Het gaat om het collegegeld voor studenten die een ‘tweede studie’ doen terwijl ze al een eerste bachelor- of masterdiploma op zak hebben. Voor zulke studenten krijgen universiteiten en hogescholen in principe geen overheidsbekostiging en daarom mogen ze hun eigen tarief bepalen.

Die tarieven lopen sterk uiteen. Voor een wo-bacheloropleiding Rechten vragen ze in Rotterdam 6.300 euro en in Leiden 9.500 euro per jaar. Bij Geneeskunde betaal je jaarlijks vijftienduizend euro aan de Vrije Universiteit Amsterdam en 32 duizend euro in Maastricht.

Geen vrijbrief

Maar minister Van Engelshoven gaat de wet aanpassen. Ze steunt haar partijgenoot Paul van Meenen (D66), die gisteren in de Tweede Kamer een motie indiende. Het tarief zou volgens hem nooit hoger mogen zijn dan het wettelijke collegegeld plus de normale overheidsbekostiging voor eerste studies.

Dat vindt Van Engelshoven ook. Er komt dus een wettelijk maximum, al is dat volgens haar geen ‘vrijbrief’ om dit altijd in rekening te brengen. De onderwijsinstellingen moeten blijven uitleggen hoe ze hun prijs bepalen.

180 miljoen

Het zou overigens 180 miljoen euro kosten om alle studenten te bekostigen die een tweede (of derde, vierde enz.) studie willen volgen. Dat geld is er nu niet, zei minister Van Engelshoven vorige week.

In 2010 is de bekostiging van tweede studies afgeschaft. In ruil daarvoor konden ook dertigplussers tegen het wettelijke tarief studeren als ze nog geen diploma hadden. Dat was eerder niet zo. Er zijn overigens uitzonderingen op de regel. Wie zich wil omscholen naar de zorg of het onderwijs, kan tegen het wettelijke tarief een tweede studie volgen.

Ook studenten van buiten de Europese Unie betalen het instellingscollegegeld. Of ook voor hen een maximumtarief gaat gelden, is niet duidelijk. Zij kwamen niet ter sprake in het Kamerdebat met de minister.