Terwijl boeken, gedrukte tijdschriften en kranten steeds moeilijker te krijgen zijn, moest onze bibliotheek zich aan dit ‘nieuwe normaal’ aanpassen en de coronamaatregelen genomen die nodig zijn, door slechts een klein aantal mensen tegelijk toe te laten en daarnaast te zorgen voor probleemloze toegang op afstand tot bibliotheekbronnen en -diensten voor al diegenen onder ons die vanuit huis werken.
Zonder eenvoudige toegang tot de fysieke bibliotheek met haar onschatbare bronnen voor studie en werk, moeten we de inrichting van de bibliotheek opnieuw onder de loep nemen. Vooral omdat veel waardevolle journalistiek en wetenschap via de populaire online media wordt gecommuniceerd, moeten we ons opnieuw buigen over de toegankelijkheid van die bronnen (en niet van studenten en personeel verwachten dat zij geld uittrekken voor meerdere abonnementen). Ik stel voor dat onze universiteit prioriteit geeft aan het verschaffen van toegang op afstand tot online kwaliteitsvakbladen, kranten, tijdschriften en andere digitale mediabronnen die zich achter een betaalmuur bevinden, zoals Quartz, The New Yorker, The Washington Post, El País, De Correspondent en Frankfurter Allgemeine Zeitung – om Medium en andere blog-conglomeraten achter een betaalmuur nog maar niet te noemen. De catalogus moet niet alleen worden uitgebreid met meer traditionele journalistiek; abonnementen op nieuwe media zijn ook van belang.
Ook hebben we betere toegang nodig tot al aangeboden bronnen, zoals The Economist. Om niet aangewezen te blijven op een ingewikkelde, onhandige zoekfunctie en alleen-tekst-versies moeten we proxy’s instellen die rechtstreeks toegang bieden tot deze en andere tijdschriften, die van cruciaal belang zijn om een vinger aan de pols van de wereld te houden.
Hoewel de EUR in 2020 een paar maanden heeft geëxperimenteerd met een abonnement op Pressreader, een dienst die toegang biedt tot een groot aanbod van online media, is dit nauwelijks gecommuniceerd met onze campusgemeenschap om het volledige potentieel ervan te benutten, en is de reden om er weer mee te stoppen niet bekendgemaakt.
Om kwalitatief hoogstaand academisch onderzoek en werk te kunnen verrichten, moeten we vanzelfsprekend beschikken over onbeperkte toegang tot kwalitatief hoogstaande bronnen, of het nu gaat om wetenschappelijke artikelen, artikelen uit de media of andere bronnen. Digitale mediabronnen, zoals de hierboven genoemde, publiceren unieke, waardevolle en diepgaande inhoud die inzicht biedt in ingewikkelde kwesties en informatie biedt die we praktisch gezien nooit uit onze bestaande bronnen kunnen halen. We zijn afhankelijk van media- en wetenschappelijke artikelen, niet alleen om ons te informeren over het verleden, maar ook het heden. Het zou onze academische inspanningen ten goede komen als we minder beperkte – zo niet onbeperkte – toegang op afstand hebben tot deze kwalitatief hoogstaande bronnen.
Een betaalmuur is een obstakel dat ons maar al te vaak naar bronnen leidt die algemeen openbaar toegankelijk zijn terwijl we tijdschriften, vakbladen en blogs met betaalde inhoud mijden. Door de prevalentie van betaalmuren voor vakbladen, tijdschriften en kranten, zoals The Washington Post, ontstaat het risico op vertekening, niet alleen in academische geschriften en onderzoek, maar ook bij de zoektocht naar informatie van het algemene publiek: access bias. Uit onderzoek door het Research Information Network blijkt dat openaccessartikelen in het vakblad Nature Communications vaker worden bekeken en geciteerd dan artikelen die alleen toegankelijk zijn voor abonnees. Er kan een vergelijkbare trend worden waargenomen bij tijdschriften en kranten: publicaties die vrije toegang tot artikelen en inhoud bieden worden doorgaans zowel door onderzoekers als door het algemene publiek vaker gelezen en aangehaald dan nieuwsbronnen achter een betaalmuur, met als gevolg access bias. En bias is niet verenigbaar met academisch onderzoek en onderwijs van het hoogste kaliber, iets waar wij op onze universiteit toch veel waarde aan hechten.
