Het jaar 2017 begon goed voor de medezeggenschap. Een nieuwe wet, de Wet Versterking Bestuurskracht, met nieuwe rechten voor de medezeggenschapsorganen moet de inspraak en de positie van studenten en medewerkers verbeteren.

Deze wet kwam er na verschillende incidenten, zoals het faillissement van de scholengemeenschap Amarantis, als gevolg van wanbestuur. Bestuurders konden in de bestaande structuur beslissingen nemen met grote gevolgen voor studenten en personeel, zonder voldoende input vanuit medezeggenschap. Protesten, zoals de bezetting van het Maagdenhuis in Amsterdam hebben de situatie verder op de spits gedreven.

Vanaf nu publiceert EM iedere drie weken een bericht vanuit de Universiteitsraad. Jiska Engelbert (assistant professor ESHCC), voorzitter van de stafgeleding en Wies Bontje (student Geneeskunde), voorzitter studentengeleding vullen deze rubriek om beurten. Ze schrijven dit stuk onder eigen verantwoordelijkheid met als doel meer inzicht te geven in wat de Universiteitsraad, als hoogste medezeggenschapsorgaan binnen de universiteit, nu eigenlijk doet en voor elkaar krijgt.

De nieuwe wet moet een beter samenspel geven tussen het bestuur, de medezeggenschapsorganen en de Raad van Toezicht, waarbij de medezeggenschapsorganen meer rechten krijgen. Voor de Universiteitsraad betekent dit bijvoorbeeld een grotere rol in de selectie van nieuwe bestuursleden. De Universiteitsraad heeft adviesrecht op de profielschets voor het nieuwe bestuurslid en twee raadsleden maken deel uit van de benoemingscommissie. De faculteitsraden krijgen instemmingsrecht op de hoofdlijnen van de begroting.

Belangrijk voor studenten

Ook heeft de wet veel consequenties voor de opleidingscommissies. Vroeger had een opleidingscommissie ‘enkel’ adviesrecht. Een opleidingsdirecteur moest wel officieel reageren op een advies, maar kon er ook voor kiezen om dit verder naast zich neer te leggen. Nu krijgen de opleidingscommissies instemmingsrecht op het onderwijs- en het examenreglement (OER), bijvoorbeeld over de inhoud van de afstudeerrichtingen en de studielast van de opleiding. Dit is natuurlijk belangrijk voor studenten aangezien in de OER alle procedures, rechten en plichten zijn vastgelegd die betrekking hebben op het onderwijs en de examens.

Kortom de medezeggenschap krijgt nieuwe mogelijkheden om op te komen voor de belangen van studenten en medewerkers. Het klinkt natuurlijk goed, maar in praktijk is het invoeren van de wet niet gemakkelijk. Zo geeft de wet nieuwe vraagstukken. Wat gebeurt er wanneer de opleidingscommissies en de faculteitsraad het oneens zijn met de besluitvorming? Wat zijn de hoofdlijnen van de begroting? Ook is niet iedereen volledig op de hoogte van de nieuwe wet.

Medezeggenschap

De inspraak van studenten en personeel in onderwijsinstellingen is wettelijk vastgelegd in de Wet op het Hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (WHW).

  • Op centraal niveau wordt de medezeggenschap ingevuld door de universiteitsraad.
  • Op facultair niveau zijn de faculteitsraden en de opleidingscommissies verantwoordelijk voor de medezeggenschap. De faculteitsraden gaan in overleg met de decaan, vooral over strategie, beleid en regelgeving. De opleidingscommissies focussen zich op het onderwijs van de opleidingen.
  • In de (meeste) medezeggenschapsorganen zitten zowel personeel- als studentleden.
  • Leden uit de universiteits- en faculteitsraden worden democratisch gekozen, dus aan de hand van verkiezingen.

Om optimaal gebruik te kunnen maken van de nieuwe rechten is het essentieel dat zowel de medezeggenschap als het bestuur goed op de hoogte zijn en dat eventuele onduidelijkheden worden weggenomen. Hierin wil en kan de Universiteitsraad een belangrijke rol spelen. Bijvoorbeeld door een gezamenlijk overleg met alle medezeggenschapsraden of trainingen te organiseren, en door goed toe te zien op de informatievoorziening vanuit de besturen.

Aanwinst

De nieuwe wet is zeker een aanwinst voor de medezeggenschap en daarmee voor de studenten en medewerkers van de universiteit. Alleen voordat we de vruchten kunnen plukken is er nog wel wat werk aan de winkel. Ofwel, we hoeven ons in elk geval niet te vervelen.