Dankzij zijn stage is De Fockert al enigszins gewend aan de commissiezalen van de Tweede Kamer. Daar zal hij het komend jaar veel te vinden zijn, om er bijvoorbeeld op toe te zien wat er precies gebeurt met de basisbeurs.
De Fockert is de enige man in het bestuur. Maar dat maakt hem niet uit, zegt hij enthousiast. “Er was meteen een goede klik en ik heb er zin in!” zegt de 25-jarige student. Samen met voorzitter Terri van der Velden, secretaris Lara Slaats, algemeen bestuurslid Wieb Devilee en penningmeester Melanie Rozengarden neemt hij op 25 juni officieel de verantwoordelijkheden van het huidige bestuur over. Vanaf dat moment vertegenwoordigen zij de belangen van 800.000 studenten in Nederland.
Momenteel is de rossige student en zeilcoach bezig met zijn master International Public Management and Public Policy aan de EUR. Toch woont hij niet in Rotterdam of Den Haag. “Mijn vriendengroep is heel hecht. We kennen elkaar sinds de basisschool in Lunteren, een dorp in Gelderland. We zijn toen samen naar Utrecht verhuisd en ik bleef daar eigenlijk altijd wonen. Dat was wel leuk, zo ontdekte ik Amsterdam eerst en daarna Rotterdam vooral als studentensteden.”
Tegen welke problemen loop jij als student aan?
“Ikzelf merkte vooral tijdens de coronapandemie, toen we tweeënhalf jaar af en aan thuis zaten, dat er onder studenten in mijn directe omgeving psychische problemen waren. Het is echt belangrijk om jezelf te ontplooien, maar dat kon nauwelijks. Persoonlijk ervoer ik ook minder het plaatje wat je van studeren hebt. Het was lastiger om mensen te leren kennen en er was minder te doen. Nu gaat het beter, maar studenten blijven ermee zitten.”
Waarom wilde je graag in het ISO-bestuur?
“Ondanks dat het de afgelopen jaren wat tegenviel door de pandemie, heb ik ook erg genoten van mijn studietijd en daarom leek het me goed als ik iets terug kon doen voor studenten in Nederland. Als ik eind juni begin bij het ISO, studeer ik ook af. Dat wordt dus even hectisch. Maar ik heb er alle vertrouwen in dat ik me meteen volop kan inzetten.”
Je hebt stagegelopen bij consultancybureau Considerati, gespecialiseerd in publiek beleid, heb je hier iets geleerd dat handig is als bestuurslid bij het ISO?
“Ik zou zeggen dat ik daardoor een streepje voor heb als het aankomt op kennis van politiek Den Haag. Ik kwam met mijn studie al vaker in de Haagse commissiezalen en ook bij het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.”
Je gaat je bezighouden met politieke belangenbehartiging, wat houdt dat precies in?
“Ik ga veel overleggen met medezeggenschapsraden van bijvoorbeeld de Erasmus Universiteit. Daarnaast ga ik in gesprek in Den Haag met politici, ministers en politiek assistenten, partijen. Het doel is dat we de belangen van de medezeggenschapsraden overleggen met hen en ze overtuigen met onze argumenten.”
Wat moet er volgend jaar als het aan jou ligt echt bereikt zijn aan het einde van je bestuursjaar?
“Er spelen nu veel zaken, maar de basisbeurs wordt sowieso weer ingevoerd. Ik wil er nauw op toezien dat dat op een manier gebeurt die ook voor studenten goed uitpakt. Ik heb zelf een grotere studieschuld opgebouwd. Dat moet nu anders. In Den Haag zien ze nu wel dat het nodig is om studenten tegemoet te komen, maar wij moeten er wel op toezien dat ze ons perspectief niet uit het oog verliezen. Studenten moeten minder werkdruk voelen.”
