Studenten mogen na hun bachelor niet zomaar aan de masteropleiding van hun keuze beginnen. Een op de vijf Nederlandse masteropleidingen selecteert haar studenten op bijvoorbeeld motivatie of tentamencijfers. Als je de tweejarige researchmasters meetelt, is het zelfs een op de drie. Op de EUR is dat zelfs iets meer.

Grote verschillen

Er zitten grote verschillen tussen universiteiten, meldt de Onderwijsinspectie. Aan de universiteiten van Tilburg, Groningen, Nijmegen en Leiden selecteert maar een beperkt deel van de masteropleidingen, terwijl de Universiteit Utrecht bijna geen masteropleidingen meer telt die studenten zomaar toelaat.

De vier technische universiteiten doen het helemaal niet, maar stellen wel toelatingseisen. Je kunt bijvoorbeeld niet met een bachelordiploma filosofie aan een masteropleiding toegepaste natuurkunde beginnen.

Cijferlijst, cv en motivatie

Selecterende masteropleidingen vragen bijna allemaal de cijferlijst op. De helft heeft een ondergrens: daar kom je alleen binnen als je niet lager dan bijvoorbeeld een zeven hebt gescoord. Dat is het criterium dat de masters van de RSM hanteren. Researchmasters doen dat vaker dan ‘gewone’ masters.

Verder selecteren de opleidingen op motivatie, die kan blijken uit een brief of een gesprek. Ook het curriculum vitae van studenten weegt steevast mee in het oordeel. Andere gebruikte criteria, zoals het opvragen van referenties, het afnemen van een toets of het selecteren op werkervaring, komen minder vaak voor. Opleidingen moeten in hun selectieprocedure minstens twee criteria hanteren.