“Corona heeft een bom gelegd onder de organisatie van de coschappen”, ziet Fop van Kooten, de coördinator van de master Geneeskunde. “De wachttijden voor studenten zijn langer geworden door corona.” De masteropleidingen Geneeskunde in heel Nederland lagen aan het begin van de pandemie tien weken stil, die vertraging werkt nu nog door.

‘Heel goed cohort’

Illustraties EM magazine illustrator
Beeld door: Pauline Wiersema

Bovendien waren er, precies in het jaar dat het eigenlijk niet uitkwam, veel meer studenten die aan hun coschappen wilden beginnen. “Dit is een heel goed cohort, dus er zijn weinig studenten met studievertraging”, vertelt Van Kooten. “Daarnaast namen, door corona, veel minder studenten dan normaal een tussenjaar. En er waren meer recidivisten en instromers dan andere jaren.” Dus er is sprake van een soort boeggolf die tot lange wachttijden leidde.

Begin dit collegejaar klaagden studenten over lange wachttijden voor de coschappen. Sommigen moesten bijna twee jaar wachten voor ze konden beginnen en waren daar boos over. “Terecht, want ik zou ook balen als ik negentig weken moet wachten”, zegt Van Kooten. “We voelen enorm met ze mee. Maar ik snap ook wel dat ze daar niks aan hebben.”

Voor corona moesten studenten vier weken wachten, dit collegejaar is de gemiddelde wachttijd veertien weken. De echte uitschieters zijn gelukkig geholpen, vertelt hij. “Op twee studenten na hoeft niemand nu langer dan een jaar te wachten.”

Hypotheek op volgend jaar

Met twee tijdelijke maatregelen is het gelukt om de wachttijd toch enigszins te beperken. In alle vijf startmomenten kunnen er 84 studenten instromen in plaats van 72. Dat was vorig jaar al zo, maar geldt ook voor de studenten van dit jaar en die van volgend jaar. “Daardoor kunnen we drie jaar lang 420 studenten aan hun coschappen laten beginnen in plaats van 360.”

Daarnaast wordt de last verdeeld: “We nemen een beetje een hypotheek op volgend jaar. We hebben de plekken in het eerste instroommoment die we normaal reserveren voor de studenten die volgend jaar willen beginnen nu vergeven aan studenten die dit jaar lange wachttijd hadden.”

Bijspringen in de kliniek

De coördinator probeert studenten met veel wachttijd ook te helpen. “Terwijl studenten wachten op het begin van hun coschappen kunnen ze werken in de kliniek. Daar worden nu studententeams opgetuigd waarin ze betaald kunnen bijspringen in drukkere periodes. Zo leren ze toch bij terwijl ze wachten. En we wijzen de studenten op de vacaturebank van studievereniging MFVR. Zo proberen we toch wat alternatieven te bieden.”

Zomaar overal extra studenten plaatsen gaat niet, legt Van Kooten uit. Voor corona hadden sommige afdelingen maar weinig capaciteit om coassistenten te begeleiden. “Nu zit het overal behoorlijk vol.” Het personeel in de betrokken ziekenhuizen heeft bovendien een zware tijd achter de rug. “We zitten bijvoorbeeld ook in Brabant, in het Amphia, daar begon de corona-ellende. We zijn er heel erg trots op dat het lukt om de coschappen door te laten gaan in deze periode. Mensen lopen op hun tandvlees. Als we ze overvragen heeft dat uiteindelijk effect op de kwaliteit van de coschappen. Met die balans moeten we rekening houden.”

Illustraties EM magazine illustrator

Lees meer

Anderhalf jaar wachten op je coschappen

De wachttijd voor de coschappen is flink toegenomen. Sommige studenten die dit…

Onmogelijk te voorspellen

Had de opleiding niet kunnen zien aankomen dat de wachttijd zo lang zou zijn? “Dat vragen wij ons natuurlijk ook af. Maar nee, we kunnen onmogelijk voorspellen hoeveel studenten er aan de coschappen willen deelnemen. We weten echt pas na de laatste hertentamens in augustus hoeveel studenten er diezelfde maand nog mee willen doen aan de loting. Hoe lang studenten over hun studie doen, hoeveel recidivisten of latere instromers er zijn, dat verschilt ieder cohort.”

Een werkgroep is aan de slag met ideeën voor structurele veranderingen. Van Kooten verwacht dat langetermijnoplossingen niet nodig zullen zijn. “We denken dat er volgend jaar een dipje komt en het probleem zich vanzelf oplost.” Die werkgroep onderzoekt maatregelen voor als dat tegenvalt, ook met het oog op verbeteringen van het curriculum in de komende jaren. “We willen iets doen aan de opbouw, om zo iets meer flexibiliteit te creëren. Maar het is te voorbarig om daar dieper op in te gaan.”

Vierdaagse werkweek

Een vierdaagse werkweek, een vaak genoemde optie om de coschappen flexibeler te maken, lost in ieder geval niets op. “Dat heeft alleen zin als er vier co’s op een afdeling lopen, dan kun je er een extra student kwijt. Maar er zijn ook veel afdelingen met maar een co-assistent, daar verlies je dan 20 procent van de begeleidingstijd.”

In het Nationaal Programma Onderwijs, het fonds om de gevolgen van de coronacrisis te beperken, is geld beschikbaar om de vertraging bij stageplekken in de geneeskunde te beperken. Maar dat heeft niet zoveel zin, zegt Van Kooten. “Geld is het probleem niet, plek is het probleem. Als er niet genoeg begeleiders zijn, of niet genoeg patiënten om vaardigheden bij te oefenen, leer je niet genoeg.”