Jan Rotmans, hoogleraar Transitiekunde aan de Erasmus Universiteit, is een van de initiatiefnemers van de brief. “De feiten spreken voor zich: de actievoerders hebben het gelijk aan hun kant.”

Klimaatakkoord niet afdoende

vliegen-luchthaven-schiphol-ben-koorengevel-unsplash

Lees meer

Wetenschappers willen ambitieuzer klimaatbeleid op universiteit

Nederlandse universiteiten moeten hun uitstoot van broeikasgassen drastisch verminderen.…

De brief is vooral een opsomming van wetenschappelijke feiten over klimaatverandering. Maar de wetenschappers roepen ook op tot een ambitieuzer klimaatakkoord. Rotmans: “Het klimaatakkoord is niet afdoende. Het is te vrijblijvend en legt de lasten niet bij de grootste vervuilers: de industrie. Wij pleiten daarom voor een significante CO2-belasting voor bedrijven.”

De brief is door 350 wetenschappers ondertekend, waaronder dertien wetenschappers van de EUR. Eerder deze week riepen wetenschappers middels een andere open brief ook al universiteiten op om meer te doen tegen klimaatverandering.

Lees hier de brief:

Klimaatakkoord: tijd voor politiek leiderschap!

In Europa gaan jongeren massaal de straat op om meer klimaatambitie te eisen van de overheid. Na België, Duitsland, Zweden en Frankrijk gaan ook in Nederland scholieren de straat op om te staken voor een ambitieuzer klimaatbeleid. Op basis van de feiten die de klimaatwetenschap verschaft, hebben de actievoerders groot gelijk. Daarom steunen wij als wetenschappers deze actie. Het is inderdaad nu hoog tijd voor ingrijpende maatregelen om de uitstoot van broeikasgassen snel en drastisch te reduceren, en zo de opwarming van de aarde te beperken tot ruim onder de 2°C en bij voorkeur tot 1.5°C. Alleen zo kan worden voorkomen dat klimaatverandering de wereld ingrijpend verandert. Dat is geen doemdenken, maar louter gebaseerd op feiten, die wij hieronder nog eens op een rijtje zetten:

1. De aarde warmt op, wereldwijd is de gemiddelde temperatuur al met ongeveer 1°C gestegen sinds 1900, en zo goed als 100% van de waargenomen opwarming is te wijten aan de toenemende concentraties van CO2 en ander broeikasgassen in de atmosfeer als gevolg van menselijke activiteiten.

2. Al bij de huidige opwarming van ‘slechts’ 1°C worden we geconfronteerd met toenemende effecten, zoals zeeniveaustijging en koraalsterfte, en sterkere weersextremen, zoals hittegolven, droogtes en overstromingen. Boven de 2°C neemt niet alleen de kwetsbaarheid van vele regio’s, sectors en systemen sterk toe, maar ook kans dat de klimaatopwarming zichzelf gaat versterken, door allerlei terugkoppelingseffecten. De internationale klimaatdoelstelling van 2°C is wetenschappelijk goed onderbouwd.

3. De huidige wereldwijde jaarlijkse uitstoot is 38 Gt CO2 en neemt nog steeds toe. Het IPCC Klimaatpanel heeft berekend dat om de mondiale klimaatopwarming te beperken tot 2°C, wereldwijd nog maar 1250 Gt CO2 kan worden uitgestoten. Dit betekent dat de netto mondiale uitstoot van CO2 snel moet pieken om daarna sterk af te nemen. Onderzoek laat zien dat hoe later de uitstoot afneemt, hoe sterker deze uitstootvermindering moet zijn om binnen dit mondiale budget van 1250 Gt CO2 te blijven. Om dit budget te realiseren zijn ingrijpende en structurele maatregelen nodig.

4. Onderzoek laat zien dat de huidige internationale beleidsmaatregelen vooralsnog te kort schieten om de uitstoot van broeikasgassen terug te dringen. Met de huidige voorstellen stevent de wereld af op meer dan 3°C opwarming tegen het eind van deze eeuw.

5. Klimaatmaatregelen zijn economisch gezien voordeliger dan de kosten van klimaateffecten en adaptatie aan klimaatverandering. Niets doen leidt dus tot hogere kosten dan tijdig adequate maatregelen nemen.

6. De kennis en technologieën om de klimaatopwarming te beperken tot (ruim onder) 2°C, bestaan al. Het implementeren ervan vraagt in de eerste plaats politieke moed.

7. Onderzoek laat zien dat klimaatbeleid niet alleen technologisch beleid omvat maar ook
sociaal beleid. Het vraagt namelijk om een rechtvaardige verdeling van de kosten en baten,
gedragsverandering en nationaal en internationaal energie- en industriebeleid. Rechtvaardige klimaatambities veronderstellen dus ook een aanscherping van het sociaal – en belastingbeleid.

8. Nederland voldoet niet aan de zelf opgestelde klimaatdoelen, zoals blijkt uit de klimaatzaak van Urgenda. Ook het klimaatakkoord is niet afdoende, het is te vrijblijvend, en legt niet de lasten bij de grootste vervuilers, de industrie. Wij pleiten daarom voor een significante CO2-belasting voor bedrijven, waarvan de revenuen kunnen worden gebruikt om de toenemende lasten voor burgers te verlagen. Het vraagt ook om een gedragsverandering bij burgers. Elk individu telt en kan een positieve impact genereren. Door bijvoorbeeld minder vlees te eten, minder te vliegen en minder energie te verspillen.

Het is hoog tijd voor politiek leiderschap. Ambitieus klimaatbeleid is ‘chefsache’, en overstijgt partijpolitieke belangen. We kunnen ons niet permitteren om nog langer te wachten met noodzakelijke maatregelen. Als politiek leiderschap hand in hand gaat met effectieve maatregelen en gedragsverandering, dan kunnen wij dit probleem tijdig oplossen. Anders zijn juist de jongeren die deze week protesteren voor hun eigen toekomst, de dupe.