In twintig jaar EM vertelden veel mensen over bijzondere prestaties, goed onderzoek of andere mooie verhalen. Hoe kijken ze terug op het nieuws van toen? En hoe gaat het nu met ze?
“Ik weet nog dat we wel een aantal keren onze plannen hebben moeten omgooien”, blikt Schuit tien jaar later terug via Skype. “In Kameroen zaten we bijvoorbeeld met de motoren vast in de modder. Alle motoren stuk. We hebben toen vier dagen gedaan over 80 kilometer. En we wilden eerst via de Centraal Afrikaanse Republiek en Soedan reizen, landen waar nu gewoon oorlog is. Dat was toen ook al best gevaarlijk.”

Schuit studeerde destijds Geneeskunde en mocht mee vanwege zijn medische kennis. “We hadden een situatie met een gebroken sleutelbeen en een aantal infecties. Maar ik was natuurlijk nog geen dokter, dus ik kon maar beperkt helpen”, zegt Schuit, die nu huisarts is.
Aircobed

De bedoeling van de reis was – behalve een mooi avontuur beleven – om een aantal duurzaamheidsprojecten in Afrika onder de aandacht te brengen. Is dat een beetje gelukt? Schuit denkt van wel: “We hebben een aantal projecten in de spotlight kunnen zetten, bijvoorbeeld door er video’s over te maken (die nog steeds te vinden zijn op AfricAlive.nl) en artikelen in de Metro en verschillende motorbladen. Bijvoorbeeld over een ‘waterpyramide’ in Gambia, die water opvangt en condenseert. De condens is dan gesteriliseerd water. Beetje zout toevoegen en je kunt het drinken. Of het ‘aircobed’, dat we in Zuid-Afrika gezien hebben, vond ik ook interessant. Dat was een bed met een airconditioning eronder, die dan alleen het bed en de lucht in de klamboe erboven verkoelde in plaats van de hele kamer.”
De groep van zes studenten is in de loop der jaren een beetje uit elkaar gevallen. “Dat krijg je als je in het buitenland gaat wonen. We zien elkaar niet veel meer. Wel hebben we elke vijf jaar een reünie. Het was een heftige ervaring, de mooie herinneringen blijven, maar er vervaagt ook veel.“
Noord-Korea
Het leven van Schuit na de reis is op z’n minst even spectaculair als een trip van 20.000 kilometer door Afrika. “Na mijn afstuderen wilde ik eigenlijk niet in een ziekenhuis werken. Toen ben ik als arts op een schip van Greenpeace terechtgekomen. Daarmee hebben we op de Stille Oceaan een campagne tegen illegale visserij gevoerd, en daarna bij Noord-Korea een campagne tegen kernenergie.”
Australië kwam op zijn pad door zijn werk als dokter in een vluchtelingenkamp op Manus Island, dat onderdeel is van Papoea-Nieuw-Guinea. Op een oude legerbasis op het eiland ving Australië asielzoekers op. “Die mensen zaten daar opgesloten. Dat waren verschrikkelijke omstandigheden om in te werken. Daarom ben ik daar uiteindelijk weggegaan.”
Bordelen en lynchpartijen
Later is het vluchtelingenkamp opgeheven, na internationale ophef over de illegale opsluiting van vluchtelingen. “Er zaten voornamelijk jonge mannen uit Afghanistan en Iran in het kamp. Die hadden helemaal geen geld, en kwamen daar niet weg. Er wonen dus nu 700 mannelijke asielzoekers in een dorpje op dat eiland. Dat is natuurlijk één grote bende. Er worden bordelen geopend, en er zijn allemaal lynchpartijen en moorden. Het is echt vreselijk.”
Schuit vestigde zich na zijn periode op Manus Island eerst nog anderhalf jaar op Sint-Eustatius, voor hij terugkeerde naar Australië. Nu woont hij met zijn vrouw en inmiddels 10 maanden oude dochter in een stadje, een paar honderd kilometer boven Brisbane. Daar werken ze allebei voor een huisartsenpraktijk. “Het leven is hier fantastisch: lekker weer, we zitten vlak bij prachtige natuur. Maar het heeft ook een keerzijde: je hebt hier niet je vrienden en je familie, die zitten allemaal in Nederland. Ik verwacht dat we binnen een paar jaar wel weer eens terugkeren naar Nederland.”