Alle fracties in de Eerste Kamer stemden dinsdag in met het wetsvoorstel dat de terugkeer van de basisbeurs regelt per 1 september 2023. De beurs is een maandelijkse lening tijdens de nominale duur van je opleiding die wordt kwijtgescholden als je binnen tien jaar je diploma haalt.
Komend collegejaar bedraagt de maandelijkse beurs 110,30 euro voor studenten die bij hun ouders wonen. Studenten die het huis uit zijn krijgen 274,90 euro. Vanwege de hoge inflatie krijgen de uitwonenden daarbovenop 164,30 euro. Die verhoging verdwijnt in september 2024 weer.
Aanvullende beurs
De aanvullende beurs blijft ongeveer even hoog (416 euro per maand), maar meer studenten kunnen hem aanvragen omdat de inkomensgrens voor hun ouders omhooggaat.
Ook de meeste huidige studenten hebben recht op de nieuwe basisbeurs, afhankelijk van hoe lang ze al studeren. Iemand die al twee jaar studeert, heeft twee jaar kunnen lenen en een ov-kaart gebruikt. Die heeft daarom twee jaar minder studiefinanciering.
Vergoeding
Studenten en oud-studenten die onder het leenstelsel vielen, krijgen een financiële vergoeding. Voor ieder jaar (van de nominale studieduur) dat ze onder het leenstelsel vielen, krijgen ze 359 euro.
De basisbeurs werd per september 2015 afgeschaft door het toenmalige kabinet van VVD en PvdA, met steun van D66 en GroenLinks. De opbrengst, honderden miljoenen euro’s per jaar, wilde het kabinet investeren in het hoger onderwijs.