Op 16 maart vindt de conferentie ‘Social challenges in Sub-Saharan Africa’ plaats, georganiseerd door de Association of Students of African Heritage (ASAH), UNICEF Student Team Rotterdam en Think East. Het evenement gaat over de uitdagingen waarmee het Afrikaanse continent wordt geconfronteerd en studenten kunnen over deze kwesties vragen stellen aan experts. Sprekers zijn onder meer leden van het Centre for African Justice, het ministerie van Buitenlandse Zaken en een beleidsmedewerker Migratie en Vluchtelingen. Tickets vind je hier. De opbrengst gaat naar het UNICEF-project ‘Een veilig thuis, ver van thuis’ dat vluchtelingenkinderen in Oeganda helpt met psychosociale ondersteuning in de vorm van sport en onderwijs.
Gestaag maar traag
De Nederlands-Malawische Talita Dielemans (20) groeide op in Malawi en woonde in de buurlanden Rwanda en Zambia. Ze is voorzitter van de Association for Students of African Heritage en studeert Management of International Social Challenges.
“De vooruitgang in ons land is gestaag, maar traag. Ik denk dat onze hoofdstad Lilongwe het veel beter doet dan voorheen. De aanleg van nieuwe wegen en gebouwen is mogelijk dankzij financiering uit China. Maar in de rest van het land is de infrastructuur niet veel veranderd, evenmin als de sociale problemen. De meeste mensen wonen in dorpen verspreid over het land, wat de toegang tot onderwijs en gezondheidszorg belemmert. Kinderen, zoals mijn neven en nichten, moeten naar een kostschool, maar dat kunnen de meeste gezinnen niet betalen.
“Het is een nachtmerrie voor mijn grootvader om van het platteland naar ons te reizen, zodat we hem naar een goed ziekenhuis kunnen brengen. Tijdens Covid waren er niet eens beademingsapparaten voor ernstig zieke patiënten. Ondertussen was Rwanda een van de eerste landen ter wereld die robots implementeerde in de strijd tegen Covid. Malawi is een van de armste landen ter wereld, maar we kijken hoopvol naar ons buurland Rwanda en andere landen in Afrika.”
Gendergelijkheid
Voor Auguste Ouedraogo (22, Management of International Social Challenges) is Burkina Faso thuis. Toen hij opgroeide, werd hij omringd door armoede, zonder de werkelijke omvang ervan te beseffen. Nu hij de kans heeft gehad om in het buitenland te wonen en te studeren, voelt hij dat het zijn lot is om iets terug te geven aan zijn land.
“Sport en onderwijs zijn belangrijke toegangspoorten om maatschappelijke en economische vraagstukken aan te pakken. We hebben een jonge bevolking die niet over de middelen beschikt om hun toekomst te beïnvloeden. We moeten uitzoeken hoe we ze onderwijs kunnen geven, want hierin schuilt de sleutel tot vooruitgang.
“Op het gebied van gendergelijkheid zakken we bijvoorbeeld terug. Ik verwijs vaak naar de revolutionaire leider van de jaren tachtig, Thomas Sankara. Hij was een van de eerste staatshoofden ter wereld die gendergelijkheid promootte en hij daagde de Burkinabé uit om hun conservatieve opvattingen in twijfel te trekken. Tegenwoordig lachen mijn vrienden me uit als ik dingen zeg als ‘het is geen vrouwentaak om voor mannen te koken’.
“Gelukkig is er wel verbetering op andere fronten. Vroeger bepaalde je levensstandaard of je medische behandeling kreeg of niet, maar er zijn pogingen om dat te veranderen. De laatste keer dat ik thuis was, werd er een nieuw ziekenhuis en een centrum voor de behandeling van kanker gebouwd, zo groot als de campus Woudestein en grotendeels gefinancierd met Chinees geld.”
Armoede begrijpen
Toen Radi Damianov (21) twee jaar oud was, verhuisden hij en zijn ouders van Bulgarije naar Zuid-Afrika. Hij studeert International Business and Economics en hoopt een manier te vinden om kinderen betere kansen op onderwijs te geven.
“Ik denk dat het belangrijk is dat mensen begrijpen wat armoede is in andere landen. In Nederland betekent armoede dat je in een appartement woont in een wijk die nog redelijk veilig is. In Zuid-Afrika betekent het wonen in een huis dat gemaakt is van zinkplaten en hout, zonder goede badkamer of slaapkamer.
“Ik heb vrijwilligerswerk gedaan in weeshuizen in een van de armste wijken van Johannesburg en dat heeft mij echt de ogen geopend. Weeshuizen hebben veel te weinig geld, waardoor er vaak niet genoeg voedsel is, melk wordt aangelengd met water en veel kinderen hebben niet de mogelijkheid om naar school te gaan.
“Daarom is een evenement als dit zo belangrijk. Ik hoop dat studenten leren hoe belangrijk kwesties als armoede, onderwijs en corruptie zijn. En we moeten een manier vinden om deze uitdagingen het hoofd te bieden, een nieuwe start te maken en nieuwe kansen te creëren.”