Vanaf het moment dat ze in Rotterdam zijn, zegt elke Erasmusstudent om de zoveel weken hetzelfde: “Ik heb geen tijd; ik zit tot volgende week in de bibliotheek vanwege de tentamens.” Ja, tentamenperiodes zijn ongetwijfeld de meest stressvolle weken uit het studentenbestaan. Het is de periode waarin de druk op en de vastberadenheid van studenten om goed te presteren steeds verder oploopt, waarin het leren voor tentamens voorrang krijgt.

Vorige week bevond ik me weer eens in een situatie die de meeste studenten wel zullen herkennen: ik liep het beruchte M-gebouw binnen, wachtte totdat mijn studenten-ID op het scherm verscheen, liep schoorvoetend langs de rij tafels en wachtte ongeduldig totdat mijn tentamen begon.

Nu is een tentamen op zich al een hele uitdaging, maar als daar ook nog de bekende tentamendilemma’s bij komen kijken, verdwijnt het zelfvertrouwen van zelfs de best voorbereide student als sneeuw voor de zon. Er zijn om precies te zijn drie tentamendilemma’s (die me doorgaans nog dagen na mijn tentamens achtervolgen)

Allereerst, waarom zijn er vragen met twee antwoorden die nagenoeg hetzelfde zijn, op één of twee woorden na? Dit is overduidelijk een strategie die door veel docenten wordt toegepast om de kennis van de student echt op de proef te stellen. Tot op zekere hoogte zijn dit soort vragen te rechtvaardigen.

Ten tweede vraag ik me af hoe het komt dat ik op mijn antwoordvel zeven keer achter elkaar antwoord C heb ingevuld. Heeft de tentaminator besloten dat C het antwoord op de meeste vragen moet zijn, of heb ik een vreemde voorkeur voor de letter C? Ik betwijfel of dat laatste het geval is.

Op dit punt in het tentamen heeft mijn zelfvertrouwen het al zwaar te verduren, maar het wordt nog erger! Ik krijg de volle laag van een wel heel schandelijke vraagvorm: de notoire vraag met geen van de bovenstaande antwoorden als antwoordoptie. In eerste instantie ben ik ervan overtuigd dat het juiste antwoord tussen een van de eerste drie opties zat, maar zodra ik de laatste optie geen van de bovenstaande antwoorden heb gelezen, blijft er van mijn zelfvertrouwen niets over. Kwaadaardig gewoon.

Na het tentamen voelde ik me wel opgelucht, omdat ik toch weer een stapje dichterbij het behalen van mijn bachelor was. Maar snel daarna begonnen de paranoïde gedachten: wat als mijn antwoorden matig, slecht of zelfs betreurenswaardig zijn?

Misschien, heel misschien, geen van het bovenstaande…?

Pietro Vigilanza (20) uit Venezuela woont sinds twee jaar in Rotterdam en studeert IBCoM