Wat vind jij van het nieuwe regenboogpad, de discussie over voornaamwoorden en het ‘dekoloniseren’ van het onderwijs? We zijn benieuwd naar jouw mening over diversiteit en inclusie. EM doet mee aan een landelijke enquête onder studenten en medewerkers van hogescholen en universiteiten.
Ben je student? Vul dan hier de enquête in.
Ben je medewerker? Vul dan hier de enquête in.
Abdessamad Bouabid, criminoloog en universitair docent bij de Erasmus School of Law
“Als mensen bij mij thuiskomen is het mijn verantwoordelijkheid om ze zich thuis te laten voelen. Ik vind gastvrijheid als waarde heel belangrijk, ook op een universiteit. Je kunt nooit 100 procent inclusief zijn, maar je moet het wel pogen.
“Er zijn twee zaken die het bevorderen van diversiteit en inclusie moeilijker maken: allereerst weten we niet waar we het over hebben. Het zijn brede begrippen. Het maatschappelijke discours is het tweede punt. Vanaf de jaren tachtig is er een beweging naar rechts gekomen: er kwam minder oog voor diversiteit en voor iedereen die buiten de norm valt. Vanaf 2010 geven bewegingen als MeToo en tegen Zwarte Piet sociaal zwakkeren de ruimte om mee te doen in het discours. Die stemmen staan nu tegenover elkaar. Dat is het speelveld waarin de universiteit zich bevindt.
“Hoe wordt een universiteit diverser? Meer onderzoek is nodig. Al moet je soms iets ondernemen zonder de impact te meten. Niet alles is te meten.”
Inga Hoever, universitair hoofddocent en associate dean of Diversity and Inclusion bij de Rotterdam School of Management
“Gezien mijn functie zal het je niet verbazen dat mijn antwoord ‘ja’ is. Om meerdere redenen: je wil als werkgever medewerkers het gevoel geven dat ze hier thuishoren en zichzelf mogen zijn, en dat is volgens mij inclusie. Ten tweede moeten we als onderwijsinstelling een omgeving zijn waar heel veel verschillende mensen kunnen leren. Daarvoor moeten we buiten onze comfortzone durven stappen, experimenteren en fouten maken, en daar vervolgens van leren. Dat kan alleen als medewerkers zich thuis voelen. Ten derde creëren wij als universiteit kennis. Het produceren van die kennis gaat beter als ons personeelsbestand diverser is. Als we vijf mensen bij elkaar zetten, dan zouden dat geen ‘kloontjes’ van elkaar moeten zijn, maar allemaal verschillende mensen die hun eigen perspectieven meenemen. Het onderzoek daarover is duidelijk: er is een klein, maar significant positief effect op de creativiteit en innovatiekracht van teams, naarmate ze diverser zijn. Maar dit gebeurt vooral als diversiteit gecombineerd wordt met inclusief gedrag.
“De laatste jaren zie je dit thema steeds vaker op de agenda staan op de universiteit. Die erkenning op zich is heel belangrijk. Maar er is absoluut nog ruimte voor progressie. Zo weten we niet goed hoe divers ons personeelsbestand eigenlijk is, omdat we veel data niet zomaar mogen verzamelen. En we hebben ook niet goed uitgezocht hoe inclusief mensen zich voelen. Ook dat is een belangrijk stukje van de puzzel. Maar data verzamelen op het gebied van diversiteit en inclusie is een ingewikkelde, gevoelige onderneming.”
Arjan Non, econoom en universitair docent bij de Erasmus School of Economics
“Het is goed om na te denken over diversiteit en inclusie. Het is een thema dat speelt. Het is ook belangrijk om goed na te denken voor er beleid gemaakt wordt. Wat kan er gedaan worden? Wat is het gewenste effect? Welk beleid leidt tot dat gewenste effect? Volgens mij verschilt per vakgebied en per vak wat een universiteit kan en moet doen. Economen zijn op hun manier bezig met het in kaart brengen van de effecten van beleid, zoals genderquota. Bij andere studies zal diversiteitsbeleid op een heel andere manier spelen.
“Wat kan een universiteit doen? Veel studenten voelen zich bijvoorbeeld anoniem, die anonimiteit herken ik zelf ook. Studenten voelen zich verloren, maar moet je daar als universiteit iets aan doen? We kunnen ze toch niet verplichten vrienden te maken? Werkgroepen in het eerste jaar delen we willekeurig in, zo leren studenten van verschillende achtergronden elkaar meer kennen. Misschien is dit wel heel goed diversiteitsbeleid.
“Ik vind wel dat er gewaakt moet worden voor polarisatie. Laatst was ik in een klein pand en er was één toilet. Daar stond bij: man/vrouw/genderneutraal. Het kwam op mij over alsof iemand een statement wilde maken. Maar we hebben thuis toch allemaal een genderneutraal toilet? Waarom staat er niet gewoon ‘toilet’ bij? Dan is het voor iedereen goed en duidelijk.”