Als historicus is universitair docent Robbert-Jan Adriaansen (1982) bezig met tijd. De vraag hoe verleden, heden en toekomst zich tot elkaar en de eeuwigheid verhouden interesseert hem. Met zijn vrouw en twee kinderen woont hij in Middelburg, de stad waar zijn leven begon en waar hij na zijn studie Geschiedenis aan de EUR terugkeerde. Op de universiteit doet hij onderzoek naar de representatie van het verleden op hedendaagse sociale media en als voorzitter van de faculteitsraad van de ESHCC buigt hij zich over het lot van de toekomst.

Leesgedrag

Aantal boeken per jaar: ‘Lezen is mijn werk’

Belangrijkste motivatie: nieuwe perspectieven

Favoriete genre: literaire klassiekers

Laatst gelezen boek: Don Quichot van Miguel de Cervantes

Als Adriaansen even terug in de tijd gaat, herinnert hij zichzelf als een middelmatige middelbare scholier. “Mijn leven kabbelde een beetje voort en ik deed wat van me gevraagd werd. Ook in de bachelor Geschiedenis was ik geen hoogvlieger.” Pas toen hij in de master zijn eigen onderwerp mocht kiezen voor zijn scriptie ging het vuur branden. “Ik mocht zelf een onderzoek vormgeven en creëren. Dat motiveerde me enorm.” Hij studeerde cum laude af op generatietheorieën in de geschiedschrijving en promoveerde eveneens cum laude op tijdservaring.

Filosoferen en feesten gaan samen

In het tweede jaar van zijn studie gaat Adriaansen met vrienden naar Zuid-Frankrijk. “In zo’n toerbus met een jongerenorganisatie, je kent het wel.” Vlak voor vertrek koopt hij het boek Siddharta van Hermann Hesse. Het gaat over een Indiase jongen, Siddharta, die zijn leven wijdt aan een zoektocht naar spirituele verlichting. “Toen de bus donker werd en iedereen probeerde te slapen, pakte ik het erbij. Ik heb het in één ruk uitgelezen. Het blies me omver.”

Siddharta begint zijn zoektocht met mediteren in de bergen. Als dat niet het gewenste resultaat geeft, gaat hij bij Boeddha in de leer en ook daar vindt hij niet wat hij zoekt. Een luxueus leven met drank en vrouwen volgt, om uiteindelijk bij de eenvoud van een stromende rivier uit te komen. “Door het boek realiseerde ik me dat alle ervaringen samen verlichting brengen. Inzicht verkrijg je niet door het één of het ander, maar een feestvakantie en een filosofisch boek lezen vullen elkaar aan in plaats van dat ze tegenstrijdig zijn. Politici of wetenschappers zeggen vaak dat de ander ongelijk heeft”, vervolgt hij, “waarmee ze impliceren dat zij zelf gelijk hebben. Het boek liet me inzien dat niemand ooit alleen maar gelijk of ongelijk heeft.”

Adriaansen probeert in zijn leven veel verschillende ervaringen op te doen. “Dat zit ‘m niet in ver reizen of status nastreven. Ik zie studenten die na drie mislukte studies met een beter toekomstperspectief of beloofd startsalaris toch kiezen voor Geschiedenis, omdat ze uiteindelijk durven kiezen wat ze echt willen.” Ook hij wijkt in zijn onderzoek af van de meest voor de hand liggende keuzes. “Voor mijn carrière zou het goed zijn als ik me specialiseer in één onderwerp, maar ik wil meer weten, dus begeef ik me op meerdere terreinen.”

Selfies in Auschwitz

Als wetenschapper vindt Adriaansen het interessant om onderzoek te doen naar mogelijke nieuwe perspectieven. “Als iedereen A denkt, wil ik onderzoeken of B ook kan.” Zo deed hij onderzoek naar selfies die in Auschwitz werden gemaakt en op Instagram gepost. Onkies, narcistisch en een gebrek aan respect voor de geschiedenis, is de eerste reactie van velen. Maar Adriaansen liet met zijn onderzoek zien dat mensen die een selfie uit Auschwitz op hun sociale media deelden, vaker een onderschrift toevoegden die het verleden naar het heden bracht, terwijl foto’s zonder persoon op de voorgrond die onderschriften veelal misten. Selfies kunnen dus ook heel leerzaam zijn. Met de nadruk op ook.

Robbert-Jan Adriaansen is universitair docent Theorie van geschiedenis en historische cultuur aan de EUR. In 2013 promoveerde hij cum laude op jeugdorganisaties in Duitsland begin twintigste eeuw. Zijn onderzoek richt zich op opvattingen over geschiedenis en historische tijd, vroeger en nu. Nu werkt hij aan een project over de representatie van gewelddadige verledens in de hedendaagse historische cultuur, met de nadruk op representaties op sociale media en in historische re-enactments.