Met EM publiceerden nog twintig hogeronderwijsmedia begin oktober een enquête over hoe medewerkers en studenten diversiteit en inclusiviteit ervaren op hun universiteit. 381 studenten en medewerkers hebben de moeite genomen om ook de open vragen in te vullen. Deze vier punten vielen op.
Voorzichtigheid geboden
Medewerkers en studenten zeggen voorzichtiger te zijn dan eerdere jaren. Op de vraag ‘in welk opzicht ben jij je anders gaan gedragen’ is het meest gegeven antwoord een variant van ‘ik let beter op mijn woorden’. De angst om iets ‘verkeerds’ te zeggen en een harde reactie te krijgen, houdt medewerkers en studenten bezig. Een medewerker zegt bij de Erasmus Universiteit weg te gaan omdat ‘je keihard wordt gecanceld als je kritische vragen stelt over de diversity and inclusion-agenda’. Een student schrijft bang te zijn om in colleges vragen te stellen. “Als je een ‘domme vraag’ stelt aan een docent, krijg je vaak een reactie die richt is op iemand sekse of etniciteit, alsof dat de oorzaak is van de ‘domme vraag’. Dat soort reacties vermijd ik liever en dus zeg ik vrij weinig.” Niet altijd zijn het directe reacties die ervoor zorgen dat mensen zich minder durven te uiten. “Ik ervaar veel microagressie als ik culturele hoofddeksels of zwarte haarstijlen als cornrows draag”, schrijft een student. “Dit ervaren veel mensen van kleur. Je wordt dan anders behandeld door tutoren, docenten en studenten. Mensen kijken je gek aan en geven je het gevoel dat je hier niet hoort. Ik ben dus gestopt met dit soort haarstijlen.”
Giftig
“Op de universiteit heerst een giftige cultuur waar je de mond gesnoerd wordt als je onderwerpen bespreekbaar wil maken. Dit ervaar ik van ‘onze eigen lhbti+-gemeenschap’ en van de rest van de studenten. Je mond wordt gesnoerd, je wordt gepest of gekleineerd. Ik houd dus steeds vaker mijn mond, ook als het onderwerpen die mijn seksualiteit, mijn geslacht en mijn genderexpressie aangaan.”
Cancellen
“De angst voor cancellen is groot. Net als ik begrijpen veel studenten dat we minderheden jarenlang verkeerd behandeld hebben, maar het huidige beleid slaat door. Bij verschillende sollicitaties werd mij verteld dat ik ‘niet divers genoeg ben’ als heteroseksuele, witte man, bijvoorbeeld voor verschillende honours-groepen. Veel medestudenten vinden ook dat het doorslaat, maar we durven ons niet uit te spreken, omdat het slecht kan zijn voor onze carrières. Ik houd mijn mening dus tegenwoordig voor mij en durf ook niet alles meer te zeggen in college.”
Geen woorden, maar daden
‘Geen woorden, maar daden’, ‘niet lullen, maar poetsen’, ‘actie is nodig’, dat schrijven veel medewerkers. Hoewel de Erasmus Universiteit een permanent diversity office heeft met een eigen budget en kantoor, is het effect niet voor iedereen helder. “Het is mij totaal niet duidelijk wat Erasmus precies doet aan het verbeteren van de diversiteit en inclusie. Ik heb college van één vrouw en van niemand van kleur, dus ik zie de diversiteit niet terug”, schrijft een student in de enquête. Symbolen als het regenboogpad worden gezien, maar voelen voor veel studenten en medewerkers als symboolpolitiek. “Het is tijd dat dit instituut echt serieus aan de slag gaat met dit thema en actief werknemers gaat werven uit ondervertegenwoordigde groepen, bijvoorbeeld mensen met een migratieachtergrond. Het diversiteitscircus spelen met overgeprivilegieerde studenten en docenten is gewoon hypocriet.”
