Langzaamaan maken de faculteiten plannen om na de kerst meer studenten naar de campus te halen. De meeste blijven zich daarbij, net als bij de start van het collegejaar, voornamelijk richten op eerstejaars. Vice-decaan Bram Steijn van de Erasmus School of Social and Behavioural sciences (ESSB): “Wat we tijdelijk in de koelkast moesten zetten, maar wat we nu opnieuw willen opstarten, zijn de mentorgroepen. Hier kunnen eerstejaars dan bij elkaar komen onder begeleiding van ouderejaars.” Ook de tutorgroepen in onder andere de bachelorjaren van de Erasmus School of History, Culture and Communication (ESHCC) en colleges aan het International Institute of Social Studies (ISS) zullen weer deels fysiek plaatsvinden.
De Erasmus School of Economics (ESE) bood ook in het eerste semester al ‘campusdagen’ aan en zet dit in het tweede semester door. Brigitte Hoogendoorn, Programme Manager van de ESE: “Over de campusdag voor de eerstejaars horen we veel positieve geluiden. Een paar activiteiten op de campus kan al heel motiverend zijn.” Opvallend is dat de ESE zich juist ook meer gaat richten op tweedejaars studenten. “Zij hebben relatief weinig on-campus-activiteiten gehad voor de kerst. In blok 3 hebben we nu bijvoorbeeld de practica van twee vakken na elkaar op dezelfde dag geroosterd, zodat studenten in het tweede jaar van de bachelor Economie wekelijks naar de campus kunnen komen om deze te volgen.”
Hybride onderwijs niet goed bevallen
Colleges die studenten tegelijkertijd online als offline kunnen bijwonen, de ‘hybride colleges’, zijn de afgelopen maanden niet goed bevallen. Bij de ESHCC, bijvoorbeeld, stappen ze daar zoveel mogelijk van af. Jason Pridmore, vice-decaan Onderwijs aan de ESHCC: “We merken dat het voor zowel docenten als studenten niet fijn werkt. Hoe verdeel je als docent je aandacht als er in de zaal en online vragen zijn van studenten?” Ook de ESE en de Erasmus School of Law (ESL) vermijden deze vorm van college in de tweede helft van het studiejaar voor zover mogelijk. “Heel soms wordt online en offline onderwijs tegelijkertijd gegeven, maar meestal kiezen we voor een van de twee” , zegt Piet Scheele, beleidsdirecteur bij de ESL.
Tentamens zoveel mogelijk offline
Tentamens worden door de verschillende faculteiten, voor zover dat kan, zoveel mogelijk op de campus aangeboden. Zo kan het overgrote deel van de studenten van het Erasmus MC en de ESL tentamens weer in de tentamenhal maken. Toch lopen alle faculteiten tegen beperkingen aan. “Tentamens voor minder dan 450 studenten worden op de campus gehouden”, zegt Steijn van de ESSB. “De grotere tentamens moeten we online afnemen, dat kan niet anders.” Vanwege fraudebeschuldigingen en technische problemen vermijden veel studenten en docenten thuistentaminering het liefst.
Online onderwijs sterk verbeterd
Ondanks het opstarten van activiteiten op de campus zal het overgrote deel van het onderwijs in het tweede semester nog steeds online plaatsvinden. De afgelopen maanden hebben de faculteiten veel geleerd hoe ze moeten omgaan met online onderwijs. De meeste onderwijsdecanen geven dan ook aan veel vertrouwen te hebben in de kwaliteit van de online colleges. Onderwijsdecaan van de Rotterdam School of Management (RSM) Eric Waarts: “Docenten, maar ook studenten zijn er nu veel beter op toegerust. De techniek is beter en de didactiek is aangepast zodat het online onderwijs in veel aspecten zeker niet meer onderdoet voor onderwijs op de campus.” Studenten waarderen het bijvoorbeeld enorm dat veel materialen en colleges nu online staan en dat ze overal en altijd toegankelijk zijn.
Creatieve vormen van online onderwijs moeten blijven
Docenten bedenken steeds meer manieren op op een creatieve manier de lesstof over te brengen. Zo ook bij het ISS. “Online werken creatieve leervormen goed, zoals het gebruiken van muziek, foto’s of kunst”, zegt Karin Arts. “Ook groepsopdrachten waarbij studenten samenwerken aan posters of filmpjes bevallen goed.”
Ook wordt er door veel faculteiten steeds meer gebruikgemaakt van kleinschalige online bijeenkomsten. Zo bestempelen verschillende faculteiten en instituten, zoals de ESSB, het ISS en de RSM de ervaring met ‘breakout rooms’ als zeer positief. Dat zijn opgesplitste sessies tijdens bijeenkomsten via Zoom of Teams waarbij kleinere groepen online discussies kunnen houden. Verschillende onderwijsdirecteuren willen deze vorm van lesgeven meer gebruiken in het tweede semester. “Op die manier kunnen studenten meer de diepte ingaan”, zegt Waarts. “Bovendien leren studenten elkaar dan veel beter kennen.”
Het vervangen van stages en praktisch onderwijs blijft een moeilijke opgave, vooral ook voor de geneeskundeopleiding. “Alternatieven vinden voor coschappen is ingewikkeld”, geeft vice-decaan Maarten Frens toe. “Lichamelijk onderzoek doen leer je niet via Zoom.” Een deel van de studenten kan nog coschappen volgen bij het Erasmus MC of bij ziekenhuizen in de regio. “Daarnaast leren we studenten ook klinisch redeneren aan de hand van digitale casussen.”
Ook de stages op de ESSB kunnen niet allemaal doorgaan. “Maar voor de snuffelstages van de bacheloropleidingen Bestuurskunde en Sociologie hebben we toch behoorlijk wat stages weten te regelen”, zegt Steijn. Voor andere studenten kan in plaats van een stage een derdejaars vak worden gevolgd.
Meer ‘leuke’ activiteiten
Naast het reguliere onderwijs willen verschillende faculteiten in de tweede helft van het jaar ook meer informele activiteiten aanbieden aan studenten. Zo ook de ESL: “We organiseren dat zodat studenten meer in contact komen met elkaar”, zegt Scheele. “Voor eerstejaars zetten we bijvoorbeeld een buddyprogramma op.” Ook de RSM wil dat studenten met elkaar in contact komen. Waarts: “Er gebeurt al veel naast het reguliere onderwijs, via bijvoorbeeld faculteitsvereniging STAR, en er zijn op verzoek van studenten ook veel ‘bindingsactiviteiten’ ingebouwd tijdens of tussen de online colleges, bijvoorbeeld via break-outmomenten waar studenten elkaar op een informele manier kunnen treffen.”
De fysieke activiteiten op de campus zijn geheel vrijblijvend. Toch verwachten de faculteiten dat studenten veel gebruik gaan maken van het onderwijs op de campus. “Sommige studenten vinden het prima om het hele programma online te volgen, maar die zijn toch echt wel in de minderheid”, aldus Scheele.