Op vrijdag 8 maart is collegezaal A in het marmeren EUC-gebouw amper te herkennen in het donker: alle stoelen zijn weggehaald en de enige lichtbronnen zijn een diep oranje gloed afkomstig van de lichtshowapparatuur in het midden van de zaal en het spookachtige schijnsel van Marlene Biesendorfers betoverende video die steeds wordt herhaald. Op het scherm is te zien hoe ze iets wat lijkt op een verrotte bananenschil in haar mond stopt voordat ze linten met ‘Great Eater Award’ op haar gezicht plakt. Ze zit onder de gele verf en trekt een grimas. Het is een ongemakkelijke video waarin ze een woordeloos gesprek met me lijkt te voeren over vrouwelijke seksualiteit, de daarmee samenhangende verwachtingen en de ongrijpbare ‘beloningen’ die je krijgt als je daaraan voldoet. Misschien is het alleen maar de onaangename overeenkomst tussen de gevoelens die beide situaties oproepen die me tot deze interpretatie brengt.
Buiten de collegezaal, in de grote hal van de campus in Blaak, is student van het Rotterdam Arts and Sciences Lab Gina de Boer bezig populaire nummers over vrouwelijke kracht om te zetten in lieflijke ballades, terwijl ze door Jonas Nabbe op gitaar wordt begeleid. De voorstelling past goed bij de ernstige en geconcentreerde gezichten op de foto’s en kunstwerken van women in action – het thema van de avond die is georganiseerd om Internationale Vrouwendag te vieren – maar ook bij de modus operandi van de FairFight Foundation, de stichting die ik in 2015 met EUC-collega’s en studenten heb opgericht, en bij de meisjes die de stichting begeleidt binnen de vechtsport. Hun gebalde vuisten slaan door de witte pilaren van de hal. De foto’s, schilderijen en prenten zijn gemaakt in India en Zimbabwe en zijn hier te zien dankzij Myrthe Minnaert, voormalig EUC-student en secretaris van FairFight, en Katie Alexander, een vrouw die zowel krijgshaftig als kunstzinnig is.
Afrikaanse koningin
Voor het podium worden we uitgedaagd door de foto’s van Lumi Pulkkinen, vooral door een afbeelding van een grote, vlezige worst die door tere vrouwenhanden wordt vastgehouden. Het uiteinde van de worst zit onder de mayonaise en de vrouw is bezig er een lepel felrode bessen op te leggen. Door de bessen ontstaat er een spanning waar ik de kriebels van krijg. Het beeld schildert vrouwelijkheid af als een spagaat tussen plezier en pijn, emancipatie en vernedering.
Achter het podium zien we een geweldige afbeelding van een Afrikaanse koningin in houtskool en acrylverf, haar haar een majestueuze olifant. Het schilderij is speciaal voor deze avond vanuit de arme buitenwijken van Harare naar EUC gebracht. Ik ken de kunstenares goed: Tinashe Munemo, een tweedejaars student bestuurskunde uit Zimbabwe, die dankzij haar grote wilskracht en wat hulp van FairFight kan blijven doorploeteren. Wat zou ze hier graag zijn geweest om haar verhaal te vertellen. Ze zou hier zeker op haar plaats zijn, in dit instituut voor denkers, dromers en doeners. Ze kon er door de politieke en economische chaos in Zimbabwe niet bij zijn. Ooit, misschien…

Ongelukkige kindertijd
Op Internationale Vrouwendag 2019 zijn studenten even gestopt zenuwachtig grote hoeveelheden tekst te verwerken ter voorbereiding op hun volgende werkgroep waar ze leren problemen op te lossen. Er is ruimte voor reflectie ontstaan. We dwalen door het EUC-gebouw dat we na bijna vijf jaar zo goed hebben leren kennen en dat er nu zo anders uitziet. Vanavond mogen vrouwen er verhalen vertellen.
Op het podium vertelt Lijnie Reijers over haar ongelukkige kindertijd waarin ze te maken kreeg met verraad en mishandeling. Voor vandaag kende ik haar alleen als een doorzetter: zelfstandig ondernemer, kandidaat voor D66 in Dordrecht en een van de meest gerespecteerde Aikido-meesters ter wereld. Maar in deze ruimte die wij hebben gemaakt, krijgt ze de kans andere kanten van haarzelf te delen, om te praten over dat gevoel van onbehagen waar zo veel meisjes mee te maken krijgen wanneer ze er op gewelddadige wijze achter komen wat het betekent om onderdrukt te worden en ondanks dat weten te vertellen over passie en succes.
De kracht van kleding

