“Eigenlijk is het gewoon probleemgestuurd onderwijs”, zegt Emese von Bóné over het project dat ze samen met theaterregisseur Carla van Driel opzette. Het idee is simpel. Ze nemen een beroemde opera en gaan daarin op zoek naar moord, doodslag, echtscheidingen en andere juridische zaken. Die worden vervolgens uitgeschreven tot een rechtszaak, inclusief advocaten, officier van justitie, griffier en rechter. De rechtzaken worden integraal in de opera geschoven. De studenten van Hofpleintheater doen de zang, de rechtenstudenten van Von Bóné de zaak.

Waarom wilde u met studenten een opera gaan bewerken?

“De combinatie van recht en opera is al lange tijd een hobby van mij. Een gemiddelde opera bevat heel veel juridische elementen. Alleen al in Carmen zitten een arbeidsrechtelijk geschil, een poging tot doodslag en een moordzaak. Dat maakt het heel interessant om als rechtshistorica hiermee bezig te zijn. En heel leerzaam voor studenten.”

Schermafbeelding 2017-05-27 om 10.29.27

Mr. dr. Emese von Bóné is rechtshistorica aan de Erasmus School of Law (ESL). Op 2 juni presenteert ze samen met theaterregisseur Carla van Driel en hun studenten een geheel eigen interpretatie van Carmen, Bizet’s beroemde opera over het tragische lot van een losbandige mannenverslindster. De voorstelling vindt plaats in het Hofpleintheater aan de Pieter de Hooghweg (de oprichtingsplek van de Nederlandse Economische Hogeschool, een van de voorlopers van de EUR). Meer informatie of aanmelden voor de voorstelling? Kijk op de website van de ESL.

Hoe zit de gemiddelde rechtenstudent in z’n operakennis?

“Geen van de studenten die aan dit project meedoen, het zijn er zes, had hiervoor ooit een opera gezien. We hebben ze het libretto in de kerstvakantie meegegeven en hebben gezegd: zeggen jullie maar waar dit over gaat. Wat interessant is: Carmen wordt aan het einde van het stuk vermoord, door haar ex, José. De studenten, die het verhaal voor het eerst lazen, wilden allemaal levenslang voor José. Maar toen zijn we, met een krat bier erbij, de hele opera gaan kijken. Daarna vonden ze dat hij erin geluisd was door Carmen. Echt een akelig mens, zeiden ze. Dus hebben ze hun vonnis bijgesteld. Dat is heel mooi om te zien.”

Wat leren ze hiervan?

“Ze moeten zo’n zaak helemaal naspelen. Dat betekent dat je loskomt van je tekst en vrij leert bewegen. Dat is extreem waardevol. Ga maar eens naar de rechtbank. Daar staat het overgrote deel als een standbeeld z’n tekst voor te lezen, daar val je bij in slaap zo saai is dat. Verder halen we studenten uit hun comfortzone. Een goede advocaat of officier van justitie is in staat om verder te kijken dan het juridische wereldje. Als je bijvoorbeeld een echtscheidingszaak doet, is het heel handig als je niet blijft hangen in je vakgebied, maar ook psychologische en sociale inzichten kunt meenemen.”

Je moet als advocaat of officier van justitie niet blijven hangen in je eigen juridische wereldje.

Rechtshistorica Emese van Bóné

Zou het een verplicht onderdeel van de rechtenstudie moeten worden?

“Ja, ik vind van wel natuurlijk. Mijn collega Jeanne Gaakeer doet iets soortgelijks met het vak Law and Literature. Maar uiteindelijk is dat aan de faculteit. De decaan steunt dit project. En van de rector kreeg ik een heel enthousiaste mail. Ik vind dat de universiteit een verantwoordelijkheid heeft om studenten een culturele opvoeding te bieden. Als het me lukt om jonge mensen op dat vlak iets nieuws mee te geven, dan heb ik mijn doel bereikt.”

Kunnen jouw studenten eigenlijk een beetje zingen?

“Sommige aria’s kunnen ze meeneuriën. Maar de zang laten we over aan de studenten van het Hofpleintheater. We brengen de rechtenstudenten in aanraking met opera, en de Hofpleinstudenten vinden het heel leuk dat ze met de juridische aspecten in aanraking komen. In die zin snijdt het mes aan twee kanten.”