Van de ene op de andere dag moest de moeder van Anna Zhminko (20, Communicatie en media) ook voorzien in het levensonderhoud van haar drie nichten en opa en oma. Haar familie vluchtte halsoverkop van Kyiv naar Oostenrijk.
Voor Zhminko, die afhankelijk is van het inkomen van haar moeder, zijn de gevolgen direct voelbaar. Ze kan de huur van haar kamer in Rotterdam niet meer betalen en misschien kan ze haar studie niet afmaken. Bij haar moeder intrekken is dan de enige optie.
Donaties
Gelukkig zit Zhminko voor de komende drie maanden in ieder geval nog goed. Ze is namelijk een van de eerste dertig studenten die wordt geholpen met een noodfonds dat speciaal in het leven is geroepen na het uitbreken van de oorlog in Oekraïne. Daardoor krijgt ze de komende drie maanden 1000 euro per maand om haar huur en boodschappen te kunnen betalen. Het fonds richt zich op hulp aan studenten die direct financiële problemen ondervinden vanwege de oorlog. Dit kan zijn doordat familieleden schade hebben geleden, hun werk zijn verloren of gevlucht zijn, maar ook vanwege de economische sancties en hyperinflatie.
Het fonds begon met een bijdrage van de universiteit en het Erasmus Trustfonds. Beide instellingen stopten 25.000 euro in de pot. Daarnaast hebben zij een inzamelingsactie opgezet waarmee tot nu toe 39.470 euro is opgehaald. In totaal werd dus 89.470 geschonken aan het fonds, een bedrag dat nog elke dag groeit.
Hoeveel studenten een beroep zullen doen op het noodfonds is nu nog onduidelijk. Renate Buijze, die verantwoordelijk is voor de bestedingen bij het Erasmus Trustfonds licht toe: “Er zijn 88 Oekraïense, 177 Russische en 8 Belarussische studenten. Dat is de doelgroep die we willen ondersteunen met het fonds. Aan dertig van die studenten hebben wij nu een toezegging gedaan. Zij worden de komende drie maanden ondersteund.”
Acute nood
De aanvragen die binnenkomen worden behandeld door de studentendecanen. Studenten moeten een aanvraag indienen met daarin een motivatiebrief en een begroting. Op basis daarvan wordt beoordeeld of het een acute noodsituatie betreft. Studentendecaan Jennifer Doest legt uit: “Daarbij kijken we vooral of een student kan voorzien in zijn of haar eerste levensbehoeften. Kunnen ze nog wel eten kopen en de huur betalen?”
Het geld dat studenten ontvangen betreft een gift, al wordt studenten gevraagd (een deel van) de gift terug te storten op het moment dat ze de financiële hulp niet meer nodig hebben. Zo kunnen uit het noodfonds meer studenten worden geholpen.
Zhminko vond het moeilijk om die motivatiebrief te schrijven. ”Iedereen heeft erg geleden door de oorlog, het voelt nu soms alsof het leed vergelijken wordt.” Volgens Doest maken de verhalen diepe indruk bij de studentendecanen. “Soms zitten er foto’s bij, van ouders op de vlucht en gebombardeerde huizen.”
Zorgen over de toekomst
Zhminko maakt zich zorgen over de toekomst. Omdat Oekraïne geen EU-land is moet zij volgend jaar 7.600 euro aan collegegeld betalen. “Ik heb nog geen idee hoe ik dat ga betalen”, zegt ze.
Buijze verwacht dat het noodfonds niet voldoende is om de kosten voor alle studenten te dekken. “We hopen dat de overheid voor volgend collegejaar met een structurele oplossing komt. We willen nu studenten helpen die in acute nood verkeren, daarvoor zijn we afhankelijk van de donaties van studenten, medewerkers en alumni.”