De ruimte die we hebben gemaakt is een ruimte waarin vrouwen worden gesteund, maar dat betekent niet dat we uitdagingen uit de weg gaan: Aynouk Tan wil het gesprek aangaan over vrouwelijkheid en het concept gender. Ze is gekleed in iets wat lijkt op een pyjamabroek en ze draagt Pokémon-achtige wezentjes om haar nek en een prinsessensluier op haar hoofd. Ze wil praten over hoe kleding, eigenlijk niets meer dat stukjes stof, zo sterk is verbonden aan identiteit. Ze beschrijft gender als een performance. Aynouk staat hierom bekend. Sinds ze zich voor een stuk over mode in het NRC Handelsblad verkleedde als verschillende personages om de reactie op die personages te kunnen bespreken, is ze bezig geweest met het verspreiden van de postmodernistische gendertheorie van Baudrillard en Butler binnen de Nederlandse media en kunstwereld. Het is heel speciaal om op Internationale Vrouwendag door haar aan het denken te worden gezet over onze gevestigde opvattingen over het bestaan.
Het is ook bijzonder om het verschil te zien tussen haar aanpak en de aanpak van Sarah Hopkins, een succesvolle recruiter uit Londen die zich specialiseert in carrières van vrouwen en die naar Rotterdam is gekomen om te vertellen over vrouwen in de zakenwereld die een hoger doel nastreven. Het klopt dat ze vrouwelijkheid vanuit totaal verschillende invalshoeken benaderen, maar het lijkt er wel op dat ze op zoek zijn naar raakvlakken en overeenkomsten, zowel voor zichzelf als voor het publiek.
Artistieke geintjes
Voor mij was dit evenement een overgangsgebied tussen universiteit en het leven in de maatschappij. Onze lesstof, die dingen die onze studenten daarvan leren en het verwarrende bestaan in de eenentwintigste eeuw komen deze avond op deze plek samen om ruzie te maken, het weer goed te maken en kunst voort te brengen in allerlei kleuren en vormen en in een andere taal dan de taal die in het klaslokaal wordt gesproken. Vandaag wordt er over vrouwelijkheid gesproken op een manier die ik in mijn tijd als student nooit in een collegezaal heb gehoord en die ik als docent niet gebruik.
Al die verschillende vormen van expressie activeren delen van mijn hersenen waar doorgaans geen lampje gaat branden als ik me in dit gebouw over mijn boeken en artikels buig. Het feit dat deze avond juist in dit gebouw plaatsvindt, zorgt ervoor dat ik me kan voorstellen hoe het zal zijn als deze ruimte weer door hardwerkende studenten wordt overspoeld. Die avond ging ik naar huis om mijn volgende college over de politieke economie van het klimaat voor te bereiden. Zonder dat ik het doorhad, waren er wat artistieke geintjes in mijn dia’s terechtgekomen en had ik het college zo opgebouwd dat discussie werd aangemoedigd.
Narnia
Ik dacht: “wat als de universiteit meer van dit soort overgangsgebieden beschikbaar zou kunnen maken?” Wat als je net zoals in Narnia, de magische wereld van CS Lewis’, door een deur kan stappen en poef! Je bevindt jezelf in een nieuwe wereld die een klein beetje beangstigend maar uitzonderlijk mooi is. Gebeurtenissen, momenten, ruimtes die overal op onze campus verschijnen en weer verdwijnen, zoals kunstvormen en woorden die (nog) niet in een college over economie passen, maar zeker wel in staat zijn een brug te slaan tussen economie en de manier waarop economie in de maatschappij wordt ervaren; of misschien een muzikaal moment waarin het overdonderende gevoel van verlies en hulpeloosheid van terminaal zieken wordt overgebracht aan geneeskundestudenten.
Deze ruimtes moeten zich niet opdringen, maar moeten uitnodigend zijn. Ze moeten niet vervangen, maar aanvullen. Niet de les lezen, maar suggesties doen. Het maken van zulke ruimtes kost veel moeite: het voorbereiden van Internationale Vrouwendag begon al in november 2018 en was een gigantische taak die door EUC-studenten en -alumni, het FairFight-team, de kunstenaars van de Willem de Kooning Academie, muzikanten van het RASL en onze sprekers samen werd uitgevoerd. Natuurlijk hoeven niet alle evenementen en ruimtes zo uitgebreid te zijn of zo lang van te voren te worden voorbereid, maar ze gaan hoe dan ook tijd kosten. Ik denk echter dat ze zeer de moeite waard zijn en aansluiten op de missie van EUR, make it happen, en dat de universiteit deze evenementen en ruimtes moet steunen, locaties en tijd beschikbaar moet maken en zo nodig moet financieren.

Ginie Servant-Miklos is docent bij het Erasmus University College en als postdoc-onderzoeker verbonden aan de universiteit van Aalborg. Ze maakt onderdeel uit van de afdeling Economics and Busisness en doet onderzoek naar de geschiedenis en filosofie van onderwijs. In 2015 richtte Servant FairFight op, een stichting die meisjes en vrouwen door middel van vechtsport wil steunen.