
Pedagogische Wetenschappenstudent Marilyn Bongers woont met haar moeder en zusje in Poortugaal, dus de bespaarde reistijd naar de campus vindt ze wel fijn. Vaak zit ze in gezelschap van de hond aan de keukentafel. “Ik probeer wel eens op mijn kamer te zitten, maar ik associeer die ruimte met slapen. Dan val ik na de werkgroep op mijn studieboek in slaap, daarom eindig ik toch vaak aan de eettafel om dat te voorkomen.”

Zeynep Sadun, masterstudent Clinical Psychology, vertelt dat ze helemaal klaar is met online onderwijs. “Ik kan me minder goed focussen en mis de energie die een fysieke werkgroep met zich meebrengt. Mijn kamer ruim ik nu altijd gehaast op voor een zoomsessie, terwijl ik een enorm rommelig persoon ben. Ik weet dat niemand judged, maar toch… Het is veel fijner wanneer ik gewoon de boel de boel kan laten omdat ik les heb op de campus.

Sommige docenten pakken het anders aan qua hybride onderwijs, zo ook die van sociologiemasterstudent Pauline Wiersema. Haar docent Jess Bier geeft haar colleges namelijk in podcastvorm. “Bizar goede kwaliteit ook”, aldus Pauline. “Ik luister ze vaak terwijl ik een rondje loop of op een bankje zit. Niet geweldig voor het bijhouden van notities, maar dan luister ik hem gewoon nog een keer.”

Filosofiestudent Dore Visser volgt haar colleges niet alleen vanuit huis, maar blijft na haar shifts bij een koffietentje vaak hangen. “Het geroezemoes om heen kan ik heel goed hebben. Ook het feit dat de koffie stukken beter is dan thuis en ik in de pauzes met mijn collega’s kan kletsen, maken het een makkelijke keuze om hier te zitten”, lacht ze.
Offline, online of hybride? De toekomst van het onderwijs staat dankzij de coronacrisis op losse schroeven. Wordt alles anders of wordt alles als vanouds? In deze themaweek kijkt EM van alle kanten naar wat coronaonderwijs voor studenten en docenten heeft betekent, hoe het beter kan en waar we zo gauw mogelijk vanaf moeten

Eerstejaars IBA-student Alex Legrand heeft er weinig problemen mee dat een groot deel van zijn studie online is. Vooral dat er thuis minder afleidingen zijn, is prettig zegt hij. “Ik volg nu een vak accounting, waarbij ik één werkgroep op vrijdag fysiek heb. De colleges en opdrachten voor zelfstudie zijn allemaal online. Ik kan me daarbij beter concentreren, dan wanneer ik met vrienden zou zitten. Dat is namelijk gezellig, maar misschien net té gezellig.”

De Bulgaarse Sunny Stanulova doet haar eerste jaar Psychologie over, nadat ze de eerste keer geveld werd door de nasleep van een COVID-besmetting. Het liefst volgt ze haar werkgroepen op bed, omdat haar bureau in een donkere hoek van de kamer staat. De enorme teddybeer op haar bed kreeg ze van haar zusje toen die op bezoek kwam. “Ik heb geen andere plek om hem te laten, en het is een verrassend prima kussen.”

Of die wijn nodig is voor een saaie werkgroep? Nee hoor, lacht geschiedenisstudent Noah Dekker. “Ik had gisterenavond wat mensen over de vloer voordat we naar een huisfeestje van vrienden gingen.” Anderzijds, de zoomsessies zouden wel een opkikkertje kunnen krijgen. “Neem nou online presentaties: vier mensen in een groepje, twee geven de presentatie. Dat is toch retesaai?”

“Ik ben er helemaal klaar mee”, verzucht Doran Van Nifterick. Haar studie, Arts & Culture, is ‘uit voorzorg’ sinds een paar weken weer volledig online. Ze is na anderhalf jaar uitgekeken op online onderwijs, dus tijdens college zit ze vaak te tekenen op een kladblokje. “Ik ben enorm blij dat ik voor een dubbelstudie heb gekozen, want op de kunstacademie zijn alle lessen op school. Lang verhaal kort: fysiek onderwijs werkt gewoon stukken beter voor mijn mentale gesteldheid.”