Rotterdam houdt zich vast aan het advies van Minister Carola Schouten van Armoedebestrijding, schrijft wethouder Enes Yiğit in een brief aan de gemeenteraad. De minister raadt gemeenten aan om studenten uit te sluiten van de toeslag, omdat hun woonsituaties heel verschillend zijn. Lang niet iedere student zou daarom recht hebben op de energietoeslag.
Bovendien krijgt de gemeente volgens Yiğit niet genoeg geld van het Rijk om studenten de energietoeslag toe te kennen. Het zou de gemeente zo’n 26 miljoen euro kosten als de twintigduizend uitwonende studenten de toeslag wel zouden ontvangen. “Het college heeft niet te middelen (een deel) van deze kosten te dragen”, schrijft Yiğit.
Tegen advies in
Het besluit van de wethouder gaat in tegen het advies van de Algemene Bezwaarschriftencommissie (ABC). De ABC adviseerde afgelopen november de bezwaarschriften van de Rotterdamse studenten wel gegrond te verklaren.
In die aanbeveling verwees de ABC onder meer naar de uitspraak van de rechtbank Gelderland vorig jaar. De rechtbank oordeelde dat een student, die in beroep was gegaan, recht had op de energietoeslag. Onlangs won een student in Amsterdam ook een rechtszaak om de toeslag.
De wethouder sluit niet uit dat een Rotterdamse student zo’n rechtszaak ook gaat winnen. Dat zou de gemeente ‘een sterkere grond’ geven om bij het Rijk aan te kloppen voor meer geld, schrijf hij.

Hoop
De uitspraken van de rechters geven rechten- en bedrijfskundestudent Rogier Fransen (21) hoop. Vorig jaar augustus diende hij een bezwaarschrift in bij de gemeente Rotterdam, deze maand werd dat afgewezen. Daarom is hij nu bezig met het schrijven van een beroepsschrift, wat hij zal delen met andere studenten via zijn website. “Ik denk dat we heel veel kans maken”, zegt hij.
Dat denkt GroenLinks-raadslid en rechtenstudent Mina Morkoç ook. In de Rotterdamse gemeenteraad pleit zij er al een jaar voor dat studenten de energietoeslag krijgen. “Het zou niet zo ver moeten komen, maar ik verwacht dat studenten in de rechtszaal gewoon gelijk krijgen, zoals dat in Amsterdam en Nijmegen al is gebeurd”, zegt ze. “Studenten worden onterecht uitgesloten. Dat rechter zegt dat, de ABC zegt dat.”
Lobbyen
Morkoç begrijpt de financiële overwegingen van de gemeente wel, maar ziet een grotere verantwoordelijkheid van de gemeente. “De gemeente heeft meer gewicht nodig om bij het Rijk aan te kunnen kloppen voor geld, maar dat vind ik geen goed argument om studenten uit te sluiten”, zegt ze. “Nu wordt het probleem namelijk op hen afgeschoven.” Ze zou daarom graag zien dat de gemeente zo snel mogelijk budget vrij maakt voor studenten en harder gaat lobbyen bij het Rijk voor meer middelen.
Voor nu verwijst de gemeente studenten met geldproblemen naar de individuele bijzondere bijstand. Hierbij wordt op basis van de persoonlijke situatie van de student berekend hoeveel geld die krijgt. Bij de berekening gaat de gemeente ervanuit dat iedere student minstens een inkomen van 932,97 euro heeft, het maximale leenbedrag. Daardoor komen weinig studenten in aanmerking voor de bijstand. Inmiddels hebben dertig studenten een aanvraag hiervoor ingediend, laat een woordvoerder van de gemeente weten.
Wachten op de rechter
Student Rogier zal nog een aantal maanden moeten wachten voordat hij de uitspraak van de rechter krijgt. Hij vindt het ‘vervelend en teleurstellend’ dat het hele proces zo lang duurt. “Ik begrijp dat de gemeente geld nodig heeft”, zegt hij. “Maar aan de andere kant denk ik: als je ziet dat het beleid in Nijmegen en Amsterdam niet standhoudt, geef dan gewoon toe dat het niet werkt. Nu zit de gemeente de uitspraak van de rechter af te wachten.”