En de impact van haar onderzoek is letterlijk terug te zien op de campus: samen met de Universiteitsraad en Erasmus Verbindt onderhoudt ze vier kluisjes op de campus waar iedereen gratis menstruatieproducten uit kan halen. “Mijn passie gaat vaak veel verder dan alleen werk.”
Waar komt die passie vandaan?
“Ik ben al mijn hele leven geïnteresseerd in vrouwenrechten. Toen ik 20 was, las ik een stuk over menstruatie in West-Nepal in de Internazionale, een Italiaans tijdschrift. In bepaalde dorpen moesten vrouwen tijdens de menstruatie in koeienstallen slapen, omdat ze onrein geacht werden. De praktijk is nu weliswaar verboden, maar het gebeurt nog steeds. Dat wekte mijn interesse. Ik had nooit nagedacht over de rol die menstruatie speelt in de emancipatie van vrouwen. Dat was het begin van een lange love story tussen mij en menstruele gezondheid. Ik schreef mijn masterscriptie (bij de master Global Business & Sustainability, red.) over vrouwelijke ondernemers die de gezondheid van vrouwen proberen te verbeteren. Het is daarna nooit meer opgehouden. Ik zocht contact met activisten, startte een instagramprofiel over menstruatie en bezocht veel evenementen.”
Na je master kwam je terecht bij de ngo Population Services International (PSI), waarvoor je onder andere in Ethiopië, Zimbabwe en Nepal werkte. Best knap dat je na je scriptie een baan vond over hetzelfde onderwerp en daarna ook nog een promotie. Hoe kreeg je dat voor elkaar?
“Ik denk dat het een mix was van geluk, hard werk en timing. Vijf jaar geleden hoorde je er nooit over, nu staan er alleen al dit jaar vier artikelen bij de NOS over menstruatiearmoede. Ik ging er al vroeg online over schrijven, dat was een van mijn beste beslissingen ooit. Daardoor werd ik op allerlei plekken in Europa uitgenodigd om mee te praten. En toen kwam die baan bij de PSI voorbij. Zij zagen iets in het onderzoek en in mij, terwijl ik nog heel jong en onervaren was. Kudos to them.”
‘In bepaalde dorpen moesten vrouwen tijdens de menstruatie in koeienstallen slapen, omdat ze onrein geacht werden’
Wat deed je in die landen?
“Ik gaf daar trainingen aan lokale afdelingen en integreerde menstruele gezondheid in hun seksuele voorlichtings- en gezondheidsprogramma’s. Ik had alle lokale afdelingen van de ngo geënquêteerd, bijvoorbeeld over wat meisjes en vrouwen nodig hadden, wat de best practices waren. Daarover gaf ik workshops. Ik leerde tegelijk ook veel van de ervaren medewerkers daar, over hoe ze samenwerkten met de lokale ziekenhuizen en vrouwen. Het was een hele bijzonder ervaring, waardoor ik zeker wist dat ik me lang met dit onderwerp bezig wilde houden.”
Hoe ziet menstruatiearmoede in bijvoorbeeld Ethiopië eruit?
“Vrouwen en meisjes hebben de middelen niet om goed met hun menstruatie om te gaan. Het probleem is niet zozeer het geld maar de infrastructuur: er is geen werkend toilet, er zijn geen afvalbakjes om maandverband in weg te gooien. De vrouwen gebruiken vaak herbruikbare doekjes, maar vaak kunnen ze die niet goed reinigen. Ook is er veel schaamte en misinformatie. Praten over dit onderwerp is al erg taboe. De infrastructuur kunnen we fiksen, maar het geloof, dat je vervloekt bent als iemand je ziet bloeden, de connotatie met hekserij, dat is moeilijker op te lossen. Eerlijk gezegd geldt dit probleem voor grote delen van de wereld. De schaamte en het zwijgen maken het erger.”
Is daar als ngo iets aan te doen?
“Geen enkele organisatie kan dat op zichzelf. Het is een samenwerking tussen heel veel verschillende partijen en belanghebbenden. Die constatering was een van de belangrijkste redenen dat ik een promotie ging doen. We hebben mensen nodig die nadenken over hoe al die partijen kunnen samenwerken. Want één ngo kan niet tegelijk voor beleid pleiten, de producten brengen, voor de fondsen zorgen, en vooroordelen bestrijden.”
De kluisjes met gratis maandverband en tampons zijn ook een manier om op de campus dat taboe te doorbreken. Ze staan er nu iets langer dan een maand. Hoe gaat dat?
“De kluisjes in de Foodplaza en de UB lopen het hardst. Ana Uribe Sandoval (Universiteitsraadslid, red.) en ik hebben ze de eerste keer gevuld. Tijdens de zomer houd ik de voorraad op peil. We hadden eerlijk gezegd niet verwacht dat het zo’n gedoe zou zijn. Veel mensen met wie we praatten zeiden: je moet niet bij mij zijn. Dat gebeurt met dit soort nieuwe dingen. Sommigen zeiden: mensen nemen alles mee. Maar de kluisjes zijn tot nu toe niet leeggeroofd. Laatst zag ik zelfs iemand die er juist een product in legde. Een heel gaaf idee!
“We hebben de kluisjes nu op vier locaties. Idealiter zouden de producten overal beschikbaar zijn. Maar daar is structureel geld voor nodig. Het lijkt me goed dat dat er komt: het zegt iets over een instelling. Er is een koffiezaakje in Rotterdam die al tijden gratis menstruatieproducten aanbiedt. Dat vertelt mij iets over het bedrijf. Het is niet alleen het aanbieden van het product. Het gaat ook om welke boodschap je wil uitdragen richting mensen die op de campus komen.”
Hoe kan het dat hier nu pas een punt van wordt gemaakt, terwijl deze producten al tijden nodig zijn?
