Rectificatie
In een eerder gepubliceerde versie van dit artikel stond vermeld dat professor Albert Wagelmans (mede-)auteur is van de brief waarin wetenschappers de CSC-beurs bekritiseren. Naar nu blijkt heeft hij de brief als Universiteitsraadslid aangekondigd en doorgestuurd naar het CvB. Zelf had hij niets met de inhoud van de brief te maken. De redactie van EM betreurt het dat Wagelmans is aangesproken op zijn veronderstelde rol in dit verhaal en heeft hem daarvoor haar excuses aangeboden.
In een eerdere versie van dit artikel was ook te lezen dat het universiteitsbestuur het probleem met de CSC-beurs ´erkent´. Dat is te sterk geformuleerd. Het bestuur is op dit moment enkel richtlijnen aan het ontwikkelen voor internationale samenwerking en probeert daarin een afweging te maken hoe ze om wil gaan met de risico’s die daarbij komen kijken. Op basis van deze richtlijnen zegt het College van Bestuur af te gaan wegen wat haar positie is tegenover het CSC-programma.
Volgens de kritische EUR-onderzoekers zijn de voorwaarden (enkel in het Chinees te vinden op de Chinese website van het beursprogramma) voor aanvragen bij het Chinese beursprogramma The China Scholarship Council (CSC) niet te rijmen met de kernwaarden van de universiteit. Dit schrijven ze in een brief aan het College van Bestuur waarvan de ontvangst door universiteitsraadslid Albert Wagelmans (hoogleraar bij ESE) op 17 mei is aangekondigd aan andere universiteitsraadsleden. Wagelmans heeft de brief vervolgens doorgestuurd naar het CvB. De critici hebben de brief niet ondertekend en wensen anoniem te blijven. Wagelmans is zelf niet een van de briefschrijvers.
Aanvragers van de beurs, meestal Chinese promovendi, moeten volgens de voorwaarden trouw zweren aan de Chinese communistische partij, worden ondervraagd over hun politieke ideologie en zijn verplicht om na een onderzoekstraject terug te keren naar China.
“Er is alle reden om te geloven dat pientere jonge academici afkomstig uit onderdrukte groepen nooit een CSC-beurs kunnen aanvragen”, laten de onderzoekers in de brief aan het College van Bestuur weten. Zij zien een conflict met Erasmiaanse waarden als maatschappelijke betrokkenheid, wereldburgerschap, ruimdenkendheid en de doelstelling van de universiteit om ‘positieve maatschappelijke impact’ te bewerkstelligen.
In de brief staat te lezen dat de beurzen ‘betaald worden door een regime dat de waarden en doelstellingen van de universiteit niet deelt’, ‘ondemocratisch is’ en dat ‘individuen en groepen in de samenleving onderdrukt op basis van hun godsdienst, etniciteit of politieke overtuigingen’.
Checklist
In een reactie laat het universiteitsbestuur weten dat het momenteel de richtlijnen voor beurzen en het partnerbeleid herziet. Deze richtlijnen gaan onder andere over de manier waarop EUR-medewerkers samenwerken met buitenlandse universiteiten, onderzoeksinstellingen en bedrijven. De universiteit publiceert in oktober een eerste versie van een checklist op basis waarvan internationale samenwerkingen en beurzen worden beoordeeld.
Het College van Bestuur laat daarnaast weten dat hoewel de universiteit veel waarde hecht aan internationale samenwerking en hierin blijft investeren, ze in de afgelopen jaren in toenemende mate is gewezen op de risico’s die met internationale samenwerkingen gepaard gaan. Daarom volgt de EUR de afspraken van koepelorganisatie van universiteiten (UNL) en het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. UNL en het ministerie hebben een Kader Kennisveiligheid en een Nationale Leidraad Kennisveiligheid gepubliceerd, met daarin richtlijnen die helpen om een zorgvuldige risicoafweging te maken bij internationale samenwerkingen. In de te publiceren checklist neemt de universiteit zowel de Erasmiaanse waarden als kennisveiligheid, internationale ranking, onderwijs en onderzoeksthema’s op.
Koerswijziging
Als de checklist bindend wordt voor universiteitspersoneel, dan is dat de eerste aanzet tot een mogelijk meer kritische houding ten opzichte van onder andere Chinese partners. De EUR werkt sinds 1979 samen met China, toen Rotterdam zusterstad van Shanghai werd. In 1998 werd het Erasmus University China Center opgericht, dat sindsdien het CSC-promovendiprogramma coördineert.
De universiteit ontwikkelt nieuwe richtlijnen in een tijd waarin de banden tussen Nederlandse onderzoeksinstellingen en China onder toenemende druk staan. Zo is de afgelopen twee jaar onthuld dat meerdere onderzoeksinstellingen en universiteiten bewust of onbewust meewerkten aan bedenkelijke onderzoeksdoelstellingen van de Chinese regering. Zo hielpen onderzoekers van de TU Delft het Chinese leger en pleitten hoogleraren van het mensenrechtencentrum van de VU in een door China gefinancierd onderzoek voor een alternatieve visie op mensenrechten.
Ook het Erasmus MC kreeg kritiek nadat twee wetenschappelijke artikelen van een Chinese onderzoeker, die naast een aanstelling in Rotterdam ook werkzaam was voor een Chinese onderzoeksinstelling, werden teruggetrokken omdat in zijn onderzoek voor de Chinese instelling gebruik zou zijn gemaakt van op onethische wijze verkregen DNA-materiaal van Oeigoeren, een groep die zwaar wordt onderdrukt in China.
I wonder if the professor is sure he has the correct interpretation of the CSC terms. And what is his source of information that CSC candidates are questioned about their political ideology? I am unaware of some of the terms he mentioned, even after carefully going through all the CSC documents. I hope he will realize his action will probably lead to some financially disadvantaged students losing their opportunities to study overseas.
Reageren niet meer mogelijk.