Of hij wat voelt voor die machine? Dat is wel een beetje overdreven, zegt Leen Meijboom (70). Maar toen hij in 2016 ‘de rommel’ in de containers aantrof, moest hij ‘toch wel even slikken’. 2016 was het jaar dat de Universiteitsbibliotheek volop in verbouwing was. De boekenrobot – of ‘Randtriever’, zoals de installatie officieel heet en zoals Leen het noemt – moest eruit. Niet meer rendabel. “Er werden te weinig boeken geleend door de studenten. De bibliotheek werd meer en meer een mediatheek.”

Zodoende kwam de Randtriever in de stortcontainers terecht, op drie meter stelling en één robot na. Die is te zien in de luchtbrug van de bibliotheek. Drie meter van de acht keer 35 meter die er ooit was, bouwt Leen nu opnieuw op. “Een museale reproductie, van de grote versie uit de kelder van de bibliotheek.” Het apparaat staat achter glas en ziet eruit als stalen stellingkast met doorzichtige op ordners lijkende ‘containers’ waarin boeken liggen. Daarvoor zweeft een lange robotische arm op wielen aan een dikke lichtmetalen pijp. Wat maakt dit apparaat een museale reproductie waard?

Monumentale status

Het makkelijke antwoord op die vraag is dat zonder die museale opstelling de Universiteitsbibliotheek niet gerenoveerd mocht worden. “Het gebouw waar de Universiteitsbibliotheek in huist, is onderdeel van het Monument Woudestein. De gebouwen vormen een belangrijk naoorlogs tijdsbeeld van Rotterdam en zijn door de Rotterdamse gemeenteraad benoemd als monument,” vertelt restauratiearchitect Gerard Frishert. “Sinds 2006 maakt de Randtriever daar ook deel van uit. Een speciaal daarvoor ingestelde commissie stelde de museale reproductie daarom als voorwaarde voor de renovatie van de UB.”

Ze schreven over de Randtriever: “Het vormt een van de opmerkelijkste technische vernieuwingen in het Nederlandse bibliotheekwezen.” Studenten hoefden na de aanvraag van een boek slechts tien minuten te wachten en dan lag het boek klaar bij de uitleenbalie, dankzij de Randtriever waarin 220.000 boeken konden worden opgeslagen. Via een ingewikkeld bandensyteem met de containers, haalde de robot het juiste boek na een aanvraag naar boven. Leen: “In de loop van de jaren kwamen ze van over de hele wereld hier kijken. Bordeaux, India, Rusland: ze keken hun ogen uit. Het is de voorloper van de installaties in de huidige distributiecentra van grote bedrijven als Bol.com en de Wehkamp. Zij gebruiken precies dit systeem, maar dan veel groter.”

50 jaar oud

“Op 28 maart is het vijftig jaar geleden dat, door de leverancier Remington Rand, de eerste hand gelegd werd aan de Randtriever, de enige ooit gebouwd in Europa. Het was een uniek apparaat voor zijn tijd, vooruitstrevend”, vertelt Leen. De groei van de studentenaantallen en de ‘tendens tot langere openingstijden’ van de bibliotheek maakten automatisering aantrekkelijk, valt te lezen in de cultuurhistorische verkenning van de universiteit over de Randtriever. Als twintigjarig jochie kwam Leen, dertien dagen na de Randtriever, op de Erasmus Universiteit om de toen nog futuristische en baanbrekende boekenrobot te installeren. “De bibliotheek vond het in 1977 wel handig om iemand in dienst te hebben die meer wist over hoe het apparaat werkte. Dus toen ben ik bij de Universiteitsbibliotheek in dienst gegaan.”

Hij vertrok niet meer. Zijn hele werkende leven, 43 jaar, heeft Leen – geblokte blouse, bruine corduroybroek – aan de boekenrobot gewijd. Men noemt hem ook wel de ‘geestelijk vader’ van het apparaat. Maar als hij dat hoort, zegt hij sussend: “Dat zijn zulke grote woorden.” Dat hij veertig jaar hieraan werkte is wel bijzonder, ja. “Het is mijn levenswerk.” Maar verder is het vooral werk. “Afwisselend en uitdagend,” noemt Leen zijn functie, iets wat een politieagent of universitair docent ook na veertig jaar zou kunnen zeggen.

Bijna de laan uit

Leen-Meijboom-Randtriever-2-Ronald-van-den-Heerik
Beeld door: Ronald van den Heerik

Het apparaat werkte zeker niet meteen. Het kon in de begindagen rekenen op een klachtenregen van studenten en academici, zegt Frishert. In het Universiteitsblad Quod Novum (de voorloper van Erasmus Magazine) stonden regelmatig honende artikelen. “Het kostte enorm veel onderhoud en om de haverklap had het problemen en storingen. Eigenlijk was er fulltime iemand met het apparaat in de weer”, zegt Leen. “Voor mij een mooie tijd. We moesten op zoek naar manieren om het systeem te verbeteren, dat vergde veel creatieve denkvaardigheid. Maar de universiteit vond het minder.”

Het ging zelfs zover dat de universiteit in 1975 overwoog te stoppen met de boekenrobot. Maar dat liet toenmalig hoogleraar Informatica aan de EUR, Koos Verhoeff, niet gebeuren. Hij adopteerde het apparaat als zijn prestigeproject. “Als informaticus had hij een mateloze fascinatie voor dergelijke systemen. Hij zette er zijn beste mensen op, een speciale onderzoekscommissie – waar ik ook lid van was – werd ingesteld om de problemen te verhelpen”, zegt Leen. De commissie wist het apparaat weer op een fatsoenlijke manier draaiende te krijgen en heeft het daarmee gered. Rotterdam was uiteindelijk de enig overgebleven plek waar het systeem goed bleef werken.

Digitalisering en verbouwing

Met de jaren bleef Meijboom het apparaat met zijn collega’s verfijnen: een ponskaarten-aanvraagsysteem werd vervangen door de computer, het bandensyteem werd geavanceerder. In 2012 ging Leen met pensioen, maar hij werd al snel weer teruggevraagd voor een doorontwikkeling en – uiteindelijk – het opbouwen van de museale opstelling. Tegenwoordig is hij de enige die het apparaat nog volledig doorgrondt. Samen met een collega was Leen de specialist. Zij ontwikkelden de robot en onderhielden het, ontdeden het van elk stofje. “Die collega overleed plotseling in 2001, een schok. Zo overleeft het apparaat haar bedieners.”

Jaren later, toen de renovatie van de UB van start ging, is alsnog besloten te stoppen met de Randtriever. “De digitalisering had tot gevolg dat studenten nog maar amper boeken lenen bij de bibliotheek. De meeste wetenschappelijke artikelen zijn online toegankelijk. Dat maakte dat het niet meer rendabel was om het apparaat draaiende te houden.” En als de opstelling af is, wat gaat Leen doen als hij echt helemaal met pensioen is? Met een grote glimlach: “Ik heb het druk zat met mijn gezin en familie, ben actief voor de plaatselijke kerk en zing in koren, dus dat komt wel goed met mij.”

Lees 3 reacties