“Als vrouwen onverwacht ongesteld worden, is de ongeschreven regel om elkaar om hulp te vragen. Of je gebruikt toiletpapier. Wat overigens erg oncomfortabel is, ik raad dat niemand aan. Het gekke is, zelfs vrouwen dachten hier niet over na. Dat geeft wel aan dat we niet gewend zijn om er over te praten.”
Is dat volgens jou omdat het een taboe was of omdat het hier niet zo’n groot probleem was?
“Nou, één op de tien vrouwen lijdt aan endometriosis, een ernstige menstruatiestoornis, dat dat de kwaliteit van leven, hun werk en zelfs hun vruchtbaarheid negatief kan beïnvloeden. En zeven op de tien hebben regelmatig klachten en stemmingswisselingen die hun werk en welzijn kunnen beïnvloeden. Dat is een taboe en we hebben er weinig kennis over. Ik ken meerdere vrouwen die zoveel pijn hebben, dat ze weleens niet naar werk of school konden. Je kunt moeilijk volhouden dat het geen groot probleem is. Er zijn al zoveel drempels op de weg naar gelijkheid, menstruatie zou daar niet bij moeten horen. Dat is voor mij het belangrijkste punt. Het is altijd gebagatelliseerd: ‘het is geen probleem, het hoort erbij als vrouw’.”
Uit een enquête van Erasmus Verbindt bleek dat de helft van de respondenten menstruatieproducten in Nederland ‘onbetaalbaar’ noemt. Een op de zes kent iemand die de producten niet kan veroorloven. Heel eerlijk, mijn eerste gedachte was: ik vind het moeilijk voor te stellen dat studenten en medewerkers dat echt niet kunnen betalen. Hoe interpreteer jij die uitkomst?
“We nemen vaak aan dat menstruatieproducten goedkoop zijn. Maar de waarheid is dat die goedkoopste producten van de laagste kwaliteit zijn. Ze zijn weliswaar veilig bevonden, maar de gebruikte materialen kunnen irritatie veroorzaken en ze gebruiken is niet altijd prettig. De dure versies zijn veel aangenamer, soms gemaakt van organisch katoen, of ze zijn herbruikbaar. Bij gezinnen die echt financieel in de problemen zitten, zijn menstruatieproducten vaak geen prioriteit. En dan moet je bijvoorbeeld ook kijken naar wie er over het geld gaat binnen zo’n gezin. Als je je afvraagt waarom studenten hier aangeven dat ze de producten niet te betalen vinden, dan moet je ook bedenken dat het leven in Nederland heel duur is voor iemand die uit het buitenland komt. En het is ook de vraag over welke producten je het hebt. Want je kunt wel zeggen: je gaat naar de Kruidvat en je koopt een pakje van één euro, maar wat is dat waard? Ik denk ook dat de meeste studenten het wel kunnen betalen, maar als je net op campus bent voor een tentamen en je hebt plotseling maandverband nodig, dan moet je naar de supermarkt hier en dan kost het ineens vier euro.
In een eerder interview voor RSM zei je tegen een speciaal verlof te zijn bij menstruatieklachten. Waarom is dat?
“Het ligt genuanceerd. Moet je menstruatieverlof zien als iets los van ziekteverlof? Er zijn landen waar ze dit al jaren hebben, maar er zijn vrouwen die bang zijn op het op te nemen, omdat het wellicht hun carrière schaadt. Ik denk dat we menstruatie niet als een probleem moeten zien. Het hoeft voor mij niet anders te zijn dan ziekteverlof, want als je er ziek van bent, dan moet je je ziek kunnen melden. En ook heeft de pandemie laten zien dat flexibel werken een oplossing kan zijn. Als het handiger is om een keer thuis te werken, of een dag wat minder en dan de dag erna wat meer, dan moet dat ook kunnen.”

Maar als je je regelmatig ‘regulier’ ziekmeldt vanwege menstruatie kan dat ook nadelig zijn voor je carrière, vrees ik.
“Ja, maar dat is waarom we het gesprek moeten voeren, ook met managers. Er zijn vrouwen die hun baan kwijtgeraakt zijn omdat ze door een menstruatiestoornis niet goed konden functioneren. Maar als managers getraind zijn en beter begrijpen dat dit kan gebeuren, dan kun je samen oplossingen bedenken. Als vrouwen niet gesteund worden en hun aandoening geheim houden, kan het hun werk en gezondheid schaden.”
Wat zou een organisatie als EUR moeten doen?
“Ik heb het gevoel dat we hier op de universiteit achter lopen. Met de Rotterdampas kun je als tiener al gratis menstruatieproducten vergoed krijgen. Schotland gaf gratis producten voor iedereen in de universiteit. Maar hier praatte nog niemand erover. Ten eerste zouden we moeten nadenken over alle dingen waardoor menstruatie een barrière kan vormen voor studenten of medewerkers. Zijn er producten verkrijgbaar? Kun je een pijnstiller krijgen? En er moet een dokter te vinden zijn. Ik heb hier op campus gewoond, ik had toen niet geweten waar ik naartoe gemoeten had. Spar verkoopt weliswaar maandverband en pijnstillers, maar die zijn wel duur.”
Het Diversity & Inclusion office zou een rol in kunnen spelen in het voorlichten van leidinggevenden, heb je daar al contact mee gehad?
“Nee nog niet, maar ik vind het een heel goed idee om contact met ze op te nemen. Ik neem het ze totaal niet kwalijk dat dit onderwerp nog niet op de agenda stond, er waren de afgelopen jaren al zoveel belangrijke onderwerpen waar ze mee bezig waren. Maar dat is precies waarom ik met ze wil praten. Als onderzoeker kun je een belangrijke rol spelen.”