Om tot elkaar te komen stelde rector magnificus Frank van der Duijn Schouten in april een commissie voor die de voornaamste problemen rond online proctoring in kaart zou brengen en met een advies zou komen. In die commissie nam hij zelf plaats, samen met leden van de Universiteitsraad, vertegenwoordigers van de onderwijsdecanen en de examencommissies, en beleidsmedewerkers op het gebied van ict en onderwijs. Het advies van de commissie ligt er nu en beveelt dertien wijzigingen in het beleid aan, zowel op korte als op langere termijn. Het College van Bestuur (CvB) heeft de aanbevelingen overgenomen.
In een gezamenlijk statement verklaren de commissieleden dat de tweede camera ‘op korte termijn noodzakelijk is’, maar wel ‘een zware tol eist van het leven van studenten’. Ook publiceerden ze een rapport waarin de dertien aanbevelingen op korte, middellange en lange termijn worden toegelicht.
Minder privacyinbreuk

Zeven aanbevelingen zijn volgens Van der Duijn Schouten al per 15 juni ingegaan. Docenten moeten de noodzaak van online proctoring voortaan bij elk tentamen onderbouwen. De tweede camera mag dichter bij de laptop geplaatst worden zodat er minder zichtbaar is van de rest van de studentenkamer, en er dus minder sprake is van privacyinbreuk. Ook moeten examencommissies nadrukkelijker communiceren dat er alternatieve tentaminering mogelijk is als persoonlijke omstandigheden – zoals stress, een onprettige thuiswerkplek of religieuze redenen –daarom vragen. Mocht er buiten de schuld van de student toch iets misgaan, dan wordt de herkansing geregistreerd als eerste poging. Ook vraagt de commissie aan de universiteit om meer ruimte te creëren voor offline tentaminering (maandag voegde de Erasmus School of Economics al de daad bij het woord met een groot tentamen in Ahoy).
Op langere termijn moet op zoveel mogelijk manieren gezocht worden naar alternatieven. Faculteitsraden of opleidingscommissies moeten recht op instemming of advies krijgen op het stroomschema waarmee docenten bepalen of ze online proctoring in kunnen zetten. Ook wil de commissie dat de universiteit overeenkomsten sluit met universiteiten in het buitenland om tentamens op de campus te organiseren voor EUR-studenten die vanwege corona nog niet naar Rotterdam kunnen komen.
‘Ik denk zeker dat we dit compromis kunnen verantwoorden tegenover de studenten die de petities ondertekenden tegen de tweede camera’
‘Tweede camera heeft toegevoegde waarde’
Commissielid Bram Heesen, een van de studenten in de Universiteitsraad die een rechtszaak overwogen, is heel tevreden met het gesloten compromis. “Het zijn heel concrete maatregelen voor studenten: dat ze bij elk online proctored tentamen naar de examencommissie kunnen stappen om te vragen om een alternatieve tentamenvorm, dat ze niet meer een hele kamerscan hoeven doen maar alleen één muur. De tweede camera mag je nu op het bureau plaatsen in plaats van achter je. Ik denk dat studenten daar heel blij mee zijn.”

Toch blijft de tweede camera verplicht, en daar was het toch allemaal om begonnen? Heesen: “Je moet altijd een afweging maken tussen de validiteit van diploma’s en de last die de student moet dragen. Door deze aanpassingen valt die de kant op van een tweede camera. Die heeft in sommige gevallen echt een toegevoegde waarde voor de student: bijvoorbeeld omdat de beelden van de tweede camera kunnen worden gebruikt om twijfel weg te nemen bij een vermoeden van fraude. Dus ik denk zeker dat we dit compromis kunnen verantwoorden tegenover de studenten die de petities ondertekenden tegen de tweede camera. Het is een goede uitkomst, ook voor hen.”
Fraudemogelijkheid
Hoe kan het dat het eerder bijna tot een rechtszaak kwam en er nu toch een compromis ligt? Had het College van Bestuur beter kunnen luisteren naar de zorgen van studenten? Van der Duijn Schouten: “Dat is voor mij lastig te beantwoorden: ik begon in januari als rector en viel er middenin. Ik heb altijd een oplossing gezocht die voor alle partijen acceptabel was. Wellicht dat het wat anders was gelopen als ik er van het begin af aan bij betrokken was. Tegelijk is het zo dat het College van Bestuur in november plotseling met een mogelijkheid van fraude via het scherm geconfronteerd werd. Toen heeft het CvB terecht de verantwoordelijkheid genomen om die tweede camera te installeren. Ik denk dat het goed is dat we nu deze aanpassingen doen, maar daarvoor is ook veel overleg nodig geweest. Dat was moeilijk om meteen in november te realiseren.”
‘Het afschaffen [van online proctoring] betekent wel vaak een verhoging van de werkdruk van ons personeel’
Online proctoring wordt dus een ‘laatste redmiddel’, maar eigenlijk was dat altijd al de bedoeling. Toch presteerden sommige faculteiten het om bijna al hun tentamens met proctoringsoftware af te nemen. Dat moet nu anders, vindt Van der Duijn Schouten. “We kijken overal of we online proctoring kunnen voorkomen. Dat kan bijvoorbeeld door groepen te splitsen of andere vormen van tentaminering te kiezen. Bij de Rotterdam School of Management bijvoorbeeld hebben ze nu al weinig behoefte aan online proctoring. Het afschaffen betekent wel vaak een verhoging van de werkdruk van ons personeel. Dat is het dilemma waar we mee zitten.”
Anderhalve-meterrestrictie
Hoe het verdergaat met online onderwijs en proctoring in het nieuwe collegejaar durft Van der Duijn Schouten nog niet te zeggen. “Daarover zijn we in gesprek met het ministerie. Die neemt half augustus een beslissing over de anderhalve-meter-restrictie. Veel universiteiten gaan nu uit van een scenario waarbij dat niet meer hoeft. Dat zou betekenen dat er meer mogelijkheden zijn voor offline tentaminering.”
Was de dreiging van een rechtszaak een paardenmiddel of heeft het de studenten in de Universiteitsraad het compromis gebracht waar ze op hoopten? Heesen staat nog altijd achter de beslissing om een rechtsgang te onderzoeken. “Het onderwerp is daardoor nadrukkelijk op tafel gekomen. We vonden echt dat wat de universiteit deed niet door de beugel kon. Natuurlijk is een rechtsgang je allerlaatste optie, en we zijn blij dat het daar niet van gekomen is”, zegt Heesen.
Wederzijdse tevredenheid
Van der Duijn Schouten benadrukt dat het nemen van juridische stappen een legitiem middel is. “Dat staat de raadsleden ter beschikking en ik wil hun dat recht absoluut niet ontzeggen. Toch vind ik dat je altijd een ultieme inspanning moet leveren om er samen uit te komen, en ik ben heel tevreden dat dat uiteindelijk gelukt is.” Heesen: “Die tevredenheid is wederzijds.”