Studieverenigingen balen van verhuizing uit Tinbergengebouw

De EFR, de Economische Faculteitsvereniging Rotterdam, had voorheen misschien wel het mooiste kantoor van de verenigingen in het Tinbergengebouw. HB-108 is gelegen op de begane grond, tussen de Theilhal en de kantine in Tinbergen. Daphne Lodder, Marketing Officer van de EFR, vindt het vooral jammer dat er niet langer continu studenten langslopen. “In Tinbergen was de inloop van studenten veel beter dan bij onze huidige locatie in het G-gebouw. Wij als vereniging zijn er voor de studenten dus het is altijd jammer als je die minder ziet.” Hoewel de EFR liever in Tinbergen had willen blijven, is de vereniging volgens Lodder niet slecht terecht gekomen.

Twee andere verenigingen zijn echter minder blij met de verhuizing uit het Tinbergengebouw. De Financiële Studievereniging Rotterdam (FSR) en de Marketing Association EUR (MAEUR) verhuisden naar het N-gebouw, dat eigenlijk gesloopt zou worden maar nu wordt verbouwd. “Door de verbouwing zijn ze soms aan het boren, wat een enorm lawaai oplevert”, vertelt Naomi Hoekert, Secretary en Vice-President bij MAEUR. En ook de nieuwe locatie kan haar niet bekoren: “We zitten in de kelder dus er is weinig daglicht, en de verwarming werkt vaak niet. Dit zijn geen fijne werkomstandigheden.”

Volgens haar collega, Marketing Coördinator Andrew Gebhard, zijn er meer problemen met het gebouw: “Doordat we geen key-tag hebben, weten we nooit zeker of we na zes uur in ons kantoor kunnen, terwijl wij gewend zijn om in de avonden of weekenden te werken. Ook mogen we geen koffie meer halen van de koffiehoek in het gebouw, wat we voorheen in Tinbergen wel konden.” Verder doet het gebouw af aan de professionaliteit van de vereniging, zo vinden de twee bestuursleden, en is het kantoor te klein. “Dit is ook nadelig voor de universiteit”, zegt Hoekert. “Doordat wij kampen met ruimtegebrek moeten wij externe locaties boeken voor vergaderingen. Dit kost ons tijd en geld, maar we nemen ook andere ruimtes op de universiteit in terwijl er al plekken te kort zijn.”

Het gebrek aan ruimte is voor de FSR ook een probleem. In het N-gebouw hebben ze geen opslagruimte, en ook de kantoren zijn kleiner. Doordat de FSR geen faculteitsvereniging is, heeft president Baus Verbeek het gevoel dat ze tussen wal en schip vallen. “Onze vereniging is heel zelfstandig, maar we zitten natuurlijk het liefst in de buurt van de afdeling en de professoren waar we mee samenwerken. Ook is het vervelend dat er geen plek is voor onze commissies om te werken.”

Wat de verenigingen nog het meest dwarszit, is dat ze het gevoel hebben dat de universiteit hen in de steek laat. Gebhard: “We hebben niet het gevoel dat we prioriteit hebben voor de universiteit, en ook niet dat ze naar een oplossing willen zoeken.” Verbeek vindt vooral de vroege verhuizing jammer. “We wisten natuurlijk dat we uiteindelijk moesten verhuizen, maar nu de verbouwing is uitgesteld naar 2022 hadden we natuurlijk nog best even in Tinbergen willen blijven zitten.”

Bestuurders van beide verenigingen zeggen de problemen al vaak bij de universiteit te hebben aangekaart, maar zonder succes. Gebhard: “Je ziet gewoon dat er ergens iets misgaat in de communicatie. Onze contactpersoon lijkt alles te proberen, maar toch wordt er niet altijd aan beloftes voldaan.” Ook Verbeek geeft aan problemen te hebben met de communicatie richting de universiteit. “Het is lastig, omdat het voor ons niet duidelijk is bij wie we moeten zijn binnen de universiteit om dingen te regelen.”

Geert Gerritse, directeur Real Estate Services van de Erasmus Universiteit, hoort de klachten van de verenigingen voor het eerst. Hij benadrukt dat de studieverenigingen niet bewust de dupe zijn geworden van de uitgestelde verbouwing. “Tot begin februari zaten we op de koers om Tinbergen te renoveren. Daarom waren de verenigingen al verhuisd voordat de beslissing genomen werd om studieplekken in Tinbergen te maken.”

Hoewel de verenigingen niet per se terug willen naar Tinbergen, willen ze wel dat de universiteit meedenkt over een andere oplossing. Volgens Gerritse is er echter geen andere oplossing mogelijk. “De hele campus zit zo vol als wat, er zijn gewoon geen andere plekken beschikbaar. Ook is het niet logisch om de verenigingen terug te plaatsen in Tinbergen nu we daar studieplekken willen maken.”