De geur van warme karamel verspreidt zich door de bomvolle hal van het Theilgebouw. Betoverd door de geur passeren de eerstejaars de stands van studentenverenigingen en sluiten ze aan in de rij voor de stroopwafelkar. De rij zigzagt langs aanstaande salsadansers, aspirant-cursisten Mandarijn en nu nog smal geschouderde roeiers.

Elif (18, uit Turkije) en Andjelija (19, Servië), binnenkort psychologiestudenten, kijken al meer dan tien minuten uit naar de smaak van deze ‘something waffle‘ – ‘we weten de naam niet’. Tijdens het wachten vertellen ze dat aanpassen aan Nederland niet zo moeilijk is als ze hadden verwacht – in ieder geval makkelijker dan het woord stroopwafel onthouden. “Het is makkelijk om met mensen te praten, iedereen is zo ruimdenkend, er zijn zoveel mogelijkheden om uit te gaan en nieuwe vrienden te maken”, legt Andjelija uit. Elif onderbreekt haar idyllische beschrijving en herinnert Andjelija aan haar zoektocht naar een studentenkamer. “Een huis vinden was erg moeilijk en stressvol. Het kostte ons meer dan twee maanden. Begin op tijd”, raadt Elif aan.

Bidden voor een huis

Ariel (International Bacelor Economics and Business Economics, uit Indonesië) kende ook een kamercrisis. Ze kwam eerder deze maand aan in Nederland met slechts één maand gegarandeerd een dak boven haar hoofd. “Vorige week had ik eindelijk een vaste woning. Ik had aan het eind van deze maand dakloos kunnen zijn.” Nu deze stressfactor weg is, neemt Ariel haar tijd om de verschillende studentenorganisaties te leren kennen en springt ze van de Chinese studentenvereniging CSA naar weer een volgende stand om haar contactgegevens achter te laten.

Ariel Leopardi, 18, IBEB (EM) (EM)
Ariel heeft een huis en dus tijd om allerlei studentenorganisaties te leren kennen. Beeld door: Elliot Zepeda

Aangetrokken door de symfonie van verschillende Latijns-Amerikaanse accenten bij de Erasmus Hispanic Cultural Organization, informeert Carla Sanchez, studente Psychologie uit Mexico, naar de verschillende Spaanstalige evenementen die voor dit jaar gepland staan. Na deze vreugdevolle terugkeer naar haar wortels komt de realiteit binnen: ze moet nog een woonplek vinden. “Dat is het moeilijkste op dit moment, ik ben op zoek naar accommodatie en ik kan niets vinden. Ik verblijf voorlopig in een hostel. Ik ben aan het bidden.”

Leonor Lopes, 18; Charlotte Foster, 18; and Carla Sanchez, 21 (EM) (EM)
Leonor (18, International Business Administration), Charlotte en Carla kennen elkaar net. Ze zaten naast elkaar tijdens de presentaties in de Aula. Beeld door: Elliot Zepeda

“Het is makkelijker om toegelaten te worden tot de universiteit dan om woonruimte te vinden”, vat Eunus (18, student Psychologie uit Hong Kong) de huisvestingscrisis in Nederland samen. Eunus had al voor zijn aankomst een woning gevonden, maar hij worstelt nu met het regelen van zijn bankzaken. “Je moet naar het stadhuis voordat je een bankrekening kunt openen, dus ik heb mijn vader overal mee naartoe genomen om met zijn creditcard te kunnen betalen “, klaagt hij terwijl hij de campus verlaat, op weg naar zijn geldschieter.

Eunus 18 psychology – Elliot Zepeda
Eunus op weg naar zijn vader. Beeld door: Elliot Zepeda

Geen fietsen!

Op de informatiemarkt wacht IBA-student Abile zijn Indonesische vrienden op voor de stand van de Chinese Studentenvereniging. Abile heeft onderdak – bij een familielid thuis – dus zijn grootste uitdaging was een geschikte fiets vinden. “Ik woon hier een uur vandaan, dus ik wil niet helemaal op de fiets komen. Daarom heb ik een vouwfiets gekocht die ik in de bus mee kan nemen.” Na zijn aankoop vreesde Abile dat zijn fiets gestolen zou worden. Daarom kocht hij een fietsslot dat twee keer zo duur was als de fiets zelf.

Abile Wiratmaka, 19, IBA (EM)
Abile heeft een vouwfiets gekocht, en een duur fietsslot. Beeld door: Elliot Zepeda

IBEB-studente Charlotte Foster zou haar fiets zelf het liefste opvouwen en opbergen. “Als je over straat loopt is er van alles, overal tegelijk. Er zijn fietsen die supersnel gaan en dan de motoren, de tram, de auto’s… je moet overal om je heen kijken.” Wanneer ze geconfronteerd wordt met de vergelijkbare drukte in de steden waar ze hiervoor woonde (Parijs en Hong Kong), zegt ze: “Ja… maar geen fietsen!”