“Feyenoord gezien afgelopen weekend?” vraagt de Syrische Saeed Kattoub aan zijn taalbuddy, Joeri de Haas. In het Polak-gebouw spreken ze iedere dinsdag af, en dan praten ze over van alles en nog wat, maar vooral over voetbal. “Dat is toch wel het gesprek van de dag,” lacht Joeri.

De twee zijn een koppel uit het taalbuddysysteem van het Taal- en Trainingscentrum. Een vijftigtal goed lerende vluchtelingen, waaronder Saeed, volgt een versnelde taalcursus Nederlands bij het centrum. Saeed begon in januari, en het gaat hem goed af. Mede dankzij zijn buddy, zegt hij. Met gepaste trots: “Voor mijn eerste toets had ik een score van 96/100 en voor de tweede 90/100.”

Geen onderwijs

Saeed Kattoub
Beeld door: Aysha Gasanova

Joeri meldde zich aan voor het buddysysteem toen hij een berichtje op Law Web zag staan. Vooraf kreeg hij een workshop met instructies. “Het is niet de bedoeling dat we onderwijs geven. Hoe we spreekvaardigheid dan wél oefenen mogen we zelf weten.” Richtlijn is dat ze eenmaal in de week afspreken. “Ik wil Saeed altijd nog Rotterdam laten zien, maar tot nu toe is het telkens slecht weer,” zegt Joeri. Dus belanden ze tot nu toe elke keer op de campus.

Saeed vindt het belangrijk om met Joeri – een geboren en getogen Vlaardinger – Nederlands te kunnen spreken; zo kan hij dat bijspijkeren. Want ondanks zijn goede cijfers is hij nog niet tevreden over zijn accent: “Dat is nog niet goed. In de supermarkt spreek ik toch vaak Engels, anders begrijpen de mensen me niet. Volgend jaar wil ik een hbo-opleiding doen, en daarvoor moet je een hoog niveau van Nederlands hebben.”

Feyenoordfans

Joeri legt uit hoe de twee aan elkaar zijn gekoppeld. “We moesten allebei een formulier invullen met onze hobby’s en dergelijke,” Zelf gokken ze dat ze bij elkaar gezet zijn vanwege hun voorliefde voor voetbal. “Ik ben eigenlijk voor Liverpool, maar in Nederland ben ik voor Feyenoord. Kuyt is een prachtige speler,” glundert Saeed.

Maar ze praten ook over serieuzere zaken. Joeri, die rechten studeert, legde Saeed ten tijde van de Tweede Kamerverkiezingen uit hoe het Nederlandse politieke systeem in elkaar zit. “Geert Wilders, Mark Rutte, Jesse Klaver. In Syrië had je veel minder keuze dan hier bij het stemmen,” zegt Saeed.

Het liefst wil hij terug naar Syrië. “Misschien over vijf, zes of tien jaar. Daar ken ik mensen.” Dat vindt Joeri soms lastig: “Aan de ene kant wil hij graag integreren, en daarvoor moet je je op Nederland richten, maar aan de andere kant wil hij graag terug. Daar hebben we soms discussies over. Al kan ik het me ook wel weer voorstellen dat hij terug wil.”

“Hier schrijven mensen alles op in hun agenda”

Joeri de Haas
Beeld door: Aysha Gasanova

Wat heeft Saeed geleerd van Joeri? “Naast de overtreffende en de vergrotende trap, hoe ik mijn agenda moet gebruiken. Hier schrijven mensen alles op in hun agenda.” Joeri begint te lachen. Andersom biedt het hém ook inzichten. “Je hoort vooral veel over problemen rondom vluchtelingen, maar doordat ik nu met een vluchteling spreek, kan ik mijn beeld daarover wel bijstellen. Ik zie meer wat ze zelf willen, het menselijke: ze zoeken eigenlijk een balans. Aan de ene kant willen ze slagen en integreren in Nederland, aan de andere kant blijft de binding met Syrië sterk.”

Iets leren is mooi meegenomen, maar het is vooral leuk. De twee zien elkaar niet meer als cursist en taalbuddy, of als vluchteling en  helpende Nederlander. En dat uurtje in de week voelt niet als een verplichting, integendeel. Saeed glimlacht: “We zijn vooral vrienden.”

Lees één reactie