Een vrouw solliciteerde in 2018 op de functie van universitair docent Theoretische Filosofie. Een selectiecommissie nodigde vijf kandidaten uit, waaronder de vrouw. Zij kreeg het verzoek om op 14 juni 2018 een sollicitatiegesprek te voeren via een videoverbinding. Ook vroeg de commissie aan de vrouw om op 25 juni een proefcollege te geven aan studenten. Twee weken voor het gesprek meldde de vrouw aan de selectiecommissie dat ze hoogzwanger was, en dat de baby elk moment verwacht werd. Ze verzocht de commissie tot uitstel van het gesprek en het proefcollege.
Verboden onderscheid
De voorzitter van de commissie stelde aanvankelijk voor om met een beslissing te wachten tot de dag voor het gesprek. Als hij haar die dag benadert, blijkt dat ze net bevallen is en nog enkele dagen in het ziekenhuis moet blijven. Hij houdt vast aan de datum van 25 juni voor het proefcollege; het sollicitatiegesprek wordt wel verplaatst tot na het college. De vrouw laat vervolgens weten dat het college van 25 juni voor haar niet haalbaar is. De faculteit wil de procedure niet verder uitstellen, omdat dat in verband met de zomervakantie maanden vertraging zou betekenen. Uiteindelijk wordt de vrouw niet aangenomen voor de functie.
Volgens de vrouw heeft de universiteit hier een verboden onderscheid op basis van geslacht gemaakt, door geen rekening te houden met haar bevalling. Het College voor de Rechten van de Mens gaat mee in die conclusie. “Het College concludeert dan ook dat de [universiteit] jegens [de vrouw] verboden onderscheid op grond van geslacht heeft gemaakt bij de […] sollicitatieprocedure door geen rekening te houden met haar verwachte bevallingsdatum.”
Maatregelen
ESPhil-decaan Hub Zwart wil dat zijn faculteit leert van het incident. “Deze uitspraak is voor ons een aansporing om verder te gaan. Niemand wil dat een kandidaat het gevoel heeft geen eerlijke kans te krijgen.” Zwart kondigt twee facultaire maatregelen aan: ten eerste wordt de vacatureplanning ruimer, om meer rekening te houden met eventuele zwangerschappen. “Nu hadden we nog maar heel weinig mogelijkheden. We wilden alle kandidaten aan dezelfde groep college laten geven, maar vlak na 25 juni was het al vakantie. Dat zou een vertraging van maanden betekenen.”
Een tweede maatregel is dat er vaker externen worden uitgenodigd om zitting te nemen in een sollicitatiecommissie. “Dat is goed voor de diversiteit, maar het geeft ook de mogelijkheid om vaker vrouwen uit te nodigen voor de commissie.”
Zwart-wit
Overigens benadrukt Zwart dat de vrouw pas laat in de procedure aangaf zwanger te zijn, waardoor de commissie weinig opties had. “We wilden voor alle kandidaten de omstandigheden hetzelfde houden. Dus allemaal een gesprek via videoverbinding en allemaal een college op dezelfde dag aan dezelfde groep studenten. Uitstellen werd hierdoor, zo vlak voor de zomer, erg ingewikkeld.”
Ook zegt Zwart dat de faculteit nog meerdere malen geprobeerd heeft in gesprek te gaan met de vrouw, maar dat ze de boot afhield. “Ze wilde hierover een principe-uitspraak. Persoonlijk vind ik het jammer dat het is gejuridiseerd. De uitspraak is daardoor erg zwart-wit, terwijl de werkelijke casuïstiek eerder grijs is.” De faculteit heeft de vrouw, die overigens inmiddels elders een aanstelling heeft, na de uitspraak van het College opnieuw uitgenodigd voor een gesprek.