‘Welkom studenten’
“Ik vind een regenboogzebrapad leuk, maar je hebt er als queer persoon niet iets aan. Voornaamwoorden bij het voorstellen, genderneutrale toiletten, geen ‘welkom dames en heren’ maar ‘welkom studenten’ zijn voorbeelden waar queer personen wel wat aan hebben. Dat helpt allemaal wel om mensen zich veiliger te laten voelen.”
Onzichtbare groepen
“Zichtbare symbolische steun hielp een paar jaar geleden om onderwerpen bespreekbaar te maken. Nu worden die symbolen door veel mensen niet meer als statement gezien, maar als een gewoon onderdeel van de omgeving. De EUR focust nu heel erg op symboliek en zichtbare doelen, zoals het aannemen van meer cis vrouwen. Veel andere groepen en ook zeker onzichtbare groepen, zoals mensen met een beperking, krijgen geen of weinig aandacht (of hulp!) op deze universiteit. Ik probeer zelf te verbergen dat ik het syndroom van Asperger heb, omdat ik merk dat mensen op mij neerkijken en mij zelfs buitensluiten.”
Diversiteit is meer dan gender, maar seksisme hasn’t left the building
De nadruk ligt te vaak alleen op genderdiversiteit, vinden veel reageerders. Meer aandacht voor andere aspecten is nodig, schrijven zij. Bijvoorbeeld voor mensen met een migratieachtergrond, die geen hetero zijn, met verschillende economische achtergronden, met een functiebeperking (mentaal en fysiek) en mensen die transgender zijn. Dat moet volgens veel reageerders een prioriteit worden zodat ook die studenten en medewerkers zich vrijer kunnen bewegen. Een student vertelt dat hij zich voordeed als hetero bij studiegenoten, omdat zij zoveel kwetsende opmerkingen maakten over homo’s. Een andere student vertelde hoe ze racisme meemaakte op haar allereerste dag hier. Toen ze bij een lunchtafel wilde aanschuiven, kreeg ze de opmerking: “Je kan beter aan een andere tafel zitten. De Marokkanen zitten dáár.” En al vinden veel mensen dat de aandacht iets minder mag liggen op genderdiversiteit, er zijn ook veel voorbeelden van seksisme in gestuurd. Ondanks de jarenlange aandacht voor meer vrouwelijke hoogleraren heeft het seksisme de universiteit nog niet verlaten. “De autoriteit van vrouwen in mijn afdeling wordt constant ondermijnd”, schrijft een medewerker. “Er zijn maar weinig vrouwen op vaste posities en de vrouwen die er zijn, zijn er vaak maar een dag in de week. Zo verandert de harde werkcultuur niet.”
Fluiten
“In mijn eerste studiejaar zei de docent dat je moest fluiten als een mooi meisje te laat bij college komt. Het was een groot studiejaar, maar vrouwen waren in de minderheid. Toen een meisje een paar lessen later te laat binnenkwam, werd ze door alle jongens nagefloten. Alle vrouwelijke studenten waren daarna als de dood om te laat komen. Een oudere docent moedigde honderden jongens aan om 17- of 18-jarige meisjes na te fluiten. Ik heb een klacht ingediend bij mijn mentor en later navraag gedaan: een jaar later gebeurde het niet meer.”
Deugniet
“Bij sommige medische afdelingen heerst zo’n mannencultuur, dat mannelijke specialisten aan jonge vrouwelijke artsen in opleiding en aan coassistenten advies geven over ‘een leuke man zoeken en kinderen krijgen’. De voorkeur gaat vaak uit naar mannen bij sollicitaties, maar toen een vrouwelijke arts in opleiding werd aangenomen zeiden ze hardop tegen elkaar: ‘Omdat ze zo’n leuke deugniet is’.”
Tel ik nog mee? Het is toch al fijn?
