Het team, dat bestaat uit Auke Holtrop, Lotte Brasser, Sipke de Man en Janneke Kampherbeek, arriveerde dinsdagavond al bij de baai van Brest. “We waren compleet uitgedroogd en hebben ’s ochtends het ontbijt overgeslagen”, vertelt stuur Auke Holtrop. Allemaal om de gewichtscontrole door te komen: het viertal mocht gezamenlijk niet meer dan 275 kilo wegen, anders kon het niet starten. “We zaten anderhalve kilo onder de limiet.”
Donderdag, vrijdag en zaterdag vaarden de deelnemers vier wedstrijden per dag. “Op de eerste dag hadden we gelijk materiaalpech: er brak een katrolletje af in de mast”, vertelt Holtrop. “Dan is de motivatie wel even verdwenen. Maar de dagen daarna ging het supergoed.”
Dat het team zo dicht onder de gewichtslimiet zat, had een groot voordeel: “Hoe meer gewicht, hoe harder je kunt varen. Uiteraard blijven techniek, tactiek en strategie ook heel belangrijk, maar gewicht helpt zeker.” Dat voordeel betaalde zich uit. Na de tweede dag, die geteisterd werd door harde wind, stond het team op een knappe derde plaats.
Ontlading
Op de laatste wedstrijddag hielden de nummers één en twee in het klassement elkaar angstvallig in de gaten. “Ze gingen vlak bij elkaar varen, om er maar voor te zorgen dat de ander niet veel meer punten kon pakken. Daardoor vergaten ze ons een beetje”, glundert Holtrop. In de laatste race eindigde het Rotterdamse team als tweede, maar het bleef nog even onduidelijk wat dat betekende voor de eindrangschikking. “We zijn eerst onze boot gaan opruimen, totdat we op het uitslagenbord zagen dat we in het eindklassement tweede waren geworden. Dat was natuurlijk een onwijze ontlading.”
Het team van EUR-studenten Brasser en Kampherbeek, TU Delft-student De Man en UvA-student Holtrop vaart sinds februari wedstrijden met de J/22-wedstrijdboot van de RSZV. De volgende grote wedstrijd van het team is het WK in Annapolis (Verenigde Staten) in september.
