‘We hebben altijd het imago van boze vegans die schelden op niet-vegans’

Afgelopen vrijdag kwamen twintig studenten bijeen in het Theilgebouw om te praten over de ambitie van het College van Bestuur om de hele campus veganistisch te maken. Doel van de bijeenkomst: de reputatie van vegans veranderen én tegenstanders van een veganistische campus aan het woord laten. Daarom was Jan Stoop, universitair hoofddocent Toegepaste economie, uitgenodigd om te vertellen waarom hij vindt dat het eten op de campus veganistisch moet zijn.

Stoop eet al zes jaar veganistisch: “Ik wil helemaal geen vegan zijn. Het is helemaal niet leuk. Kaas is ontzettend lekker. Ik eet het maar wat graag.” Volgens hem is veganisme niet zozeer een besluit, maar een conclusie. De sociale omgeving is het lastigste aan veganisme: “We hebben altijd het imago van boze vegans die schelden op mensen die niet vegan zijn.”

Stoops argumenten voor veganisme hebben vooral te maken met dierenwelzijn en zijn gebaseerd op drie veronderstellingen die tot de conclusie leiden dat de universiteit alleen veganistisch eten moet aanbieden.

De basisveronderstelling is dat de universiteit alleen iets kan bereiken als ze consequent is. Zijn tweede en belangrijkste punt is dat het in het belang van de universiteit – en van ons allemaal – is dat onnodig lijden zoveel mogelijk wordt beperkt. Daarnaast komt Stoop met het marginale geval, een term van de filosoof Peter Singer die de morele status van niet-menselijke dieren beschrijft. Dieren hebben net als mensen hersenen en zenuwen waardoor ze kunnen lijden en pijn kunnen voelen. Daarom heeft de universiteit volgens hem terecht besloten om het lijden van dieren zoveel mogelijk te beperken door een geheel veganistische campus te worden.

Het publiek deed enthousiast mee. Sommige aanwezigen wezen erop dat een groeiende populariteit van veganistisch eten ook problemen zoals ontbossing, uitstoot door import of lage betaling van buitenlandse boeren met zich meebrengt.

Oorspronkelijk zou er een debat plaatsvinden tussen Jan Stoop en bestuurskundestudent Nawin Ramcharan over de veganistische campus, maar Ramcharan moest op het laatste moment afzeggen. Een debat kwam daardoor niet echt van de grond. De meeste aanwezige studenten waren voorstander van een veganistische campus. De studenten spraken bovendien de hoop uit dat de EUR het actief promoten van veganisme buiten de muren van de universiteit ook als een belangrijke taak gaat zien.