Het bredere vraagstuk is de moraliteit van betaalmuren in het algemeen. De wetenschapper Mike Taylor van de University of Bristol liet zich ooit ontvallen dat ‘wetenschap publiceren achter een betaalmuur immoreel is’. Universiteiten – met name Nederlandse – hebben een belangrijke rol gespeeld bij het toegankelijk maken van wetenschappelijke artikelen door de betaalmuren weg te nemen, door middel van openaccesscontracten met grote wetenschappelijke uitgevers. Misschien wordt het tijd ons op dit publieke belang te beroepen om te komen tot publieke financiering van kwaliteitskranten, -tijdschriften en -blogs. Het wetenschappelijke communicatiekanaal The Conversation is zo’n model.
Zolang er voor deze nieuwsbronnen geen initiatief zoals Plan S – dat met publieke middelen gefinancierde vrije toegang tot wetenschappelijke artikelen bepleit – wordt opgezet, zal de toegang tot deze cruciale bronnen aan de meeste van onze personeelsleden en studenten worden geweigerd. Het meest constructieve en belangrijkste wat wij allemaal kunnen doen is vanuit onze rol als studenten en onderzoekers aan de Erasmus Universiteit relevante stappen ondernemen om de bibliotheek in staat te stellen betrouwbare toegang op afstand tot deze mediabronnen te bieden. Bibliotheken als toevoerkanalen van kennis vormen het hart van onze universiteiten. Aangezien kennis tegenwoordig digitaal is en buiten de grenzen van academische tijdschriften treedt, moeten we vrije toegang tot deze bronnen blijven waarborgen.
Yogi Hale Hendlin is lid van de Universiteitsraad en universitair docent van het Dynamics of Inclusive Prosperity Initiative aan de Erasmus School of Philosophy.
Dit artikel vestigt de aandacht op een onderwerp dat tijdens de lockdown nog belangrijker is geworden: onbeperkte toegang tot betrouwbare bronnen.
Tijdens de eerste corona lockdown was PressReader een van de vele platforms die tijdelijk gratis (test)toegang aanboden aan academische instellingen. Wij, de bibliotheek, informeerden de studenten en onderzoekers van de EUR over deze trials via verschillende kanalen en vroegen om feedback. Deze feedback is belangrijk bij trials, maar aanschafsuggesties zijn ook welkom. Als we een verzoek voor een tijdschrift krijgen, dan controleren we of een institutioneel online abonnement mogelijk is. Dit is bijvoorbeeld niet mogelijk bij De Correspondent. We controleren vervolgens de toegangsmogelijkheden (bijv. een ongelimiteerd aantal gebruikers). Ook kijken we naar de prijs, die vaak begint bij duizenden euro’s. Ten slotte proberen we testtoegang te regelen en feedback te verzamelen van gebruikers. Bij The New York Times en Financial Times was die feedback zeer belangrijk: we werden zo bewust gemaakt van het belang van apps om nieuws te lezen.
Na de Pressreader trial hebben we het verlengen van de toegang besproken. Rekening houdend met het gebrek aan Nederlandse kranten (alleen NRC en Metro), (beperkte) feedback van gebruikers, hoge kosten, ons vorig abonnement op PressReader, en gebruikscijfers (de overgrote meerderheid van de ‘views’ was voor ‘hobbytijdschriften’, zoals Cross Stitcher), besloten we PressReader niet aan te schaffen. De mensen die feedback hadden gegeven zijn hiervan op de hoogte gebracht.
Hoe kunnen Erasmus studenten en onderzoeker het nieuws nu lezen? We bieden toegang tot een breed scala aan nieuwsbronnen via onze databanken, maar erkennen dat het moeilijk kan zijn om toegang te krijgen tot actueel nieuws via sommige ‘text-based’ databanken. In de LibGuide ‘Newspapers, magazines & articles on current affairs’ (https://libguides.eur.nl/newspapers) vind je tips over hoe deze databanken te gebruiken, zoals het browsen van headlines in Factiva.
Tot slot de vraag, wat kan een bibliothecaris doen als de bibliotheek dicht is? Een heleboel. Bovenop onze reactie op covid (zorgen voor toegang tot digitale leermiddelen, het opstellen van studieplekken, etc.) ging ons ‘gewone’ werk door. Dit omvat ook het strijden tegen paywalls (betaalmuren). De bibliotheek is een drijvende kracht achter Open Access aan de Erasmus Universiteit: we financieren het Erasmus Open Access Fund, net als de ‘read and publish’ afspraken met uitgevers. We zijn blij met de aandacht voor Open Access, maar zal dit werken voor kranten en tijdschriften? Die vraag is moeilijker te beantwoorden. Op dit moment zorgt Open Access voor een verschuiving van de publicatiekosten van de lezer naar de schrijver, en dat werkt wellicht beter voor onderzoekers die gesteund worden door institutionele bibliotheken, dan voor journalisten.
Reageren niet meer mogelijk.