“Het is toch al heel fijn op deze universiteit?” Dat geven sommige studenten en medewerkers ook aan. “Voor mijn gevoel doet iedereen zijn ding en mag iedereen dit ook vrij doen. Volgens mij biedt de universiteit genoeg ruimte en vrijheid aan iedereen om zichzelf te zijn. Ik hecht veel waarde aan die vrijheid.” Veel van deze respondenten vinden de discussie over diversiteit polariserend werken, omdat ‘je verschillen van mensen benadrukt’. “Ook wordt geen enkele kritiek getolereerd. Grappig genoeg gaan we zo toe naar uitsluiting in plaats van insluiting.” Is de universiteit wel de plek voor discussies over diversiteit, vragen sommige studenten zich af. “Onderwijs zou de prioriteit moeten zijn!”, schrijft een student.
Academisch eerst
“De continue focus op inclusie en diversiteit gaat ten koste van het academisch onderwijs. Vooropgesteld: iedereen moet zich veilig voelen op de universiteit en racisme moet absoluut worden uitgebannen. Dat gezegd hebbende onderbouw ik mijn stelling als volgt: een universiteit is in mijn ogen een academische instelling die is gebaseerd op wetenschap. Te allen tijde moet de wetenschap leidend zijn in hetgeen gedoceerd wordt. Door zo bijzonder veel te focussen op dingen zoals ‘pronouns’, voel ik mij niet op mijn gemak. De overgrote meerderheid hoeft zich niet te conformeren aan de minderheid en een universiteit hoort geen politieke standpunten in te nemen. Het gebruik van genderneutrale taal of toiletten wist mijn vrouw-zijn uit.”
Minder
“Even wat minder aandacht voor diversiteit en inclusie zou fijn zijn. Ik voel mij als blanke vrouw door dit beleid nu minder betrokken bij de universiteit, omdat ik geen onderdeel ben van een minderheidsgroep. Dit geeft mij het gevoel dat ik binnen de universiteit geen kans heb om mij verder te ontwikkelen, want ze zoeken steeds ‘diverse achtergronden’ voor vacatures.”
De macht van de slachtofferrol. De heersing van aanstellerites. Dat zijn epidemieën waar we last van hebben. Dit gepaard met een gigantisch egoïsme en hoogmoed voor het eigen bewustzijn. Ik wil hierbij mijn eigen organisatie binnen de unie om mensen gewoon te zeggen dat ze gewoon normaal kunnen doen en niet zo aan moeten stellen.
Spreek me alsjeblieft aan als ik op de uni ben, ik ga graag in gesprek. Ik kom deze mensen nou nooit tegen. Misschien is dat gewoon een goed idee. Ruimte creëren waar we gewoon het gesprek aan kunnen in plaats van “safespace”.
De macht van de slachtofferrol. De heersing van aanstellerites. Dat zijn epidemieën waar we last van hebben. Dit gepaard met een gigantisch egoïsme en hoogmoed voor het eigen bewustzijn. Ik wil hierbij mijn eigen organisatie binnen de unie om mensen gewoon te zeggen dat ze gewoon normaal kunnen doen en niet zo aan moeten stellen.
Spreek me alsjeblieft aan als ik op de uni ben, ik ga graag in gesprek. Ik kom deze mensen nou nooit tegen. Misschien is dat gewoon een goed idee. Ruimte creëren waar we gewoon het gesprek aan kunnen in plaats van “safespace”. Ik heb het gevoel dat er rekening of juist geen met onzichtbare studenten word gehouden. Creëer een evenement waarin we elkaar leren ontmoeten. contact met elkaar. Elkaar leren kennen en leren respecteren. Daarmee bereiken we echt iets.
Grappig genoeg gaan we zo toe naar uitsluiting in plaats van insluiting.
Wat is hier nou grappig aan? Ik zie er de humor niet van in.
Kunnen we niet gewoon tot aan de puberteit kind zijn en daarna tot het heengaan, mens en collega van elkaar op de werkvloer?
Wellicht is onderscheid maken een eigenschap die geen mens vreemd is.
Reageren niet meer mogelijk.