Het nieuws van vandaag: de basisbeurs komt niet alleen beschikbaar voor nieuwe studenten, “maar ook voor studenten die al begonnen zijn aan een studie”. Ze moeten dan nog wel in hun nominale studieduur zitten. Als je bijvoorbeeld dit jaar bent begonnen aan een vierjarige opleiding, dan heb je vanaf september 2023 nog twee jaar recht op een basisbeurs. Zo komt er dus een vloeiende overgang tussen het oude en nieuwe systeem. En over een paar jaar krijg je, na afstuderen, ook een tegemoetkoming voor de tijd dat je zonder basisbeurs hebt gestudeerd (zie verderop in dit artikel).
Terugbetalen
Minister Dijkgraaf deelt zijn afwegingen met de Tweede Kamer en schetst enkele dilemma’s. Er is een beperkt budget van een miljard euro per jaar voor de nieuwe basisbeurs. Daarvan moet hij alles betalen wat hij wil invoeren en veranderen.
De studiefinanciering in het mbo en hoger onderwijs gaan bijvoorbeeld weer op elkaar lijken. Waarom zou je aan mbo’ers dan strengere voorwaarden stellen bij het terugbetalen (binnen 15 jaar) dan aan hbo- en wo-studenten (35 jaar)? Voor 8 miljoen euro per jaar kan hij de mbo’ers ook meer aflostijd geven. Dan gaat de basisbeurs in het hoger onderwijs 2 euro per maand omlaag.
Aanvullende beurs
Ook over de aanvullende beurs heeft hij nagedacht: die blijft maximaal 419 euro per maand, net als in het huidige leenstelsel. Je krijgt hem als je ouders minder dan 34.600 euro per jaar verdienen en je hebt al recht op een deel ervan als hun inkomen onder de 53.900 euro ligt. De minister zou dat kunnen oprekken naar 70.000 euro, maar dat heeft niet zijn voorkeur.
Want die verruiming van de inkomensgrens voor de aanvullende beurs kost ongeveer 108 miljoen euro per jaar en dan zakt de basisbeurs met 20 euro per maand. De middeninkomens hebben sowieso al baat bij de herinvoering van de basisbeurs, overweegt de minister.
Er is trouwens een groep die recht heeft op een aanvullende beurs, maar hem niet aanvraagt. Van die groep heeft 41 procent wél een lening, wat natuurlijk zonde is. Met extra voorlichting wil hij daar iets aan doen. Ook dat kost geld.
Zijn voorkeur
Uiteindelijk wil Dijkgraaf van 1 miljard euro dus een basisbeurs betalen plus enkele bijkomende maatregelen. Heeft de Tweede Kamer een andere voorkeur? Dijkgraaf heeft de opties in een schema gezet, met enkele tientjes meer of minder in de drie alternatieven.
Tegemoetkoming pechstudenten
Maar hoe zit het met de huidige studenten? Wie ten minste één jaar zonder basisbeurs onder het leenstelsel heeft gestudeerd, krijgt volgens de plannen van de minister een tegemoetkoming van 359 euro per jaar, met een maximum van 1.436 euro (oftewel vier studiejaren). Je moet wel binnen tien jaar je diploma hebben behaald.
De eerste vier lichtingen van het leenstelsel zouden ook een studievoucher krijgen van 2.150 euro voor bijscholing. Eerder wilden de coalitiepartijen dat aanpassen: laat studenten kiezen voor nascholing óf een korting op de studieschuld, klonk het.
Maar die keuzemogelijkheid is te ingewikkeld, dus het kabinet wil de vouchers laten vervallen en van de studieschuld aftrekken. Wie géén studieschuld heeft, krijgt het geld vanaf 2025 rechtstreeks op de bankrekening bijgeschreven. Het is alleen wat minder geld.
Het vorige kabinet had 600 miljoen euro gereserveerd, maar snapte heus wel dat sommige studenten die vouchers zouden laten liggen. Niet iedereen zit op bijscholing te wachten. Maar uitbetaling zal iedereen wel fijn vinden. Omdat meer afgestudeerden er gebruik van zullen maken, wordt het bedrag verlaagd naar 1.770 euro.
Als de Kamer akkoord gaat, kunnen de eerste vier lichtingen afgestudeerde pechstudenten dus maximaal 3.206 euro tegemoetzien.
En volgend jaar?
Wie weet nemen veel jongeren in september 2022 een tussenjaar om daarna volledig van de basisbeurs te profiteren. Dat kan tot een dip in de aanmeldingen leiden. Dijkgraaf heeft een idee: je zou de aankomende eerstejaars wat extra geld kunnen geven uit de pot voor de tegemoetkoming. Dat gaat dan wel “ten koste van een groot deel van het budget voor de studenten uit andere studiejaren, omdat het totale budget 1 miljard euro blijft”, waarschuwt hij de Kamerleden.
Teleurgesteld
In een eerste reactie klinkt het Interstedelijk Studenten Overleg teleurgesteld. Over de basisbeurs zegt voorzitter Lisanne de Roos: “Met 91 euro kunnen studenten die thuis wonen nog niet eens hun collegegeld betalen en met een uitwonende beurs van 255 euro blijft er na de studielasten slechts 44 euro per maand over voor boodschappen of huur. Studenten gaan er zeker financieel op vooruit, maar hun problemen en zorgen zullen met de voorgestelde basisbeurs blijven. Het idee dat er een volwaardige basisbeurs zou komen, blijkt een misrekening.”
Ze vindt het ook vreemd dat studenten eerst recht hadden op een voucher van 2.150 euro, maar als iedereen daar een beroep op doet wordt het bedrag opeens een paar honderd euro minder, namelijk 1.770 euro. De compensatie voor pechstudenten is sowieso veel te laag, meent het ISO.