In het actieplan wordt onder meer gesteld dat als het hoger onderwijs over vijf jaar niet diverser is er mogelijk een quota moet komen. Een nationale adviescommissie zou hierop toemoeten zien. Waarom zou je etniciteit en migratieachtergrond van studenten en medewerkers registreren, zei de VVD, die tegen het plan stemde. Dat is ‘onwenselijk’. Je moet mensen beoordelen op hun kwaliteiten, en niet op hun afkomst, zei de partij.
Fel debat
Het was een fel debat. Als iedereen op zijn kwaliteit en talent zou worden beoordeeld, dan zou het hoger onderwijs er diverser uitzien, stelde Van Engelshoven.
Maar dat kon de Kamerleden van VVD, CDA en ChristenUnie niet overtuigen. Samen met oppositiepartijen als SGP, PVV en Forum voor Democratie kregen ze hun moties erdoor. Hun boodschap aan de minister: stop met de registratie van afkomst en maak geen ‘barometer’ voor diversiteit in het hoger onderwijs.
De kwaliteit van onderwijs en onderzoek moet leidend zijn, vond de SGP, en een ‘activistische inzet op diversiteit’ kan hiermee op gespannen voet staan. Dus zou de regering ‘actief en expliciet’ moeten waarborgen dat de inzet op diversiteit geen afbreuk doet aan de kwaliteit, aldus een motie.
Die kreeg ook een meerderheid, net als een andere SGP-motie, die waarschuwt tegen ‘diversiteitspolitie’. De komst van diversity officers is de partij een doorn in het oog. Daar moet de regering volgens de christelijke politici niet op inzetten.
Zwangerschap
De enige ‘linkse’ motie die het haalde, ging over zwangerschapsdiscriminatie. De regering zou moeten uitzoeken hoe veel vrouwen door een zwangerschap uitvallen in de wetenschap, vonden GroenLinks en PvdA. Dat vond bijna iedereen een goed idee.
Maar moet je ervoor zorgen dat vrouwen gelijk beloond worden? Moet je inzetten op sociale veiligheid? Moet je met bestuurders afspraken maken zodat iedereen in het hoger onderwijs, ongeacht geslacht, afkomst en leeftijd gelijke kansen krijgt, zoals in een andere motie stond? Nee, dat vindt een meerderheid te gortig.
En nu?
Wat dit voor het actieplan gaat betekenen, is nog even afwachten. De komst van een nationaal kenniscentrum voor diversiteit en inclusie loopt misschien vertraging op, als de overheid er niet meer aan meewerkt.
Maar de universiteiten kunnen naar eigen inzicht beleid voeren, ook op het gebied van diversiteit. Welke indicatoren ze gebruiken en of ze diversity officers in dienst nemen, is ook hun eigen beslissing.
De stemmingen maakten veel reacties los. President Ineke Sluiter van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen sprak op Twitter van verbijsterende moties. “Maar we gaan natuurlijk verder met dit actieplan.”