Waar komt zo’n uitbarsting van geweld en vernielingen ineens vandaan?
“Natuurlijk waren de recente bestormingen van overheidsgebouwen in de Verenigde Staten en Brazilië een inspiratiebron. De directe aanleiding was dat het economisch heel erg slecht gaat met Suriname. De middenklasse en de volksklasse hebben het heel moeilijk. Dat komt voor een deel omdat de meeste producten in Suriname worden geïmporteerd. Dus als de prijzen buiten Suriname hard stijgen, gebeurt dat in Suriname ook, terwijl de inkomens laag blijven. Surinaamse vrienden van me zijn wanhopig. Sommigen hebben steeds minder tanden in hun mond, omdat ze geen geld hebben voor gezond eten.”
Alex van Stipriaan is emeritus hoogleraar Caribische geschiedenis bij de Erasmus School of History, Culture and Communication. Hij publiceerde verschillende boeken over de cultuur van de marrons, de geschiedenis van de Surinaamse diaspora en het Nederlandse slavernijverleden.
Hoe heeft het zo mis kunnen gaan?
“Nou, dit was te voorspellen. De vorige regering-Bouterse is hele grote leningen aangegaan, zonder de zekerheid dat die terugbetaald konden worden. Toen de regering van president Santokhi het in 2020 overnam, startte die met een lege schatkist en heel veel buitenlandse schulden. De looptijd daarvan verstreek en dat moet allemaal terugbetaald worden. Dus je wist al meteen dat de nieuwe regering hele grote economische problemen zou krijgen. Om de verkiezingen te winnen had Santokhi natuurlijk allemaal mooie beloftes gedaan. Logisch als verkiezingsretoriek, maar niet handig als je weet dat je daarna hele onpopulaire maatregelen moet nemen.”
Waarom lukt het Santokhi niet om iets aan die schulden te doen?
“Als hij meteen na de verkiezingen begonnen was, was het misschien wel gelukt. Dan was dat nog een beetje het zuur van de vorige president geweest. Dan kun je daarna vrij snel gaan opbouwen. Maar dat heeft hij niet gedaan en dat is echt heel dom geweest.
“Het tweede probleem is dat hij allerlei vrienden en familie benoemd heeft, zonder dat je daarvan kunt zeggen dat zij de juiste persoon op de juiste plaats zijn. Hij verdedigt dat met: ik kan niet veel mensen vertrouwen, alleen mijn inner circle. Dat is gewoon de oude politiek waar veel mensen heel cynisch over zijn.”

Tijdens de protesten zijn specifiek Chinese ondernemers en winkeliers aangevallen. Hoe komt dat?
“Er zijn twee groepen Chinezen in Suriname. De ‘oude’ Chinezen die er al sinds de negentiende eeuw zijn. Die behoren voor een belangrijk deel tot de middenklasse en hoger. Daar richtte het protest zich niet tegen. Daarnaast zijn er de ‘nieuwe’ Chinezen, die in de afgelopen 25 jaar uit China zijn gekomen. Ze werken dag en nacht voor heel weinig loon. Veel Surinamers hebben het gevoel dat ze daardoor uit de markt geprijsd worden. En bovendien hebben deze Chinezen inmiddels bijna alle supermarkten in Suriname in handen. Dus de Surinamers zijn aan de ene kant van ze afhankelijk voor de boodschappen, en aan de andere kant hebben sommigen het gevoel dat ze hun werk afpakken. Dat heeft geleid tot ressentiment.”
Na Bouterse heeft Santokhi de banden met Nederland weer aangetrokken. Is dat eigenlijk wel een goed idee voor Suriname, om Nederland weer op te zoeken?
“Dat is een koloniaal denken dat nog steeds sterk aanwezig is in Suriname. Als het slecht gaat met de economie, is het eerste wat je in Paramaribo hoort: ‘De koers is nu één op zoveel.’ Iedereen heeft het over de wisselkoers ten opzichte van de euro. Dat is heel tekenend. Want welke Nederlander weet precies wat de koers is van de euro ten opzichte van de US dollar of de Chinese renminbi? Dat geeft aan hoe gigantisch afhankelijk Suriname is van het buitenland.
