mogelijk is. Dit is tevens de kracht van modes, dat je hieraan mee moet doen omdat iedereen dat lijkt te doen en je er anders niet bij hoort. Waarna de mode weer verandert en iets heel anders waar of goed wordt gevonden – en om de oude modes wordt gelachen.

In de wetenschap zijn eveneens modes, of opvattingen die zo algemeen worden dat ze bijna niet meer mogen worden bekritiseerd. Lange tijd was het idee dominant dat wetenschap relevant is als onderzoek geld oplevert, nu hoor je wetenschappers vaker zeggen dat onderzoekers activistisch moeten zijn en politieke invloed moeten uitoefenen. Lang was de overtuiging dat de universiteit een vrijplaats was voor het denken, waar alles gezegd en besproken moest kunnen worden, nu hoor je vaker dat zaken niet mogen worden bediscussieerd en woorden niet meer mogen worden gebruikt. Ooit was roken in de collegezaal heel gewoon, nu mag je op de hele campus niet meer roken – en dreigen zelfs bannen op vlees en alcohol.

Erasmus leerde waarom je niet moet meedeinen met de mode van de dag, maar altijd zelf moet blijven nadenken. Want wat op het ene moment absoluut waar lijkt, zal niet veel later dwaas worden gevonden. Ik heb zin om het 110-jarig jubileum te vieren van de Erasmus Universiteit, die vijftig jaar geleden werd opgericht. Het is namelijk goed om de dwaasheid te vieren van de universiteit – en natuurlijk ook de dwaasheden van jezelf.

Ronald van Raak column2-Levien, Pauline

Lees meer

Prestige, door wetenschappers te kopen

Een Wageningse onderzoeker die zijn naam en prestige liet kopen door Saoedi-Arabië…