“Mag ik voor jullie bidden?” vraagt Mark van Doorn, lid bij Navigators Studentenvereniging Rotterdam (NSR), aan twee studenten die hij een uur geleden nog niet kende. Ze fronzen even kort hun wenkbrauwen, kijken elkaar aan. Dan halen ze hun schouders op. “Ja, waarom niet?” En Mark vouwt zijn handen. “Vader, ik wil deze mensen aan U opdragen.”
Een uur geleden verzamelde Mark – vlotte babbel, rossig haar in lok naar rechts en hipsterbaardje – zich met vier andere studenten van christelijke studentenvereniging NSR in de kantine van het Tinbergengebouw. Ze noemen zichzelf ‘missiegroep’. “NSR heeft als doel om Christus te leren kennen en Hem bekend te maken. Christus leren kennen doen we heel veel binnen NSR, maar Hem bekend maken nog te weinig. Terwijl ik vind dat het geloof heel vet is, dat kun je niet voor jezelf houden!” licht Mark toe.
De missiegroep gaat aan de hand van een aantal enquêtevragen in gesprek met studenten op de campus. En dan niet over alledaagse dingen, maar het liefst dieper. Ze vragen dingen van ‘wat wil je in je leven bereikt hebben?’ en ‘wat vind je belangrijk in het leven?’ tot, meestal later in het gesprek: ‘wie is Jezus voor jou?’ en ‘hoe denk je over God?’.
Geloof is geen pakketje wat je bij iemand naar binnen schuift

“Studenten hebben behoefte om te praten over zulke onderwerpen. Vaak horen we: dit is tof, ik zou hier meer over moeten praten,” vertelt Mark enthousiast. “Soms spreek ik eenzame internationals, of ongelukkige studenten, die het heel fijn vinden dat wij ze een luisterend oor bieden.” Anderen zijn gericht op carrière, verwachtingen van hun ouders en geld. “En dan zeg ik: zou je tevreden zijn met je leven als dit het was en je morgen, bij wijze van spreken, onder een vrachtwagen komt?”
Soms zijn mensen minder enthousiast, maar dat vinden de NSR-leden niet erg. “Even goede vrienden.” Marks mantra: “Het is niet de bedoeling dat we het geloof als een pakketje bij iemand naar binnen schuiven.” Hij maakt er een trappende beweging bij, alsof hij een prullenbak opent en daar iets in schuift en trekt een vies gezicht: “Alsof we van een wervingsfonds zijn, dat mensen probeert over te halen om een abonnement te nemen of een goed doel te steunen. We willen mensen prikkelen om over dingen na te denken.”
De kantine afspeuren
Mark leidt een van de drie missiegroepen van NSR. Eens in de twee weken zijn ze op de campus. Traditioneel komt de groep voorafgaand samen in de kantine. Om tussen de tafelende, kletsende en studerende studenten even tot rust te komen. Ze pakken hun Bijbel (of Bijbelapp op de telefoon) erbij en lezen Mattheus 19:16-30 waarin een rijke jongeman aan Jezus vraagt wat hij moet doen om de hemel binnen te komen. Vervolgens bidden ze. Een scheve blik van een tafel links of rechts van ze boeit ze weinig. Mark: “Ik vind het prima als tien mensen me hierom uitlachen als ik vervolgens voor de elfde iets kan betekenen.”
En dan is het tijd om te verspreiden. Mark speurt de kantine af. “Meestal zoek ik mensen die niet te druk ergens mee bezig zijn, of die alleen zitten en open lijken te staan voor een gesprek.” Mark wierf vroeger op straat voor fondsen, dus een gesprek met een wildvreemde aanknopen is voor hem geen probleem. “En nu is het ook nog voor iets waar ik passie voor heb!”
Hij heeft beet. Twee internationals uit Pakistan en India – Harmanan (20) en Atif (21) – die rustig hun ratatouille en een champignonsoepje oppeuzelen. Hij schudt ze de hand. “Hebben jullie even tijd om wat levensvragen met mij door te nemen?” De twee kijken elkaar aan: “Uh, ja, we hebben wel vijf of tien minuutjes.” Al snel verzeilen ze in een discussie over levensdoelen. Tussen neus en lippen door noemt Mark dat hij zelf christelijk is en vraagt, na een leuk gesprek van twintig minuten, of hij voor ze kan bidden.
“Waarom doe je dit nou eigenlijk?”

Na het gebed blijven de twee toch nog met vragen zitten. Atif: “Waarom doe je dit nou eigenlijk?” Mark vertelt over God en wat die voor hem betekent. Vroeger deed hij vooral aan bier drinken en blowen. “Tot medestudenten tegen me zeiden: zullen we bier drinken en Bijbel lezen? Toen begon ik met nadenken, en op een zomerkamp kwam het omslagpunt. Daar zag ik: God werkt ook in ons.”
Een gesprek dat eigenlijk vijf tot tien minuten zou moeten duren, loopt uit tot 50 minuten. De champignonsoep is inmiddels koud. “Zo loopt het altijd,” lacht Mark. Eigenlijk zijn ze nog niet uitgepraat, maar de jongens moeten door en Mark ook. Dus vraagt hij: “Hebben jullie zin om anders een andere keer hierover door te praten.” Het blijft even stil. “We willen hier best over doorpraten, maar een afspraak daarover maken doen we niet. We komen je wel een keer tegen.” Mark moet er om glimlachen: “Oké, we komen elkaar tegen.”
Na afloop komen de NSR-leden weer samen om na te spreken en af te sluiten met gebed. NSR-lid Janine Mourik, ook op stap geweest, moet lachen en grapt: “Op de een of andere manier krijg ik altijd internationals! Wil God hier wat mee zeggen? Dat ik mijn Engels moet bijspijkeren ofzo?” Ze hadden allemaal interessante gesprekken en konden een luisterend oor bieden. En daar gaat het ze uiteindelijk om: “Luisteren naar de ander met échte interesse.”