“Dat is natuurlijk al de hele geschiedenis van Suriname het geval. Toen Suriname een kolonie was, bepaalde Nederland dat alle grondstoffen uit de kolonie bestemd waren voor Nederland. Alle producten die Suriname nodig had, moesten uit Nederland komen. Van kaas tot spijkers, van touw tot kleding, noem maar op, alles werd geïmporteerd. En voor de rest was Suriname een werkplaats voor de Nederlandse economie, voor tropische producten als koffie, suiker, cacao en katoen. Eigenlijk is dat nooit echt veranderd. Nu is het goud is waar de export op drijft.
”De hoop is nu dat Suriname binnenkort verdient aan olie, want voor de kust is veel olie gevonden. Maar de exploitatie daarvan loopt vertraging op, onder andere omdat er nog steeds onderhandeld wordt over welk aandeel van de opbrengst Suriname krijgt. Daarover is grote ontevredenheid onder Surinamers, want dat aandeel komt neer op slechts zo’n 15 procent. Er wordt verder heel weinig geproduceerd in Suriname. En dat is een slag die het land wel zou moeten maken.”
Waarom lukt het niet om meer te produceren?
“Dat is een complexe vraag. Onder andere omdat een aantal mensen met macht juist verdient aan de import, en een aantal mensen in de bureaucratie alleen maar baat heeft bij het behoud van hun positie, en daarmee het behoud van de economische status quo. Dat hang weer samen met het sterke cliëntelisme, het systeem waarbij mensen in de overheid baantjes geven aan mensen die hen steunen of op hen stemmen. Al die baantjes zijn bij de overheid, dus dan ben je weer ambtenaar en produceer je niks.”
Is zo’n systeem van cliëntelisme te doorbreken?
“Ja, dat is te doorbreken. Bijvoorbeeld door het ambtenarenapparaat terug te brengen. Dat is nu waanzinnig groot, iets van 40 procent van de beroepsbevolking. Daarvoor moet je de economie omvormen van consumeren naar produceren, want dan zijn Surinamers niet meer afhankelijk van bestuurders voor hun inkomen, maar van productie. Maar dat is een lange weg hoor, want om productie op te kunnen zetten heb je toestemming nodig van bestuurders. Dus die moet je te vriend houden.”
Is er nog een rol voor Nederland in Suriname of moet Nederland zich er vooral niet mee bemoeien?
“Ik denk dat Nederland zich zo min mogelijk met Suriname moet bemoeien. Alleen is dat erg lastig omdat er een grote Surinaams gemeenschap is in Nederland. Daar houdt de Nederlandse regering wel rekening mee. En Nederland heeft natuurlijk ook – morele plicht is misschien een groot woord – wel wat goed te maken. Dus Nederland zal zich niet zo makkelijk terugtrekken.”
Is dat verstandig voor Suriname zelf?
“Het zou niet verkeerd zijn als Suriname meer naar andere partners kijkt. Dat heeft Suriname ook wel gedaan, hoor. Al in de jaren tachtig, toen de relatie met Nederland heel slecht was, is er bijvoorbeeld naar België gekeken. Suriname is lid geworden van de CARICOM, de gemeenschap van Caribische landen en de relaties met Brazilië zijn aangehaald. Het zou ook niet verkeerd zijn als er meer relaties komen met China, met India, met Indonesië, ook omdat veel mensen uit die landen in Suriname wonen.”
Hoe gaat het nu verder na deze rellen?
“Het politieke geheugen in Suriname is nooit erg van de lange termijn. Bouterse verloor drie jaar geleden de verkiezingen en het zou mij totaal niet verbazen als hij over twee jaar de verkiezingen weer wint. Er zijn ook jongeren die zich opwerpen als leiders van de onvrede, maar die zie ik nog geen grote rol spelen. Ik denk dat het nog heel lang treurig blijft. Al was het maar alle leningen moeten worden terugbetaald. Er zal heel hard bezuinigd moeten worden en dan komt dus een heel groot deel van het ambtenarenapparaat op straat te staan. En dat zal op den duur de economie misschien helpen, maar op de korte termijn zal dat voor nog meer armoede zorgen. De onvrede neemt toe en dat zal de roep om Bouterse versterken.”