Dat er steeds meer buitenlandse studenten komen, presenteren universiteitenvereniging VSNU en de Vereniging Hogescholen (VH) als een onontkoombaar feit. Eén op de drie universitaire docenten is international, net als de helft van alle promovendi. En het aantal buitenlandse bachelor- en masterstudenten groeide de afgelopen vijf jaar van 31.000 naar 48.000.
De onderwijsinstellingen zien vooral voordelen: het onderwijs wordt er beter van, studenten worden voorbereid op een internationale carrière en buitenlandse studenten vullen de tekorten op de arbeidsmarkt aan die ontstaan door de vergrijzing. Maar om de onderwijskwaliteit te waarborgen willen ze meer middelen en selectiemogelijkheden.
Internationalstop
Zo willen ze bijvoorbeeld in kunnen grijpen als er te veel buitenlandse studenten naar een opleiding komen, of als het percentage Nederlanders te klein dreigt te worden. Om de diversiteit van de international classroom te garanderen willen onderwijsinstellingen op nationaliteit kunnen selecteren.
Daarnaast pleiten de instellingen voor het aanbieden van een Nederlandstalige én een Engelstalige variant van opleidingen. Nederlanders hebben dan altijd toegang (via de Nederlandstalige track) tot de opleiding; voor de Engelstalige variant kun je dan een studentenstop hanteren. Op dit moment kan er alleen een numerus fixus worden ingesteld voor een hele opleiding. Met de mogelijkheid van een studentenstop bij de Engelstalige variant blijft het hoger onderwijs ook in de toekomst voor Nederlandse studenten toegankelijk, zelfs bij een vloedgolf van buitenlandse studenten.
Hoger collegegeld
Ook pleiten de VSNU en de VH in hun internationaliseringsagenda voor een (nog) hoger collegegeld voor studenten van buiten Europa en voldoende studentenhuisvesting. En ze willen gezamenlijk afspraken maken over de onderwijstaal, zodat er voldoende Nederlandstalige opleidingen blijven bestaan. Bovendien moeten docenten worden bijgeschoold zodat iedereen het Engels minstens op C1-niveau beheerst.
De internationaliseringsagenda van de hogeronderwijsinstellingen is vooral een discussiestuk, bedoeld als input voor minister Van Engelshoven van Onderwijs. Volgende maand stuurt de minister een brief naar de Tweede Kamer waarin ze haar visie op internationalisering en Engelstalig onderwijs uiteen zet.
Het is merkwaardig nieuws: bijna alle gesuggereerde maatregelen lijken al op de EUR gerealiseerd te zijn. De meeste bachelor opleidingen zijn al dubbel uitgevoerd met een Nederlandse en Engelse variant en ja, er wordt al geselecteerd. Waarom moeten we dit nu gaan vragen? Lopen alle andere universiteiten nu achter?
Dan het hogere college geld voor niet EEA studenten. Het is al flink hoger aan de EUR en wat naar mijn mening schandalig is, is dat de EUR er schaamteloos aan verdient. Dus moet het collegegeld nog hoger?
Hoewel de EUR master programma’s als één jarig worden geadverteerd, is het niet makkelijk die in één jaar af te ronden. Sterker nog, ik schat dat 40% van de Nederlanders er meer dan 2 jaar over doen. Dus de niet-EEA studenten moeten in principe ook weer een hoog college geld betalen als ze er langer over doen, bovendien kunnen ze NIET lenen bij DUO: dus je kan de taferelen al voor je zien Pa en Moe in Chengdu zitten in de kou om zoon of dochterlief de “begeerde” titel te laten behalen. Rijke Amerikanen komen niet of nauwelijks bij de EUR. Bij de commerciële EUR Master opleidingen, zoals de Maritime Economics & Logistics (zo’n 23.000 euro per jaar) slaagt wel 90% in één jaar, en bovendien worden die studenten goed begeleid en geholpen. Kortom, willen we als EUR een nog hoger college geld voor onze reguliere MSc opleidingen vragen, dan moeten we wel een veel beter product gaan aanbieden dan we nu doen. Voor onze BSc opleidingen geldt een vergelijkbaar verhaal.
Reageren niet meer mogelijk.